Koorzanger

En daar is de column dan toch, een paar dagen te laat weliswaar, maar dat kwam omdat mijn hoofd gevuld was met watten vanwege een verkoudheidje. En toen de watten verdwenen waren, moest ik eerst nog een redactieopdracht met deadline afmaken. Vervolgens stond er ook nog een tandartsafspraak in de agenda, dus vandaar de vertraging. Ik mag dan een soort van gepensioneerd zijn, mijn dagen zijn en blijven gevuld. En die agenda wordt ook nog eens steeds voller, want over drie weken staat er een lang weekend naar Florina op het programma, een stad in het noordwesten van Griekenland. Ik zeg er maar meteen bij dat de 1 juni-column daardoor hoogstwaarschijnlijk ook een paar dagen later zal verschijnen, want ik zal die eerste juni pas laat in de avond weer in Pilion arriveren.

Het gaat namelijk om een gezellig driedaags groepsreisje met vele interessante uitstapjes. Hoofddoel echter is een zangoptreden tijdens een groot koorfestival dat in het teken staat van de liederen van Mikis Theodorakis. Nu moet u weten dat ik van mijn leven nog nooit in een koor heb gezongen. Met uitzondering van toen ik vier jaar was, en ik een zeer korte periode in het Vlaardingse kinderkoor van Jo Mulder zat, waar we Vogeltje Wiedewiet zongen en ik tijdens de generale repetitie van het toneel in de orkestbak donderde. Mijn vader daarentegen zong al zo lang ik me kan herinneren met veel plezier in een klassiek mannenkoor, maar zelf heb ik in mijn volwassen leven echt nooit, maar dan ook werkelijk nooit die behoefte gevoeld om samen met anderen luidkeels liederen ten gehore te brengen. Integendeel. Als ik weleens luidkeels zing, dan is dat tussen de schuifdeuren, alleen ik en mijn gitaar.

Dus toen onze vrienden uit Kala Nera mij eind maart uitnodigden om nou toch eindelijk eens een keer met hen mee te gaan en lid te worden van Xortodia, het Zuid-Pilionse koor waar zij en nog meer bekenden van mij al enkele jaren toe behoren, had ik in eerste instantie zoiets van: o nee, dat is helemaal niets voor mij, dank je wel! Ten eerste dus omdat ik geen koormens ben, en ten tweede omdat het koor plaatselijk niet echt bekend staat om de perfecte zangkunst. Iets wat mij ook al eens was opgevallen toen ik een paar jaar geleden aanwezig was bij een kerstoptreden in Volos. Nu ben ik zelf ook niet zo stemvast, maar tussen de schuifdeuren valt dat niet op. Als je op een toneel staat, is het anders. Toch?

De vrienden wuifden mijn bezwaren luchtigjes weg en kwamen met allerlei redenen waarom ik het gewoon wél moest doen. Eén daarvan was dat ik broodnodig weer eens onder de mensen moest komen, iets wat na de toch wat eenzame winter een hele goede was. Maar de reden die mij uiteindelijk over de streep trok was toch wel het eerder genoemde uitstapje naar Florina. ‘Joh, dat zingen is helemaal niet belangrijk,’ zeiden de vrienden. ‘Dat reisje, dat is pas leuk! Alles georganiseerd, hotel, eten, stadswandelingen met gids en een hoop gezelligheid. Drie dagen weg voor een halfuurtje op een toneel zingen, dat is toch prachtig? Doe het nou maar. Wat heb je te verliezen?’ Ik pruttelde nog wat over mijn rugproblemen, maar ook dat werd van tafel geveegd. ‘De helft van het koor is op respectabele leeftijd en loopt moeilijk, dus dat komt helemaal goed, geen zorgen!’ En toeval of niet, juist in die tijd zei Ioannis (mijn manueel therapeut) dat het goed voor me zou zijn om de komende maanden meer dingen te doen die buiten mijn comfortzone vielen. ‘Je moet de sleur doorbreken, en nieuwe doelen vinden. Kleine, te overziene doelen. Dat is goed voor je genezingsproces.’

