Het is weer zomer

In tegenstelling tot andere jaren om deze tijd zit ik nog niet echt in de ‘zomerflow’. Het wisselvallige weer tot nu toe is daar zeker debet aan. Mijn kast hangt nog steeds vol met dunne truien, vestjes en lange mouwen T-shirts, want de juni-ochtenden en -avonden konden nog behoorlijk fris zijn. Sinds kort lijkt het iets beter te gaan, met temperaturen boven de 25 graden, waardoor de zomerjurkjes en -T-shirtjes langzaamaan tevoorschijn kunnen komen. Veel is dat trouwens niet, want ik was even vergeten dat ik bij de grote opruiming voor de winter begon het grootste deel van mijn zomergarderobe heb weggedaan. Er moet dus zeer binnenkort een hoognodige shopping expeditie plaatsvinden.

Nu vind ik een bezoek aan Volos normaal gesproken al niet echt tof, maar met de verkiezingen in zicht zijn er in het centrum al maandenlang opbrekingen gaande op de doorgaande en dus drukste straten van de stad. Eén grote ellende is het, en even voor m’n plezier naar Volos is er nu al helemaal niet meer bij. Maar goed, soms kom je er niet onderuit. Zoals toen onze twaalfjarige Ira zes weken terug niet meer wilde eten, en zich duidelijk niet lekker voelde. Drie dierenartsbezoeken en een aantal onderzoeken later zijn we inmiddels, en gelukkig hebben we haar met enige medicatie weer aan het eten kunnen krijgen. De laatste uitslag, een paar dagen terug, wees echter uit dat ze toch wat problemen heeft met haar blaas, wat betekent dat ze twee maanden op dieetvoer moet. Dat is nog niet het ergste; ze moet helaas ook een antibioticakuur hebben, een joekel van een pil tweemaal per dag en dat twee weken achter elkaar.

Ira medicijnen toedienen is een haast onmogelijke opgave. De vorige keer zijn er heel wat ijsjes, cake en lekkere vleeshapjes aan te pas gekomen om de noodzakelijke medicatie naar binnen te krijgen. En nu kunnen we dus weer overnieuw beginnen, met dien verstande dat ze al die ‘lekkere dingen’ niet meer mag in verband met het gruis in haar blaas. Gisteravond heb ik voor het eerst de nieuwe medicatie door haar nieuwe voer gemixt en dat leek in eerste instantie goed te gaan. Ze at alles keurig op, zij het niet van harte. Maar helaas… vanmorgen kwam ik in de tuin haar hele maaginhoud tegen, en tot op heden weigert ze ook maar iets te eten. Dat wordt dus weer creatief voederen, de komende weken.

Over voederen gesproken… Onlangs zijn we met vrienden uit eten geweest in Neochori, een klein bergdorp midden op het schiereiland, een klein halfuurtje bij ons vandaan. Daar komen we wel vaker, maar eigenlijk eten we er altijd op de grote plateia van het dorp, bij Yannis o Germanos, beroemd bij velen om zijn vleesgerechten – en zijn Duitse menukaart. Dit keer echter lieten we de afslag naar de plateia links (of liever gezegd rechts) liggen en reden we de doorgaande weg nog een kleine kilometer verder af. Net om een grote bocht, tegenover een kleine parkeerplaats die tevens dienstdoet als bushaltestop, ligt aan de rechterkant taverna Paradeisos. Het heeft een groot terras met schaduwrijke bomen, en het eten is beslist een aanrader. Niets bijzonders, gewoon wat de pot schaft, maar dusdanig klaargemaakt dat je er je vingers bij op eet. Ik ben niet echt een sperziebonen-liefhebber, maar de fasolakia die de eigenaresse op tafel zette was zo lekker dat ik met manliefs verjaardag zomaar uit eigen beweging deze Griekse sperziebonenschotel heb gemaakt. Kortom, als je van traditioneel en authentiek houdt, dan is taverna Paradeisos zeker een bezoekje waard.

