Wat? Valt Pasen op 1 april? Echt niet. Dat is gewoon een wereldwijde aprilgrap, waar de Grieken dus niet in trappen. Pasen is pas volgende week, op 8 april. Punt uit. En nee, dat is géén grapje. Het Griekse paasfeest valt namelijk niet altijd op dezelfde datum als het katholieke paasfeest. Dat heeft niets te maken met ‘Fool’s Day’, maar met het feit dat de Orthodoxe kerk een andere jaarkalender hanteert dan de katholieke. Pasen moet volgens de berekening van de Orthodoxe religie vallen op de eerste zondag na de eerste volle maan na de eerste dag van de lente en ook nog eens na het Joodse Pasen. Dankzij die twee verschillende kalenders kan dat dus per jaar een datumverschil opleveren van één tot zelfs vijf weken.
Dit keer liggen ‘ons’ en jullie Pasen maar een week uit elkaar. Dat houdt in dat hier maandag de ‘Megali Ebdomada’ begint, oftewel de Grote Week, die helemaal in het teken staat van de lijdensweg van Christus. Het is ook de laatste week van de vastenperiode, en de strengste. Ik herinner me nog heel goed dat ik in ons eerste jaar hier – we waren net elf dagen daarvoor geëmigreerd – mijn verjaardag wilde vieren met een lekker etentje op een terras aan zee. Helaas viel die dag midden in de Megali Ebdomada en hadden we de keuze uit een zeer magere salade en een mager visje. Nu ben ik niet gek van salade, en doe je me al helemaal geen plezier met een vis vol graten, dus uiteindelijk hebben we thuis maar iets in elkaar geflanst. Een uitgebreid verjaardagsfeest geven is ook ‘not-done’ in die periode. Het is een week waarin luidruchtig feesten echt taboe is, en zelfs een rustig feestje thuis is al lastig, omdat je Griekse gasten vanwege het vasten alle heerlijkheden die je op tafel zet beleefd maar consequent weigeren.
Na een paar van dit soort ‘bloopers’ rond mijn verjaardag vier ik die dag dan ook eigenlijk alleen nog maar in huiselijke kring. Met manlief, mijn vriendin en haar man die bijna ieder jaar overkomen om mij te feliciteren. Of ik maakte er een feestje van in Nederland, aangezien ik de laatste jaren in april meestal in Nederland was om de verjaardag van mijn moeder mee te vieren. Die valt namelijk twee weken eerder dan die van mij, waardoor het regelmatig gebeurde dat ik ofwel mijn verjaardag ofwel Pasen – Nederlands of Orthodox – ‘ver van huis’ vierde. Dit jaar is het voor het eerst anders. Ik ‘hoef’ immers niet meer naar Nederland om mijn moeders geboortedag mee te vieren. Die viert ze nu ergens op haar wolkje daarboven, ongetwijfeld samen met mijn vader. Het is goed zo, al zal ik op die dag natuurlijk even aan haar denken en mijn glaasje tsipouro in een verjaardagstoost naar de hemel heffen.
Dat ik deze aprilmaand niet in Nederland ben, is raar, maar aan de andere kant ook wel heel fijn. Voor het eerst in jaren maak ik het vroege Griekse voorjaar weer mee, en dat is echt genieten. Onze tuin is één grote kleurexplosie van geel (de gele klaver) en oranje (de goudsbloemen). Ook de Griekse margrietjes doen hun uiterste best met een zee van bloemen in het wit, roze en rood, zowel binnen als buiten ons tuinhek. We zijn er al aan gewend dat er regelmatig iemand voor de tuin stilstaat om een bewonderende blik op die bloemenzee te werpen, al dan niet met een camera in de hand. De leukste passant was een van onze buurjongens, een knul van een jaar of zeventien, die vorige week met zijn brommer plotseling stilhield voor de margrietjes buiten het hek. Toevallig stonden manlief en ik op het terras in de tuin, dus we zagen het gebeuren, maar hij had ons niet in de gaten. Tot onze verbazing zagen we dat hij zich vooroverboog en snel een boeketje plukte. We keken elkaar verbaasd aan, want wie verwacht dat nou van zo’n opgeschoten puber? Toen hij even later weer overeind kwam, zag hij ons pas staan. Hij begon een beetje verlegen te lachen en riep: ‘Yia tin kopella mou!’ Oftewel ‘voor mijn meisje’! En maakte zich vervolgens snel uit de voeten. Schattig, hè? Die knul gaat vast nog heel veel meisjesharten laten smelten in zijn verdere leven!
Mijn eigen manlief brengt me ook regelmatig een boeketje uit eigen tuin. Die zet hij dan naast mijn computer op het bureau neer, meestal vergezeld van een snelle kus. Veel tijd heb ik namelijk niet voor hem. Het tweede deel van de Rozen van Beekbrugge moet geschreven worden, en dat kost veel energie en concentratie. Daarom wil ik me bij voorbaat nu al verontschuldigen bij mijn vriendinnen, vrienden en bekenden die de komende maanden in Pilion zijn en het leuk hadden gevonden om mij te zien of te spreken. Om het boek op tijd in de schappen te krijgen, zal ik tot zeker eind juni heel, heel intensief bezig moeten zijn met schrijven. En ja, natuurlijk heb ik wel een beetje tijd over voor leuke dingen, maar hoe ik die uren door ga brengen, kan ik eigenlijk pas op het moment zelf zeggen. Ervaring leert dat ik behoorlijk asociaal kan zijn als ik midden in zo’n intensief schrijfproces zit. De buitenwereld wordt voor mij een vreemde planeet, en je moet echt niet raar opkijken als ik wat bot of anders-dan-anders reageer op een telefoontje of een goed bedoeld onverwacht bezoekje. Ik hoop echter dat het me vergeven wordt, en laat het je alsjeblieft niet weerhouden om mij een mailtje of sms’je te sturen als je toch echt graag iets met me wilt afspreken. Als je me kent, weet je ongetwijfeld ook dat ik té veel van het gezelschap van goede vrienden hou om een echte kluizenaar te worden, hoe belangrijk het boek dat ik aan het schrijven ben ook voor me is!
Kortom, het wordt gewoon weer een gezellige zomer hier in Pilion. Voor nu wens ik jullie daar in Nederland een fijn en vooral gezellig Paasweekend. En ik hoop dat ook jullie voorjaar heel snel heel veel bloemenpracht zal brengen… 🙂