Nu valt zingen in een koor heel, héél erg buiten mijn comfortzone. Een groepsreisje naar Florina is nieuw voor mij, en drie dagen op stap is natuurlijk een best te overzien en ook niet al te groot doel. Allemaal dingen die volgens Ioannis goed voor mij zijn. De vrienden verzekerden me dat als het koorzingen me echt, echt, echt  niet beviel, ik er na het uitstapje gewoon weer mee kon ophouden. ‘Maar dan heb je wel een leuk reisje gemaakt!’ voegden ze er nog aan toe. En toen ze me ook nog eens aanboden om iedere week bij hen in de auto mee te rijden naar de repetities, kwam ik er eigenlijk niet meer onderuit. Ik heb het nog uit kunnen stellen tot na de Pasen, vanwege het bezoek van onze zoon met gezin, maar… sinds vorige week woensdag ben ik dus inderdaad lid van een zangkoor!

Het voelt nog heel onwennig. En om eerlijk te zijn word ik er ook een beetje giechelig van. Twee keer ben ik nu geweest en het is de bedoeling dat ik over drie weken de altpartij van maar liefst vijf liederen onder de knie heb. Inclusief de Griekse tekst, met daarin woorden waarvan je tong meteen in de knoop raakt. In een van de liederen zingen sopraan, alt, tenor en bas ook nog eens allemaal een andere – Franse dit keer! – tekst door elkaar heen. Een mens raakt van minder de kluts kwijt. Gelukkig heb ik een plaats gekregen naast een hele lieve Griekse dame, die heel goed kan zingen en precies weet hoe je zo’n blad vol noten moet interpreteren, iets wat ik heel, heel lang geleden weleens heb geleerd, maar nooit echt geoefend hebt. Kortom, een hele uitdaging dus, maar toch wel een leuke. En is dat niet wat een mens nodig heeft?

‘Het hoeft niet allemaal perfect te zijn, als je maar lol hebt,’ verzekeren zowel de vrienden als de andere koorleden mij keer op keer. Alleen is dat best lastig voor iemand als ik die perfectionisme hoog in het vaandel heeft staan. Die hoge lat loslaten en gewoon met ‘the flow’ meegaan is niet iets waar ik in uitblink, maar ik denk dat het na de moeilijke afgelopen maanden wel heel erg goed voor me kan zijn. En daarom… Daarom ga ik dus over een paar weekjes lekker een paar dagen naar Florina. Als koorzanger. En wie had dat nu ooit van mij gedacht? Nou, ik zeer zeker niet…

 

Over humor en schaterlachen

In het Griekse restaurant Palladion in mijn geboortestad Vlaardingen, waar ik een aantal jaren geleden een zeer gezellige schrijvers-ontmoetingsavond met mijn lezers organiseerde – inclusief muziek, hapjes, drankjes én voorlezen uit eigen werk – wordt vanaf 1 april alleen nog maar Grieks gesproken. ‘Omdat wij voor dé ultieme Griekenland-ervaring gaan…’ schrijft Dimitri op hun Facebook-pagina. De Nederlandse bediening heeft een stoomcursus Grieks gedaan en voor de gasten liggen er taalgidsen Nederlands-Grieks en andersom klaar. Een aanvullende taalcursus bij Dimitri behoort ook nog tot de mogelijkheden voor wie er serieus werk van wil maken. Ik vind het een supergoed idee. Het is een goede voorbereiding op het uit eten gaan tijdens je vakantie in Griekenland, toch? Met zinnetjes als: Zoiets lekkers heb ik nog nooit geproefd – Den écho dokimásei poté káti tóso nóstimo… of Meer wijn alsjeblieft – Parissótero krasí parakoló … en Groetjes aan de chefChairetísmata ston sef verover je ongetwijfeld de harten van het taverne-personeel en ben je vrienden voor het leven!

Het is natuurlijk een (wat mij betreft goed geslaagde) 1-april-grap, en heel wat beter dan wat de Gemeente Vlaardingen bedacht had: een officieel schrijven aan het plaatselijk zeer bekende Café Mes om de naam te wijzigen aangezien de gemeente een zero-wapenbeleid voert en de huidige naam op de gevel vooral bij jongeren agressie zou kunnen opwekken. Was deze ‘grap’ op 31 maart naar buiten gebracht, dan was het misschien nog goed gegaan, maar dit gebeurde ruim een week eerder. Slechte timing, en een slechte, ongepaste ‘grap’, want nog geen paar weken ervoor hadden er maar liefst twee dodelijke mes-incidenten in de stad plaatsgevonden. Dat gecombineerd met een officiële gemeentewoordvoerder die glashard volhield dat het bloedserieus was, maakte dat niet alleen de lokale pers maar ook de lándelijke media er bovenop sprongen. Een typisch voorbeeld van mislukte humor dus.