Het was de afgelopen maand dus niet alleen kommer en kwel in Huize Hollander. We genieten nog steeds van alles wat ons schiereiland te bieden heeft. En dat wordt de komende maanden alleen maar meer, want binnenkort komt mijn vriendin Petra een weekje logeren. Zonder haar echtgenoot dit keer, en dat worden vast heel veel luie strandbezoekjes en meidenuitstapjes, zoals samen op zomerkledingjacht in Volos. Een paar weken later hopen we onze zoon en schoondochter weer in de armen te kunnen sluiten voor een weekje relaxen, gevolgd door een tweeweeks bezoek van onze lieve Twentse vrienden. Tegen de tijd dat die vertrekken, arriveert de zus van manlief voor drie heerlijke, lange weken, wat ongetwijfeld een vreugdevol weerzien gaat worden, want het is alweer vier jaar geleden dat ze voor het laatst hier was.

Gezellige vooruitzichten dus, zelfs al gaat ons gewone leven ook dan gewoon door. Zeker is dat het door de huizenbouw van onze overbuurman in de ochtenduren minder rustig zal zijn dan in voorgaande jaren. We weten ook al dat we een dezer weken een nieuw dak of in ieder geval een renovatie van ons dak tegemoet kunnen zien, maar wanneer dat gaat gebeuren is nog niet geheel duidelijk. En natuurlijk hopen we dat we met Ira niet al te vaak meer richting dierenarts moeten, want met een 45 kilo zware hond op respectabele leeftijd die de hele achterbank van mijn Suzy in beslag neemt is dat niet iets wat je ‘even tussendoor’ doet.

Afijn, de mens lijdt natuurlijk het meest door het lijden dat hij vreest, iets waar ik als fantasievolle schrijfster helaas heel erg goed in ben, maar ik heb me voorgenomen al die ‘ja maars’ en ‘stel dats’ waar mijn hoofd in uitblinkt stelselmatig te negeren. Wie dan leeft, wie dan zorgt, denk ik dan maar, nog zo’n gouwe ouwe uitspraak die ik moeiteloos op kan dreunen.  Weg met al die hersenspinsels, we gaan er een mooie zomer van maken, en mocht je net als ik nog niet helemaal in zomerstemming zijn, dan moet je gewoon even naar deze nieuwe videoclip van mijn geliefde Wannebiezz kijken en luisteren. Doe ik ook. Daar word je namelijk geheid vrolijk van… 😉

♥♥♥

Boekenpraat

Ik mag voor nu dan wel gepensioneerd schrijfster zijn, dat betekent niet dat mijn eerder gedane arbeid ook stopt. Vorig jaar al hoorde ik dat uitgeverij HarperCollins mijn De Rozen van Beekbrugge-serie opnieuw uit wilde brengen, maar dan als paperback, dus in een nieuw formaat en met een nieuwe cover. Eerder zijn ze verschenen als Harlequin Romance pockets, en voor wie niet zo thuis is in de boekenwereld een korte verduidelijking: Harlequin pockets worden in kiosken en supermarkt verkocht, HarperCollins’ paperbacks in de boekhandel. Boekhandel-publiek zal niet zo gauw naar een Harlequin-pocket grijpen, maar doe je er een ander jasje omheen, dan is het ineens een ‘echte’ roman. Daarmee bereik je dus een totaal andere doelgroep, met name de wat meer ‘literaire’ lezers, die – en nu generaliseer ik even, dus voel je alsjeblieft niet beledigd! – normaal gesproken hun neus optrekken voor alles waar Harlequin of Bouquetreeks op staat.

Verlakkerij waar je bij staat, maar hee, wie ben ik? Het neerkijken op het romantische genre door ‘literatuurliefhebbers’ is iets waar ik al tweeëntwintig jaar mee te dealen heb. Ik blijf het nog steeds vreemd vinden, die gigantische kloof tussen ‘literair’ en ‘lectuur’. Ik kan me niet voorstellen dat iemand die van klassieke muziek houdt zal beweren dat popmuziek geen volwaardige muziek is. Het zijn gewoon twee verschillende genres. Sommigen houden van klassiek, sommigen van popmuziek, anderen houden van beiden. Prima toch? Zo is er voor elk wat wils, maar er is nog een lange weg te gaan voor echte literatuurliefhebbers het genre waar ik in schrijf als ‘volwaardige boeken’ zullen beschouwen.

