En toen was het alweer 1 juni. Als alles ‘gewoon’ was geweest, zouden we de komende veertien dagen onze zoon en zijn vriendin over de vloer hebben gehad. Maar niets is momenteel ‘gewoon’. Vliegen vanuit Nederland mag nog niet, dus die logeerpartij hebben we helaas voor onbepaalde tijd moeten uitstellen. Even slikken, logisch, voor allemaal, maar gezond zijn en blijven is in deze rare maanden het allerbelangrijkste. Dus doen we het nog maar wat langer met Skype en Whatsapp, en hopen we op betere tijden. Met kniezen over wat had kunnen zijn, maak je het leven niet vrolijker, zo simpel is het nu eenmaal. Gelukkig is er altijd genoeg vrolijkheid in mijn leven, en veel tijd om te kniezen heb ik ook niet met twee speelse kittens van inmiddels zeven weken om me heen. Ze groeien als kool en worden steeds nieuwsgieriger naar de wereld om hen heen. En aangezien ‘mama’ een rechtstreekse lijn naar ‘eten’ betekent, ben ik voor hen ook in die grote nieuwe wereld nog steeds een Zeer Belangrijk Persoon die je goed in de gaten moet houden. Ik heb het er voorlopig dus nog wel druk mee, maar dat geeft niet. Twee van die hummeltjes zo te zien genieten van een leven dat hun niet was gegund, is meer dan genoeg ‘beloning’ voor alle tijd en energie die ik aan hen besteed.
Het enige probleem is dat ons niet al te grote huisje inmiddels echt helemaal vol zit met dieren en mensen. En hoewel we nog even tijd hebben, zijn we dus dringend op zoek naar een permanent onderkomen voor deze twee bengels. Hier in Griekenland wordt dat helaas erg lastig. Door hun vreemde start zijn dit echte ‘mensenkatten’, en ze zullen nooit de buitenkatten worden die de Grieken willen. Het idee dat ze niet eens binnenshuis zouden mogen komen, bezorgt me nu al rillingen. En al zijn we er geen voorstander van, in dit geval hebben we besloten dat het toch beter is om te proberen hen onder te brengen in het buitenland. Ik krijg daarvoor alle hulp van de Stichting Dierenhulp over de Grenzen, die onze Norbert en Corwyn via hun netwerk ter adoptie zullen aanbieden, zodat ze in afwachting van de reis ‘gereserveerd’ kunnen worden. Als de virus-beperkingen een beetje meewerken, mogen ze in augustus op reis, en het goede nieuws is dat ik al mensen bereid heb gevonden om hen in die periode naar Nederland te begeleiden. Hun ticket wordt door de Stichting betaald, en wij zorgen aan deze kant ervoor dat alle papieren en inentingen in orde zijn. Kortom, mocht jij onze twee kanjertjes een warm en liefdevol huisje willen geven, het liefst met zijn tweetjes, neem dan even contact met me op via het contactformulier hier op de website, dan vertel ik je graag meer over hoe zo’n adoptie in zijn werk gaat.
Zo, en nu heb ik wel weer genoeg geschreven over mijn katjes. Er valt immers wel meer te beleven in Pilion nu de opheffing van de lockdown bijna voltooid is en de terrasjes en taverna’s alweer een week open zijn. Ik moet eerlijk bekennen dat ik er zelf nog geen gebruik van heb gemaakt. Ik kijk de kat (oeps) liever nog even uit de boom, en bewaar ons eerste terrasbezoek voor later deze week, als het wat minder druk is. Ik ben nog steeds behoorlijk huiverig voor dat virus, dus ook een bezoek aan Volos is niet iets waar ik naar uitkijk, ook al is het maanden geleden dat ik daar was. Maar… afgelopen vrijdag moest ik wel. Mijn ‘klikduim’ is nog steeds niet over, en volgens dokter Yiannis uit Kala Nera rest mij niets anders dan een operatie. ‘Stelt niets voor,’ verzekerde hij me, maar ik ben niet zo op operaties. En dus heb ik na een tip van een goede vriendin mijn chiropractor Despina gebeld, die goede hoop heeft dat ze mij ervan af kan helpen. Dat hoop ik ook, alleen moest ik dan wel naar Volos toe om mijn duim te laten behandelen. Nu is dat normaal een kwestie van in de bus stappen, of – als het echt, echt, echt niet anders kan, want zo’n held in het drukke stadsverkeer ben ik niet – op de scooter. Maar net na de versoepeling van de lockdown ruim een halfuur in een bus zitten, al is het dan met een verplicht masker op… Nee, dank u, liever niet, nog afgezien van het feit dat de toch al moeizame dienstregeling op dit moment helemaal een puinhoop is. En op de scooter, het andere alternatief, is nogal lastig als je een klikduim hebt, want de gashendel opendraaien of de rem vastpakken gaat met zo’n stijf kootje niet echt soepeltjes. Te gevaarlijk dus, ook al omdat ik toch al niet zo ‘eigen’ ben met dat ding. En dus bleef er nog maar één optie over: achter op de brommer bij manlief.
