De reis naar NL op zaterdag 29 juni, begon lekker relaxt, ik ben gewoon met eigen auto om 16.30 van huis vertrokken. Bij aankomst op de warme luchthaven van Neo Anchealos (Volos Airport) bleek al snel dat de Eurowings-vlucht naar Düsseldorf twee uur vertraging had. Het was heet en druk in de wachthal, maar liefst drie vluchten vertrokken die avond met vertraging, iets waar de airco-loze ruimte niet op berekend was. Gelukkig was het in de open binnentuin voor rokers iets koeler, en de tijd verliep eigenlijk nog wel snel, want ik voerde er onverwacht mooie en gezellige gesprekken met een aantal medepassagiers. En kon gelukkig ook de van tevoren gereserveerde taxi bereiken, die me tegen een meerprijs ook later wel op wilde halen. In plaats van 21.40 kwamen we na een wat hobbelige vlucht uiteindelijk pas om 23.45 in Düsseldorf aan, te midden van zware onweersbuien, maar gelukkig wel net voor de nachtsluiting van het luchtruim om middernacht.
Bij de bagagehal was het druk met wachtende passagiers. Al snel kregen we te horen dat het uitladen van alle vliegtuigen was stopgezet vanwege de veiligheid van het grondpersoneel omdat er een grote onweersbui was losgebarsten. Balen, maar een half uur later begonnen de banden weer te ratelen en rolden om ons heen koffers van de band. Helaas niet bij onze band… Het werd later en later, inmiddels was het bij tweeën en werd het de nog steeds wachtende taxichauffeuse echt te gek. Begrijpelijk, maar de hoop op snelle afhandeling was groot, want alle andere banden waren al een halfuurtje leeg, dus die van ons was nu echt aan de beurt, tenminste… zo leek het. Na nog wat praten en een extra € 50 wilde de taxi gelukkig nog tot halfdrie wachten, maar dat was echt de limit.
Alleen… de bagage kwam niet. De taxi was inmiddels weggegaan, en daar stond ik, samen met nog een heleboel anderen, waaronder ouderen en kinderen. Geen officials te zien, geen informatie, geen toegang tot eten en drinken… En niemand die wist hoelang het nog zou duren. Weggaan, zoals een aantal passagiers deden, was voor mij geen optie. Waar moet je heen, midden in de nacht, zonder vervoer, in je uppie? Een bezorgde zoonlief belde rond drie uur om te vragen hoe het ervoor stond. Die was net klaar met werken, maar na het aanhoren van alle problemen stapte hij spontaan alsnog in de auto om mij op te komen halen, een rit van anderhalf uur. Tegen die tijd moest de bagage er wel zijn, toch?
En ja! Om 04.25 rolde mijn koffer dan toch eindelijk van de band. Achteraf hoorden we dat er tussen 00.00 en 04.00 niet gewerkt werd op de luchthaven, en hoewel de andere vluchten dus nog wel afgewerkt waren door de avondploeg, hadden ze die van ons bewaard voor de ochtendploeg… Echt niet te geloven! Maar goed, zoonlief was inmiddels op de luchthaven gearriveerd en meldde dat hij bij de arrivals stond. Opgelucht liep ik met koffer naar buiten, maar wie er stond… geen zoonlief. Telefoon er weer bij – nog vol opgeladen gelukkig met dank aan de powerbank in de handbagage! – en toen, na enig ‘waar ben je dan? Ik ben hier, ik ook, maar ik zie je niet…’ stelde hij voor dat ik naar de centrale hal zou komen. ‘Bij het treinstation, je weet wel, mam, daar ben je al zo vaak geweest…’ ‘Ik sta bij de ingang van het station,’ zei ik fronsend. ‘Sky train naar Flughafen Hauptbahnhof.’ En toen viel er een lange stilte, want opeens drong het gelijktijdig tot ons door: hij stond op Schiphol, ik op Düsseldorf…
Tja, dat was wel even een ‘o nee!’ moment. Ik vond het voor hem nog het ergste. Na een lange, vermoeiende werkdag alsnog drie uur totaal rijden om je moeder op te halen en dan ‘op de automaat’ naar de verkeerde luchthaven rijden… Dat verzin je niet! Maar goed, het was gebeurd, niets meer aan te doen. Van ophalen kon geen sprake meer zijn, hij moest na een paar uur slaap weer aan het werk en inmiddels was het ochtend geworden en kon ik vast wel weer een taxi regelen. Dus hingen we allebei een beetje aangeslagen van dit bizarre moment weer op en besloot ik eerst maar eens een kop koffie te nemen met een croissant, aangezien de coffeecorner in de hal sinds een paar minuten open was gegaan.