In ieder geval helpt zo’n andere paperbackcover eromheen met een HarperCollins-logo erop zeker mee om mijn Rozen-meiden aan een breder publiek te presenteren, iets waar ik heel blij mee ben. Naamsbekendheid valt en staat bij promotie, en een grote uitgeverij als HarperCollins heeft daarvoor een groter budget beschikbaar dan een kleine uitgeverij, zo simpel is het nu eenmaal. Meer naamsbekendheid betekent echter ook meer belangstelling voor eerder uitgebrachte boeken, en daar zat in dit geval nu net de kneep. Vorig jaar heeft mijn andere uitgeverij namelijk besloten dat het op de markt houden van mijn bij hen uitgebrachte boeken in paperbackuitvoering niet meer rendabel was. Logisch, want ze zijn al heel wat jaartjes op de markt en eerlijk is eerlijk, mijn genre wordt tegenwoordig voornamelijk in e-book uitvoering gelezen. Alleen… de nieuwe doelgroep die nu bereikt wordt met de paperbackuitgave van De Rozen van Beekbrugge heeft vaak liever een gedrukt boek in handen dan een digitaal boek, en hoe jammer is het dan als die eerder gedrukte boeken niet meer te koop zijn?

Nu gun ik die nieuwe lezers graag een exemplaar van mijn vroegere werk, maar ik weet ook dat geen enkele uitgeverij zit te wachten op het opnieuw uitgeven van verhalen die al zo’n dikke tien jaar in allerlei uitvoeringen op de markt zijn. Gelukkig zijn er tegenwoordig meer mogelijkheden om een boek uit te geven dan een gerenommeerde uitgeverij. Het gebruik van een self publishing platform is niet al te moeilijk, en aangezien ik aardig wat ervaring heb opgedaan in dingen als vormgeving en binnenwerk besloot ik al snel om dan zelf maar nieuwe paperbackuitgaves te maken van mijn oudere werk.

Het kostte wel wat zweetdruppeltjes en uren prutsen om alles goed te krijgen, maar het is gelukt! Nou ja, de eerste vier romans die ik op het to-dolijstje had staan. De andere zes zullen in de loop van de komende weken/maanden volgen, maar ik kan u met gepaste trots mededelen dat de gehele Onder de Griekse zon-serie vanaf nu eindelijk ook weer als losse paperback te verkrijgen is, uiteraard met gloednieuwe, moderne covers, die ondergetekende ook helemaal zelf in elkaar heeft geprutst.

Ik ben best trots op het resultaat, vandaar ook deze ‘boekencolumn’, want veel meer dan nieuws over mijn boeken heb ik over afgelopen maand eigenlijk niet te vertellen. Oké, ik had ook een uitgebreid verhaal kunnen schrijven over mijn negatieve tandartservaringen, waardoor ik komende week twee kiezen zal kwijtraken bij een nieuwe, gelukkig veel lievere en hopelijk veel betere tandarts dan degene die de afgelopen tien jaar mijn gebit ondanks regelmatige bezoeken danig verwaarloosd heeft. Of ik had het ook over het mooie lenteweer kunnen hebben, waardoor onze tuin iedere dag een beetje meer in een kleurrijke bloemenzee verandert. Of ik had kunnen schrijven over onze dorpssupermarkt, die na de vrije Onafhankelijkheidsdag op zaterdag – een nationale feestdag – ook op de maandag erna totaal onverwacht gesloten bleek te zijn. Gelukkig wist de buurvrouw te vertellen dat de twee eigenaren met hun gezin op bedevaartweekend waren en pas op dinsdag weer open zouden gaan. Tja, dat bidden moet ook gebeuren, dat begrijp ik wel, maar dat je dan voor vertrek niet even een papiertje op de deur plakt om te vertellen wanneer je weer opengaat is toch wel een beetje onhandig voor de klanten. Niet iedereen heeft een buurvrouw bij de hand die weet waar iedereen is.

Afijn, zo zijn er nog wel een aantal ditjes en datjes waarover ik had kunnen schrijven, maar ik vond het dit keer veel leuker om mijn boekennieuws met jullie te delen. Per slot van rekening ben en blijf ik toch altijd ‘die Hollandse schrijfster in Pilion’… ook als ik met pensioen ben 😉

♥♥♥

 

Pareía

Het gaat opschieten nu, mijn reis naar Nederland en Guernsey. Nog vier weekjes, dan is het zover. Best spannend allemaal, want de afgelopen drie jaar ben ik niet verder dan Volos gekomen. Ik ben dan ook maar ruim op tijd aan de voorbereidingen begonnen, ook al omdat er in mei altijd wel vrienden deze kant op komen voor wie ik graag tijd vrij maak. Het mag immers weer, dat reizen, daar kunnen ze op Schiphol over meepraten. Gezien de lange wachttijden daar ben ik eigenlijk wel heel erg blij dat ik mijn terugreis vanaf Düsseldorf geboekt heb. Dat was de meest logische luchthaven voor mij, omdat er vandaar rechtstreeks op Volos wordt gevlogen. Bovendien ben ik de week ervoor in Twente, en van daaruit ben je net zo snel in Düsseldorf als op Schiphol. Dus mocht u de komende tijd nog een reisje naar Pilion willen boeken, dan is Düsseldorf misschien een goed alternatief om de problemen op de nationale luchthaven te ontlopen.