Goeie humor maakt het leven wel leuker, dat is een feit. Het helpt ook om je huwelijk gezond te houden. Kunnen lachen om jezelf en met elkaar is absoluut een vereiste in iedere relatie, dat durf ik na vijfenveertig jaar huwelijk wel te stellen. Dat, en samen kunnen huilen. Ook heel belangrijk. Maar mooier is natuurlijk het ‘huilen van het lachen’. Dat deed ik vroeger vaker dan tegenwoordig, maar zo heel af en toe heb ik gelukkig nog weleens zo’n gierende en niet te stoppen lachbui, en hoe heerlijk bevrijdend is dat! Dan kun je er weer dagen tegenaan. De aanleiding is meestal iets heel meligs, zoiets waarbij de ander denkt van ‘huh? Wat is hier nu grappig aan?’ Een reactie die de lachbui alleen maar aanwakkert, en aangezien lachen zeer aanstekelijk is, is de kans groot dat je uiteindelijk toch sámen gezellig op de bank zit te schuddebuiken.

Ik ben blij dat ik het af en toe nog kan, dat huilen van het lachen. Zo heel veel valt er immers niet meer te lachen in het grimmige leven van de volwassen mens. Juist daarom is het zo belangrijk om je gevoel voor humor niet te verliezen en toch ook de absurde dingen in datzelfde leven te blijven zien. In dat opzicht kunnen we veel leren van baby’s en peuters, die hun vrolijke kijk op de wereld nog niet hebben verloren en kunnen schateren om een doodgewone niesbui van een volwassene, om een dwaas spelletje als kiekeboe of om een onverwachts omvallende blokkentoren… Om maar even wat te noemen. Van schaterende kinderen wordt een mens vrolijk, en een beetje vrolijkheid na de afgelopen lastige maanden kan ik persoonlijk heel goed gebruiken. Naar de komst van onze kleinzoon – en niet te vergeten onze lieve zoon en schoondochter – kijk ik dan ook al weken reikhalzend uit. Het wordt het eerste bezoek hier van onze hummel en behalve superleuk vinden we het ook best wel een beetje spannend. Misschien schrikt Kai zich wel helemaal te pletter als hij die malle gezichten uit de telefoon voor het eerst levensgroot in het echt ziet! En dan willen ze hem natuurlijk ook nog eens helemaal platknuffelen! Pff, je zou van minder de kluts kwijtraken…

Onze Griekse buurvrouw Machi kan trouwens ook niet wachten tot het zover is. In haar guesthouse aan de overkant van de straat brengen we meestal onze familie en goede vrienden onder, waardoor we haar in de afgelopen vijftien jaar eigenlijk wel een beetje als ‘familie’ zijn gaan beschouwen. Ze behoort al lang niet meer tot de jongsten en ik vind het dan ook best bijzonder dat zij niet alleen de bezoeken van mijn moeder nog van dichtbij heeft meegemaakt, maar ook onze zoon heeft zien opgroeien van lange vrijgezelle slungel tot ‘aanstaande vader met baard’. Ze was bijna net zo blij als wij toen we haar vertelden dat Kai gezond en wel was geboren. En natuurlijk laten we haar regelmatig foto’s en filmpjes van hem zien, die ze altijd onder het slaken van die heerlijke Griekse oma-kreetjes bekijkt. Ik weet dan ook wel zeker dat onze Kai niet alleen van ons maar ook van haar een innige knuffelpartij te wachten staat.