Manlief is een zeer ervaren brommerrijder, laat ik dat vooropstellen. Hij is volgens mij op zo’n ding geboren, en weet precies wat hij wel en niet kan doen. Het probleem ligt dan ook helemaal bij mij, want ik vind achterop zitten dus echt vre-se-lijk. Totaal onnodig, ik weet het, maar ik heb die tik nou eenmaal. Ooit, tijdens een vakantie op Chios, hebben we de voor een week gehuurde scooter al na één dag teruggebracht, omdat ik het gezellig ‘toeren’ met angst en beven en met grotendeels gesloten ogen al piepend en jammerend onderging. Het heeft ongetwijfeld te maken met het niet zelf de controle hebben, iets waarvan ik me heel goed bewust ben. Het probleem ligt dus bij mij, en niet bij manlief, dat dát wel even duidelijk is. En er gloort hoop, want in de loop der jaren heb ik mijn angst voor het achterop zitten best al wel een béétje overwonnen. Als we uit eten gaan in Kala Nera, stap ik zonder problemen bij manlief achterop. Het is maar vijf minuten en dan kan ik gewoon een tsipourootje drinken, iets wat ik minder snel doe als ik op mijn eigen scooter ga. En soms is mijn hoofd ook gewoon te vol om zelf te rijden, zeker als ik ‘in mijn boek’ zit. Maar langer dan tien minuten achterop, dat vind ik dus nog steeds een beangstigend idee.
Nood breekt wetten, en ik wil toch wel heel graag zonder operatie van die stomme klikduim af. Dus ben ik afgelopen vrijdag toch maar bij manlief achter op dat vreselijke ding gestapt voor mijn afspraak bij de chiropractor. Het ging aardig goed, al zeg ik het zelf, al heb ik nog steeds een beetje spierpijn van het krampachtig zitten, dat wel. Je kunt je zo achterop nergens aan vasthouden, behalve aan manlief. Ik moet mijn armen om zijn middel slaan en goed meebewegen als we de bocht omgaan. Geen probleem uiteraard, behalve als hij moet remmen, want dan knalt mijn helm tegen de zijne. En anticiperen is lastig, omdat hij groter is dan ik, en ik dus niet of nauwelijks om zijn schouders heen kan kijken. Kortom, het was best een heel avontuur voor me, zeker in het drukke stadsverkeer van Volos. Maar gelukkig is het allemaal goed gegaan, en ik heb alleen in de haarspeldbochten naar rechts, als we zo vreselijk schuin lagen, mijn ogen dichtgedaan. Het ‘mimimimimi’-geluid dat ik op Chios regelmatig produceerde, is dit keer helemaal achterwege gebleven. Dus eigenlijk… ben ik best wel een beetje trots op mezelf.
De duim is na de eerste chiro-sessie al met zeker 40% verbeterd. Volgende week ga ik voor de vervolgbehandeling, en ik hoop dat manlief me dan weer wil brengen. Voor hem valt zo’n angstig vrouwmens achterop natuurlijk ook niet mee, dat begrijp ik best. Gelukkig houdt hij heel veel van me, dat weet ik, al meer dan veertig jaar. Ons huwelijk zal ook dit wel weer te boven komen, daar gaan we gewoon van uit. En die duim… Ach, die duim komt ook vast goed. En als het even kan zonder operatie… 😉
♥♥♥♥♥