De inmiddels gearriveerde vrienden hebben overigens niet al te veel last gehad van de wachtrijen. Ze hebben alleen wat meer tijd op Schiphol doorgebracht dan anders, want uit voorzorg waren ze uiteraard extra vroeg aanwezig. Gelukkig was het leed van de lange, lange reis al snel vergeten. Het aanschouwen van een Pilionse zonsondergang vanaf een terras aan de boulevard van Kala Nera met een Mythos onder handbereik maakt heel veel goed. En als je dan de volgende morgen wakker wordt gekieteld door warme zonnestralen op je gezicht en de geur van bloeiende jasmijn je kamer binnen komt zweven, dan weet je meteen weer waar je het allemaal voor gedaan hebt!

Dankzij de vrienden geniet ik ook altijd een beetje mee van het vakantiegevoel. Een gezamenlijk bezoekje aan Volos, een etentje in de taverne, een terrasdrankje aan het eind van de middag en natuurlijk ook zo af en toe een wat langere wandeling als dat zo uitkomt. Vorige week nog liep ik samen met vriendin van Milies naar Kala Nera in een lekker relaxt tempo met als beloning een heerlijk koud biertje op het terras van Nagual. Dat mocht ook wel, want de temperatuur loopt momenteel snel op naar de dertig graden – en meer. Niet handig om dan pas rond het middaguur te starten met je wandeling, maar ja, we waren echt al om elf uur in Milies, vastbesloten om op tijd te beginnen. Alleen hoort daar altijd wel eerst een frappé bij, en als je elkaar dan heel lang niet hebt gezien, dan moet er dus heel veel bijgekletst worden en zijn we ineens zomaar anderhalf uur verder.

Tja, kletsen doe ik volgens manlief vijf kwartier in een uur – nogal overdreven, vind ik zelf, maar oké, een beetje gelijk heeft hij wel. Zo’n gave komt echter prima van pas als je een zaal vol mensen een paar uur lang alles mag vertellen over je boeken, je schrijversleven en het mooie schiereiland Pilion. Met de eerste twee onderwerpen heb ik altijd een beetje moeite, maar over Pilion raak ik nooit uitgepraat. Hoe leuk is het dan als je een uitnodiging krijgt van de bibliotheek in je geboortestad om tijdens je verblijf in Nederland een lezing te geven in Griekse sferen. Nu vind ik ‘lezing’ altijd erg officieel klinken. Ik heb het liever over een ‘pareia’ (=gezelschap)-avond. Dat past beter bij mij en dat wat ik te vertellen heb. Wie het leuk vindt om een paar uur in mijn gezelschap door te brengen, is dan ook van harte welkom op donderdagavond 14 juli van 20.00 tot 22.00 in Bibliotheek de Plataan in Vlaardingen. Het gaat vast heel gezellig worden, want de bieb zorgt voor hapjes en drankjes in Griekse sferen en als het meezit komen er ook nog een paar Griekse muzikanten langs. Tickets kun je nu al reserveren via deze link, en wacht er niet te lang mee, want vol is vol. Ik heb er superveel zin in om mijn lezers, vrienden, bekenden en onbekenden na al die reisloze jaren weer te ontmoeten. Dus ben je in de gelegenheid, en vind je het leuk om te horen wat ik allemaal te vertellen heb, aarzel dan niet en bestel dat kaartje nu!

Mocht Vlaardingen een beetje uit de buurt zijn voor je, dan ben ik ook op 1 juli aanwezig bij het World of Romance-event in Amsterdam, georganiseerd door uitgeverij HarperCollins. Hoe en wat daar gaat gebeuren weet ik nog niet, behalve dat het ’s middags plaats zal vinden, maar via deze link kun je daar binnenkort vast van alles over lezen. Eén ding weet ik al wel: die middag draait alles om het romantische boek, dus ik denk dat je er behalve ondergetekende nog wel een paar andere HarperCollins-schrijvers en -medewerkers zult vinden. Het wordt ongetwijfeld ook daar heel gezellig!