Maar april staat natuurlijk niet alleen in het teken van het (klein)zoon-bezoek. Voor de Grieken is de aanloop naar Pasen al in volle gang. Het is vergelijkbaar met ‘onze’ drukke decembermaand, want in Griekenland is niet Kerst maar Pasen het belangrijkste religieuze feest. Een feest dat in familiekring en het liefst in het geboortedorp wordt gevierd, ingeleid door indrukwekkende en traditionele kerkrituelen. Met op eerste paasdag lam aan het spit of uit de oven, gevolgd door vele uren van muziek en dans. In de week voor en na de Pasen ligt het halve land stil, want de meeste mensen plakken er ook nog eens hun vakantie aan vast. Om voor te bereiden of uit te rusten van al dat paasgedoe…

Al met al wordt het dus een drukke maand hier in ons Griekse huisje, en des te fijner is het dat het met mijn rug momenteel redelijk tot goed gaat. Ik zit op zo’n 85 tot 90% van mijn herstel, niet slecht als je bedenkt dat ik in het begin van dit jaar nauwelijks een stap kon zetten. We blijven voorzichtig, dat wel, en met mijn huidige wandeltempo ga ik de Nijmeegse vierdaagse zeer zeker niet in vier dagen redden, maar dat hoeft ook niet. Als ik volgende week schaterlachend met mijn kleinzoon over het strand kan lopen is het paaswonder wat mij betreft dit jaar al vroegtijdig geschied…

♥♥♥

 

Bijna voorjaar!

De lente hangt in de lucht. In ieder geval bij ons in Pilion! De voorjaarsbloemen komen ineens overal tevoorschijn en ik heb dat deze week met eigen ogen kunnen aanschouwen, want voor het eerst in lange tijd was ik in staat om iets verder te lopen dan de 200 meter van onze straat. Het zonnetje scheen, de vogeltjes floten er vrolijk op los, en mijn benen brachten mij zonder pijnscheuten helemaal naar het beroemde Huis met de Blauwe Deur dat aan het eind van het ‘grote’ strand in ons dorpje ligt. Dat huis is er zo eentje dat tot ieders verbeelding spreekt en ik heb dan ook al vaak de vraag gekregen of het te koop is, omdat het lijkt alsof het altijd leegstaat.

Het antwoord is nee. In ieder geval niet dat ik weet. Ik heb ook geen idee wie de eigenaar is, maar ik weet wel dat er in de zomermaanden regelmatig mensen verblijven. Een zomerhuis dus, zoals er zovelen hier in ons dorp zijn. Vroeger heb ik er weleens naar gevraagd bij mijn oudere dorpsgenoten, maar een duidelijk antwoord heb ik nooit gekregen. Het schijnt ooit gekocht te zijn door een Argentijnse miljonair die er een paar jaar heeft gewoond, maar of dat klopt kan ik nergens terugvinden. Ik heb ook geen idee of de huidige gebruikers van het pand nazaten zijn van die man, of dat het huis in de loop der jaren in andere handen is overgegaan. Hoe het ook zij, dit huis is zo ongeveer het meest gefotografeerde huis van Kato Gatzea dankzij de unieke bouwstijl en natuurlijk de ligging direct aan zee. Hoewel dat laatste misschien wel fotogeniek is, maar praktisch gezien een ellende. Koud, nat en vol schimmel, zo moet het er binnen aan toe zijn. Niet echt gezond om er te wonen dus, wat waarschijnlijk ook de reden is dat er alleen in de hete zomermaanden achter de hoge muur iets van leven is te zien.

Voorlopig is er nog geen sprake van leven in de brouwerij, niet in het huis en niet in het dorp. Het ligt er stil en vredig bij, met hier en daar een moeder achter de kinderwagen of een bestelauto die goederen aflevert bij de tavernes die in de winter – op twee na – eigenlijk alleen in het weekend open zijn. En dan ook alleen nog als het mooi weer is, want bij regen en kou zien de mensen uit Volos het ook niet zitten om de kustdorpjes van Pilion een bezoekje te brengen. En geef ze eens ongelijk. Dit weekend zijn ze echter wel allemaal open, want komende maandag is het Kathera Deftera (Schone Maandag, het begin van de vastenperiode), wat betekent dat de meeste Grieken vrij zijn. Behalve dat was het gisteren, vrijdag 28 februari, twee jaar geleden dat de grote treinramp bij Tempi plaats heeft gevonden. Er was opgeroepen tot een algehele staking en demonstraties als protest tegen de manier waarop de treinramp in de Tempi-vallei is afgehandeld. Bij deze ramp kwamen 57 mensen, voornamelijk jonge studenten, om het leven. De regering van Mitsotakis lijkt tijdens het onderzoek naar de schuldvraag het een en ander in de doofpot te hebben gestopt: bewijsmateriaal is vernietigd en belangrijke getuigen zijn dood of op zijn minst onder verdachte omstandigheden om het leven gekomen.