Bij de koffie probeerde ik via de website een taxi te regelen, maar er was geen enkele vervoerder die zin had om mij om halfzes op te halen voor een rit naar Nederland, dus dat ging niet door. Dan maar naar buiten voor een taxi… helaas, taxistandplaats leeg. Maar de eerste treinen zouden om zes uur gaan rijden! Dan maar naar het luchthavenstation met de sky train en van daaruit zou ik dan wel verder zien. In de sky train zat een lieve Duitse mevrouw die net haar man naar het vliegveld had gebracht. Ze sprak vloeiend Nederlands omdat ze jaren daar had gewoond en na het aanhoren van mijn verhaal riep ze spontaan uit dat ik op haar vervoersbewijs meekon naar Mönchengladbach. Daar kon ik dan de trein nemen naar Enschede. Bij alle ellende een geschenk uit de hemel, want zo onverwachts je weg zien te vinden in het Duitse openbaar vervoersnet valt niet mee als buitenlander. Dankzij haar stapte ik via het luchthavenstation en het Düsseldorf International Hauptbahnhof om 07.38 keurig in Mönchengladbach op de trein die me naar Dülmen zou brengen, alwaar ik veertig minuten tijd had om over te stappen op de trein naar Enschede.
De rit naar Dülmen duurde anderhalf uur, eindelijk tijd om even mijn ogen te sluiten, want jeetje, wat was ik moe na alle avonturen. Het werd een hazenslaapje, echt onder zeil gaan durfde ik niet, zo in mijn uppie met alle bagage om me heen. Bovendien moest ik heel nodig naar het toilet, maar helaas bleek het treintoilet afgesloten. Dat moest maar wachten tot Dülmen, waar ik alle tijd had. Zodra de trein stilstond, drukte ik al op de open-de-deur-knop, maar er gebeurde niets. ‘Buiten gebruik,’ wees een medepassagier behulpzaam naar een van de vele stickers op de deur. Dus hup, met de grote koffer door het smalle gangpad naar de volgende deur. Ook buiten gebruik! Snel verder naar deur drie… maar ja, te laat! We reden alweer…
Ik geef ruiterlijk toe dat ik een paar flinke vloeken door de trein heb laten knallen. Dit kon er ook nog wel bij! Ik had geen idee hoelang het zou duren tot aan het volgende station, geen idee wanneer er een trein terug naar Dülmen zou gaan, en inmiddels stond mijn blaas echt op knappen en het huilen me nader dan het lachen! Maar gelukkig bereikten we al na vijf minuten het volgende station, ging de deur zowaar open en kon ik op zoek naar een toilet. Alleen… dat was er niet. Ik stond als enige passagier op een verlaten station in the middle of nowhere met nergens een stationsgebouw in zicht. Wel wat lage begroeiing langs het perron… Ik heb me dus maar schuldig gemaakt aan wildplassen, je moet toch wat, nietwaar? En daarna ben ik eerst maar eens hoofdschuddend op een bankje gaan zitten met een sigaretje om even bij te komen. En zie, ik had geluk. De trein terug naar Dülmen kwam al na tien minuten, op het perron aan de andere kant, bereikbaar via hoge trappen af en op (heel leuk met een zware koffer als je al meer dan vierentwintig uur niet hebt geslapen!), en met acht minuten speling haalde ik daar toch nog de beoogde trein naar Enschede waar schoondochter en kleinzoon me op zondagochtend om elf uur eindelijk in de armen konden sluiten. Doodmoe, onder de blauwe plekken van het koffersjouwen maar heel blij dat het uiteindelijk allemaal toch was gelukt zat ik een uurtje later aan de koffie op de bank in Bentelo. En geloof me, kleinzoon Kai eindelijk in mijn armen te kunnen houden was echt de mooiste beloning die een oma kan krijgen na zo’n horrorreis vanuit het verre Griekenland.
Nu, een dag later, na een goede nachtrust in de nabijgelegen b&b Erve de Bosch, is de horror alweer aardig vergeten en zie ik er gelukkig toch ook de humor wel van in. Want zeg nou zelf, zoveel bizarre belevenissen op wat een supersnelle, makkelijke reis had moeten zijn – dat verzin je zelfs als romanschrijfster niet… 🙂
♥♥♥