Voor het allemaal zover is, moet er aan deze kant nog heel wat gebeuren. Behalve het ‘kledingprobleem’ – waarover ik uitgebreid schreef in mijn laatste Vlaardingen24-column – ben ik al dagen zoet met het maken van een video over Pilion, die als alles goed gaat te zien zal zijn tijdens de pareia-avond in Vlaardingen. Geen alledaags werkje voor mij, dus voor ik goed begreep hoe zo’n videoprogramma werkt, was ik al uren verder. En dan het uitzoeken van het beeldmateriaal… pff, duizenden foto’s heb ik in mijn archief, en pluk daar dan maar eens de mooiste uit. Ik nader de voltooiing, wat maar goed is ook, want met temperaturen van rond de dertig lig ik liever aan het strand dan dat ik in mijn werkkamer achter de computer zit. Een beetje gezond kleurtje staat nu eenmaal beter bij wat er straks in de koffer meegaat op reis en aangezien ik van nature niet gezegend ben met een snel kleurende huid vergt ook dat een zekere mate van planning.

Natuurlijk weet ik ook wel dat al die tutteldingen waar ik momenteel mee bezig ben, helemaal niet belangrijk zijn. Het is meer dat ik nu de tijd en de mogelijkheden heb om ze te doen, en daar geniet ik met volle teugen van. In voorgaande jaren was er altijd wel een dringende deadline die gehaald moest worden voordat ik op reis ging, en geloof me, dat was altijd één groot geworstel tussen de schrijfplicht en de dingen die absoluut gedaan moesten worden voordat ik in het vliegtuig kon stappen. Dat ik nu zo’n heerlijk relaxte aanloopperiode heb, is echt iets waar ik totaal niet aan gewend ben en volop van geniet. Mezelf kennende zal ik echter in die laatste week voor vertrek nog allerlei dingen te doen hebben waar ik vanwege dat zeer relaxte gedoe natuurlijk helemaal niet aan toe ben gekomen, maar dat zien we dan wel weer. Als ik maar op tijd in dat vliegtuig stap, komt alles goed. Met of zonder goedgevulde koffer, en gebruind of niet… 😉

Tot ziens in Nederland!

♥♥♥♥♥

Op naar het voorjaar

Onze nieuwe jaar begon nogal heftig, met een ingestort kantoordak, lekkage tijdens een twee dagen durende kletterende regenbui, urenlange stroomonderbrekingen, pijnlijke tandartsbezoeken en als klap op de vuurpijl een sneeuwstorm die het hele land verlamde. Ook bij ons viel er meer sneeuw dan we in jaren gezien hadden, maar gelukkig duurde het maar vierentwintig uur. Daarna kwam het zonnetje weer tevoorschijn en waren de wegen alweer snel begaanbaar. Maar tel daarbij een wat kwakkelende gezondheid van ondergetekende, het trieste overlijden van onze buurvrouw plus nog wat verdrietige berichten vanuit Nederland, en u zult begrijpen dat het niet echt een leuke start van het nieuwe jaar was. De uitgebreide versie van onze avonturen schreef ik al in mijn Vlaardingen24-column, dus dat sla ik hier maar over.

Al met al ben ik blij dat het februari is. De maand waarin de eerste voorjaarsbloemen voorzichtig hun kopjes boven de grond steken, de maand waarin het iedere dag iets langer licht blijft, de maand waarin we die dikke wintertruien zo af en toe in de kast kunnen laten. Nou ja, zo stel ik me dat nu al schrijvende voor. Mocht het een koude, natte, grijze flutmaand worden – dat kan natuurlijk heel goed, het is en blijft nog steeds winter – dan wil ik dat op dit moment absoluut niet weten. De maand begon in ieder geval met een positief bericht over mijn roman De Zomer in 1970 dat ik u niet wil onthouden.