Dat heel Griekenland zich achter de nabestaanden schaart en openheid eist van de regering werd gisteren wel heel duidelijk. Letterlijk honderdduizenden Grieken gingen de straat op, ook in Volos, waar zich in het centrum zo’n 30.000 demonstranten verzamelden. Dat is 1 op de 6 inwoners van de stad, een ongekende opkomst. De demonstraties in het hele land verliepen vreedzaam, alleen in Athene waren er een aantal relschoppers die de boel verstoorden. En dat juist dat dan in de buitenlandse nieuwsuitzendingen wordt getoond, is jammer, want de vreedzame saamhorigheid die gisteren in heel Griekenland ervaren werd, ook in Athene, was duizendmaal groter dan de agressie die de media in beeld brachten. Of het protest iets zal opleveren blijft natuurlijk de vraag, maar het feit dat zoveel mensen bereid waren om het werk neer te leggen en de straat op te gaan zegt natuurlijk wel het een en ander over hoe men hier over de huidige regering denkt. Het is te hopen dat die er iets mee doet, en dat er in ieder geval op korte termijn duidelijkheid komt voor de nabestaanden.

Na de emotionele dag van gisteren gaat vandaag het dagelijks leven weer z’n normale gangetje. De carnavalstijd loopt maandag ten einde, wat betekent dat er dit weekend nog volop gefeest zal worden. Ons dorpje zal het ongetwijfeld druk krijgen, want het is prachtig weer. Kato Gatzea en Kala Nera liggen op nog geen halfuur van de grote stad en wat is er nu leuker dan een zonnig zondags uitje naar het strand met vrienden of familie? Toeristen zijn er nog niet veel op dit moment, die komen pas rond de Pasen, dat dit jaar gelijktijdig valt met Pasen in Nederland. Op twintig april dus, en dat betekent dat ik op tweede paasdag jarig ben.

Vieren doe ik het ongetwijfeld eerder: als alles goed gaat, komt onze kleinzoon namelijk met zijn papa en mama begin april een weekje hierheen! Dat wordt heerlijk knuffelen, genieten en nog eens genieten. Zeven maanden geleden is het dat we elkaar ‘live’ hebben gezien. Toen was Kai nog een echte baby, nu loopt hij als een kievit, trekt alle laden en kastjes open en weet precies hoe een telefoon werkt. Het zal best even wennen zijn, zo’n actieve dreumes in en rond ons oude vandagen huisje, maar gelukkig hebben we dankzij de kattenkwaadstreken van kleine Katinka al een aardig idee wat ons te wachten staat. Kittens en dreumesen verschillen vast niet zoveel van elkaar, dus dat komt wel goed. En die rug van mij is over vijf weken ook gewoon weer helemaal in orde, want deze oma wil natuurlijk wel samen met haar kleinzoon over het strand kunnen wandelen. En zoals het er nu in dat heerlijke lentezonnetje naar uitziet, gaat dat helemaal goed komen. We doen er in ieder geval ons uiterste best voor!

♥♥♥

 

Herfstgedachten

Wat ik het mooiste vind aan de herfst zijn de kleuren. Warm rood, donkergeel, paars… ik houd ervan. Net als van de zware grondgeur die je het beste opsnuift als je door zo’n prachtig gekleurd herfstbos loopt. Wanneer er dan ook nog een stralend zonnetje aan de diepblauwe lucht staat, dan ben ik een genietend, gelukkig mensenkind.

Zo’n dag is het vandaag, de eerste november, hier in Pilion. Ik heb voor ik mij aan het bureau zette om deze column te schrijven, zeker een kwartier plat op mijn achterste op het paadje in de tuin gezeten om te genieten van wat de herfst met onze ongedwongen Griekse cottagetuin doet. En zittend op het koude beton voelde ik me ongelooflijk dankbaar dat ik zo gelukkig ben om juist dat te kunnen doen: genieten van de kleuren, de geuren, het weelderige groen en de weldadige nazomerrust in ons kleine dorp.