Deze roman staat namelijk niet alleen op de longlist voor de Valentijnsprijs 2022, wat op zich al heel spannend is, maar er is onlangs ook een Engelstalige uitgave van verschenen. En laat ik nu een tijdje terug een telefoontje krijgen van een Britse journaliste, die daar weleens iets meer over wilde weten. We hadden een heel gezellig halfuurtje aan de telefoon, maar daarna hoorde ik niets meer. Tot ik gisteren een kopie kreeg toegestuurd van een ontzettend leuk artikel mij dat vorige week over mij verschenen was in de grootste krant van de Britse Kanaaleilanden, de plek waar het boek zich afspeelt. U begrijpt vast wel dat ik nu al de hele dag rondloop met een grote, trotse glimlach op mijn gezicht, want jeetje, zoiets overkomt een Nederlandse feelgood schrijver echt niet iedere dag!

Het is heel mooi om te zien dat mijn harde werken van de afgelopen jaren niet voor niets is geweest, al ben ik blij dat ik inmiddels een fase in mijn leven heb bereikt waarop ik dat harde werken mag en vooral kan verruilen voor een wat relaxtere werkmodus. Boeken schrijven vind ik nog steeds superleuk om te doen, maar er zijn nog zoveel meer leuke dingen waar ik mezelf weleens tijd voor wil gunnen. Dat is er de laatste jaren maar heel weinig van gekomen, dus ik heb mezelf plechtig beloofd dat daar dit jaar eindelijk verandering in gaat komen. Zo heb ik recentelijk een muziek interface en een DWA aangeschaft, waarmee ik volgens de deskundigen gewoon thuis hele mooie dingen kan doen op muzikaal gebied. Voor de iets minder deskundigen onder u: je kunt er o.a. jezelf mee opnemen terwijl je een leuk liedje zingt en jezelf begeleidt op de gitaar. Die opname kun je vervolgens op de computer dusdanig bewerken dat het lijkt alsof het voltallige Nederlandse Philharmonisch orkest achter je heeft gestaan.

Nou ja, dat schijnt dus te kunnen… Voorlopig ben ik nog niet verder gekomen dan uitvogelen waar welk stekkertje in moet worden gestoken en op welke knopjes ik moet drukken om mijn eigen stem via de microfoon op de koptelefoon te kunnen horen. Op welke knoppen ik allemaal moet drukken om het ook nog op te nemen… dat was na al het intensieve begrijpend lezen van de handleiding nog even een brug te ver. Maar het staat wel op de planning voor deze week, want volgens de weersvoorspelling krijgen we alweer een paar flinke regenbuien op ons niet al te beste dak. Hopelijk blijft mijn bed dit keer droog, en zal er op de geplande recording geen in teiltjes vallende regendruppels te horen zijn. Dat zou toch zonde zijn van alle inspanningen!

Ook op huiselijk gebied is er nu meer tijd voor dingen waar ik zelden of nooit aan toe ben gekomen. U gelooft het misschien niet, maar ik heb gisteren een overheerlijke ‘prasópita’ gemaakt voor onze avondmaaltijd. Dat is een typisch Griekse hartige preitaart met gehakt, uitjes, knoflook, paprika en feta. Dat alles in een jasje van filodeeg, dat nog het meest lijkt op het deeg van onze saucijzenbroodjes. Een recept van mijn Griekse hulp en vriendin, die toevallig net tijdens mijn keukenwerkzaamheden binnen kwam wippen om mij te voorzien van een B12-prik. Ja, u leest het goed, dat gebeurt hier gewoon tijdens het koken. Hup, de naald erin, en verder maar weer met de prasópita.

Ik had het recept van haar gekregen, dus ze vond het superleuk om te zien dat ik het ook daadwerkelijk aan het maken was. ‘Maar waar is het deeg?’ vroeg ze na even in de pannen te hebben gegluurd. Dat lag nog in de vriezer, want ik had begrepen dat het heel snel ontdooit. Verkeerd begrepen dus, want volgens de gebruiksaanwijzing – die ik nog niet gelezen had – duurt het wel twee uur voor je ermee aan de slag kunt. Gelukkig hebben we dat terug kunnen brengen tot een uur door het op de kachel in de woonkamer te leggen. En dat gaf ons weer de gelegenheid om even aan mijn Grieks te werken, want natuurlijk moest ik haar uitgebreid vertellen over dat mooie interview in de Engelse krant. Zodra het deeg ontdooid was, zijn we gezamenlijk de keuken weer ingedoken, waar zij mij liet zien hoe je op Griekse wijze zo’n grote deegrol te lijf gaat: met een heleboel olie, vermengd met een geklutst ei, een half kopje melk en wat zout. En smeren maar op die velletjes! Het resultaat mocht er zijn. Manlief en ik hebben er heerlijk van gesmuld, weliswaar een uurtje later dan ik had gepland vanwege dat ontdooien, maar dat hadden we er wel voor over. Al met al een supermakkelijk en heerlijk recept om te bewaren – als je eenmaal weet hoe het moet!

Ik hoop de komende maanden nog veel meer leuke dingen te ondernemen, want nu we Suzy hebben, kunnen we ook eens samen wat verder weg. Alweer iets waar we nooit aan toegekomen zijn. Het schrijven van een nieuwe roman staat momenteel, mede vanwege die rare afgelopen maanden waarin ook mijn gezondheid het een beetje af liet weten, al een tijdje in de ijskast. En zoals het er nu uitziet, blijft het daar nog wel een tijdje staan. Ik heb het namelijk veel te druk met het inhalen van al die dingen waar ik tot nu toe niet aan toegekomen ben, dat kunt u na het bovenstaande vast wel begrijpen.

O ja, en met gezond worden natuurlijk ook… 😉

♥♥♥

Blijven bewegen

Langzaam stevenen we af op het einde van alweer een woelig jaar. Net als bij jullie zijn ook hier de coronamaatregelen weer aangescherpt, waarbij vooral de niet-gevaccineerden flink aangepakt worden. Zo kom je vanaf deze week de niet-essentiële winkels, restaurants, musea etc. niet meer binnen zonder QR-code en identiteitsbewijs, een drastische maatregel die hier gelukkig niet tot grove gewelddadigheden hebben geleid zoals die in Nederland hebben plaatsgevonden. Ook de booster-shots zijn hier al in volle gang, en ondergetekende was meer dan happy om er eentje te krijgen. Mijn eenmalige ‘Johnson-shot’ dateerde al vanaf mei, en met de vierde golf in volle gang geeft zo’n boost mij persoonlijk toch weer wat meer rust. Voorzichtig blijven we nog steeds, maar het ‘achter de geraniums zitten’ is voor ons dankzij die vaccinaties toch wel voorbij.

Ook het autootje helpt daaraan mee. Ik hoef niet meer in weer en wind op een bus te wachten die misschien wel of misschien niet komt. Nee, ik stap gewoon in mijn mooie autootje en rijd naar waar ik heen wil – of moet. Afspraken hoeven niet meer allemaal in één dag gepropt te worden omdat reizen met openbaar vervoer uren in beslag neemt. Lukt het niet in één keer, dan ga ik gewoon de dag erna weer. Per slot van rekening is Volos maar een halfuurtje rijden en als je geen rekening hoeft te houden met bustijden, dan maakt het allemaal niet meer zo veel uit hoe laat die afspraak plaatsvindt. Het enige waar ik nog wel tegen opzag was in het donker terugrijden uit Volos. Ik heb last van nachtblindheid, en dat is op onze bochtige kustweg die voor een groot deel onverlicht is, toch best een dingetje. Voor mij een goede reden om die afspraken eigenlijk altijd gewoon overdag te maken. Maar na een wat uitgelopen bezoek deze week aan de schoonheidsspecialiste bleek het zomaar ineens donker te zijn geworden toen ik weer buiten stond. En toen moest ik wel.

Het ging allemaal prima, al zou ik dat grote licht wel het liefst de hele weg aan willen houden. Dan zie ik tenminste waar ik rijd! Maar ja, met tegenliggers is dat natuurlijk geen optie, en dan is dat aan- en uitknippen nog weleens lastig, vooral in de bochten – en daarvan hebben we er vele! Het hielp wel dat ik alleen in de auto zat, met mijn eigen vertrouwde countrysongs op de telefoonplaylist. Ik waande mij gewoonweg weer op de bochtige Holterberg, waar ik in vroeger tijden regelmatig in het pikkedonker overheen reed na het werk bij de OAD of na afloop van de countrylessen die ik o.a. in Holten gaf. Ook toen had ik die nachtblindheid al, en was ’s avonds rijden niet mijn favoriete bezigheid, maar toen deed ik het wel, omdat het nu eenmaal niet anders kon.