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik heb zulke ‘bewust genieten-kwartiertjes’ tegenwoordig heel hard nodig om niet overspoeld te worden door alles wat er op dit moment in de rest van de wereld gebeurt. Hoe diep is de mensheid gezonken als machtswellustelingen als Netanyahu, Trump en Putin kunnen doen wat ze doen? Wat is er gebeurd met dat ‘gezonde verstand’ waardoor de mens zich zogenaamd zou onderscheiden van alle andere wezens op deze aarde? Waarom laten we toe dat steeds meer idioten dusdanig tekeer kunnen gaan dat angst, haat en dood een ‘normaal’ onderdeel van het dagelijks leven zijn geworden? Onbegrijpelijk, dat is het, en ik ben al lang geleden opgehouden om ook maar te probéren het te begrijpen.

Die machtsstrijd en het landje veroveren gaan namelijk onafgebroken door, ongeacht wat er zich verder nog afspeelt in de wereld, of het nu gaat om alles verwoestende orkanen of – zoals deze week – de ongekende regenval met de daaruit voortvloeiende catastrofale overstromingen in Zuid Spanje. Dat heeft volgens de deskundigen weer alles te maken met de veelbesproken klimaatverandering, het resultaat van decennia lange onverschilligheid voor de Enige Echte Machthebber op onze aarde: de natuur.

Dat Moeder Aarde de laatste tijd heel erg boos is op de mensheid vind ik niet zo vreemd. Ze heeft zich lang genoeg ingehouden, en meer dan voldoende waarschuwingen afgegeven. Geen wonder dat ze het zat is en besloten heeft dat wie niet luistert, dan maar moet voelen. En weet je, ik kan haar geen ongelijk geven, al vind ik het vreselijk dat het ook hier weer de onschuldigen zijn die er het slachtoffer van worden. Ik denk dan ook dat het met name daardoor komt dat ik me vanmorgen, gezeten op het betonnen tuinpad, zo uiterst dankbaar voelde voor alles wat diezelfde Moeder Aarde ondanks haar boosheid aan míjn kleine plekje in die grote boze wereld geschonken heeft…

Hoe fantastisch zou het zijn als ik de mensheid een kant-en-klare oplossing zou kunnen bieden voor wat er momenteel allemaal mis is met de wereld. Hoe geweldig zou het zijn om in het bezit te zijn van een toverstokje waarmee ik alleen maar hoefde te zwaaien om alle narigheid weg te vegen. Wat zou de wereld dan licht en vrolijk zijn! Maar helaas, dat toverstokje waar ik nu al jaren naar verlang is nog steeds niet bij mij gearriveerd, wat betekent dat ik ook nu weinig anders kan doen dan datgene accepteren waaraan ik niets kan veranderen.

En daarom zat ik dus vanmorgen dankbaar te wezen in mijn eigen herfstige Griekse cottagetuin, waaraan ik eigenlijk niets hóéf te veranderen omdat Moeder Aarde dat heel lief zelf al voor mij doet. Ieder seizoen opnieuw! Wat niet betekent dat ik blij ben met álles wat ze me geeft. Zo zag ik bijvoorbeeld heel goed dat ze mijn Hertshooi-plant heeft besprenkeld met wolluis, die ik op de een of andere manier weg moet zien te krijgen voordat ze de hele plant verzieken. En ik zag vanaf mijn plekje op het tuinpad ook dat mijn ‘ongedwongen cottagetuin’ nu wel een beetje héél erg ongedwongen wordt door het vele onkruid dat ik vanwege de hete zomer niet regelmatig heb verwijderd. Dus ja, ik heb me zeker voorgenomen daar binnenkort toch maar zelf verandering in te brengen.

Zo’n nieuw seizoen geeft me namelijk altijd een bult energie. De herfst is een prima tijd om jezelf voor te bereiden op lange, gezellige en comfortabele winteravonden binnenshuis, maar daar moet je natuurlijk zelf ook wat voor doen. Zoals je huis tochtvrij maken, een flinke houtvoorraad voor de kachel bestellen of je muren een andere kleur geven. Maar zeker ook zorgen dat je jezelf omringd weet door lieve, positieve en gezellige mensen, waarmee je die lange avonden kan doorbrengen. Niet voor niets luidt het spreekwoord ‘waar je mee omgaat, word je mee besmet’.