Lastige situaties vermijden is volgens mij iets dat gewoon bij het ouder worden hoort. In tegenstelling tot vroeger hóéf je niet meer alles te doen, je mág het doen. En als iets doen je veel stress geeft, dan doe je het toch gewoon niet meer? In tegenstelling tot vroeger heb je nu een keuze. En dat is dus precies de valkuil waar je als oudere heel makkelijk in rolt. Bij mijn countrylessen aan ‘mijn oudjes’ riep ik altijd: ‘Denk erom: blijven bewegen. Stilstaan is achteruitgaan!’ Een uitspraak waar ik mezelf steeds vaker aan moet herinneren nu ik zelf de leeftijd van mijn ex-leerlingen heb. Ik merk dat ik veel meer dan vroeger geneigd ben om dingen waar ik een hekel aan heb achterwege te laten. Mede daarom ben ik blij dat ik het autorijden weer opgepakt heb, en dat ik zo af en toe ‘gedwongen’ word om uit mijn inmiddels zo vertrouwde gezapige comfortzone te stappen. Het houdt je bij de tijd – en in beweging! En dat laatste houdt je gezond, dat weten we allemaal.

Bewegen zonder auto doe ik trouwens ook regelmatig, hoor! Eergisteren kwam mijn derde Virtual Challenge medaille binnen. Na de Ring of Kerry en de Cabot-trail in Nova Scotia hebben trail-maatje Sophie en ik nu ook de Grand Canyon helemaal uitgelopen. Momenteel lopen we virtueel in Schotland, een route van 850 km langs de Noordkust. Voordat we die medaille zullen ontvangen zijn we wel een flink aantal maanden verder, maar de eerste honderd kilometer hebben we er toch alweer mooi opzitten. Regelmatig kleine beetjes werken goed om zo’n lange trail te voltooien, je hoeft echt niet dagelijks 15 km te lopen. Ik probeer zo’n drie tot vier keer per week een rondje dorp van drie kilometer te maken, en als dat niet lukt, dan stap ik in het weekend op de homebike en fiets ik in een halfuurtje toch al gauw zo’n tien of meer kilometertjes bij elkaar. Dat is prima te doen, en je kunt meteen een mooie afstand op je digitale route afvinken.

Om de verveling bij dat lopen en fietsen een beetje terug te dringen luister ik via mijn ‘oortjes’ naar countrymuziek, maar ja, die playlist heb ik inmiddels ook wel een keer gehad. Dus heb ik onlangs een KoboPlus abonnement afgesloten. Dan kan je zoveel e-boeken lezen en zoveel luisterboeken beluisteren als je wilt en ik hoorde veel enthousiaste verhalen van mensen die dat al doen. Het leek mij wel wat: lezen zonder je ogen te gebruiken, en ondertussen gewoon doorgaan met je bezigheden. En dus besloot ik om ook maar eens zo’n combi-abonnement te proberen. Het afsluiten ervan bleek niet zo makkelijk te zijn omdat ik in het buitenland woon, maar na twee dagen prutsen is het me toch gelukt. Helaas was ik daar zo moe van geworden, dat ik aan het luisterlezen nog helemaal niet ben toegekomen. De weersverwachting is echter niet zo best, dus waarschijnlijk stap ik dit weekend wel op de homebike, en dan ga ik het lekker uitproberen. Ik ben heel benieuwd.

Mijn eigen boeken zijn er helaas nog niet te beluisteren, maar daar komt binnenkort verandering in, hoorde ik van mijn uitgever. Twee worden er momenteel ingesproken, en dat betekent dat ze vanaf februari uitgebracht gaan worden. En ander recent boekennieuws is er ook! Mijn nieuwste feelgood roman Kus in het Maanlicht is deze week in paperback verschenen en, last but not least: mijn eerste Engelse bookbaby The Summer of 1970 staat als paperback én e-book op Amazon en Kobo. En ja, met het KoboPlus abonnement is die Engelse versie ook gewoon gratis lezen!

Kijk, en daarom ben ik dus zo aan het prutsen geweest om dat abonnement aan de praat te krijgen. Als oudere kun je al die nieuwerwetse, stresserige digitale boek-ontwikkelingen nu eenmaal niet blíjven vermijden, daar ga je alleen maar van ‘achteruit’. Bij de tijd blijven, dat is mijn motto. En je eigen boeken gratis kunnen lezen… Ach, dat moet je als schrijfster toch minstens één keer in je leven zelf hebben meegemaakt, nietwaar? 😉

♥♥♥