Ik mag me gelukkig prijzen dat ik heel veel lieve mensen in mijn omgeving heb, zowel dichtbij als virtueel. Menige ‘koffieklets’ (thee, tsipouro of water werken ook ) aan de keukentafel of aan beide kanten van het beeldscherm heeft mij weer doen lachen als ik me niet zo fijn voelde door wat dan ook. Dat is namelijk wat lieve, gezellige mensen doen: ze géven je energie! Niet-lieve, negatieve mensen zijn zuigers die zich beter gaan voelen door het opslurpen van jóúw positieve energie. Net zolang tot jij je leeg en ellendig voelt. Vervolgens gooien ze je aan de kant en gaan ze op zoek naar een volgend slachtoffer, want ze hebben bereikt wat ze willen: dat je je net zo leeg en ellendig gaat voelen als zij!

Ik weiger stelselmatig om voer voor zuigers zijn. Gelukkig ben ik nog steeds in het bezit van mijn gezonde verstand, en dat waarschuwt mij als er van die slurpers op mijn echte of digitale pad komen. Het vertelt me bijvoorbeeld dat ik met een grote boog om zo’n zuiger heen moet lopen, dat ik gewoon over kan schakelen naar een ander televisieprogramma zodat ik niet negatief beïnvloed word door idiote beweringen of dat het de hoogste tijd is om weer eens op mijn achterste op het tuinpad te gaan zitten. Al die dingen werken namelijk mee om mijn positieve energie te bewaren en me niet leeg en ellendig te voelen.

Ik ben ervan overtuigd dat als meer mensen naar hun gezonde verstand zouden luisteren de zuigers en negatievelingen heel snel uit ons wereldbeeld zullen verdwijnen. En het probleem van een boze Moeder Aarde is dan ook meteen opgelost, want lieve, positieve en gezellige mensen zijn nu eenmaal ook gewoon aardig. Voor zichzelf, voor anderen – en voor de natuur…

♥♥♥

 

Even eruit

De herfst heeft zijn intrede gedaan en dat betekent eindelijk weer ‘normale’ temperaturen. Nou ja, wat heet normaal. Vijfentwintig, zesentwintig graden, overdag soms oplopend tot dertig, zijn niet bepaald temperaturen die je met de herfst associeert. Nazomer… dat is denk ik een beter woord. En nazomer is wat we hier op dit moment hebben, waardoor de hitte lethargie langzaam verandert in ik-heb-er-weer-zin-in-om-wat-te-doen! De uitnodiging voor een Garden Concert in Mousgies, vlak bij Platanias in het zuiden van Pilion, was een mooie gelegenheid om eindelijk weer eens verder te rijden dan Volos of Kala Nera. Een goede gelegenheid ook om er een echt uitje van te maken, dus boekten we enthousiast een overnachting in een leuk hotelletje aan de boulevard van Platanias. Echt nodig was dat niet, hoor. Het is maar een uurtje rijden vanaf ons dorp, maar de weg is behoorlijk kronkelig en niet overal in perfecte staat. Overdag uitstekend te doen, in het donker wat minder fijn, zeker als je zoals ik steeds meer last van nachtblindheid hebt. Dan kun je beter niet meer achter het stuur gaan zitten als de schemering is gevallen, maar gewoon lekker een nachtje overblijven. En dat is precies wat we deden.

Sinds de overstromingen van vorig jaar waren we niet meer in het zuiden geweest. Platanias is een van de destijds zwaarst getroffen dorpen en nog steeds herstellende van alles wat daar is gebeurd. Maar het leven is verdergegaan, ook in Platanias. De boulevard zag er weer tiptop uit toen wij tegen halfvier bij het hotel parkeerden. De zon scheen, het grote hotelterras aan zee zag er uitnodigend uit en de eigenaar verwelkomde ons hartelijk. We kregen een 2-kamer appartement op de eerste verdieping toegewezen, wat gezien de wat lastig te nemen trap voor ons hoog genoeg was. Op zich was het een prima brede trap, hoor. Maar hij maakte al snel een vijfenveertig graden bocht, door middel van uitwaaierende treden die aan de linkerkant taps toeliepen. En de leuning in de bocht zat aan de smalle kant van de treden! Niet handig als je aan de smalle kant van een trap naar boven moet omdat je je vast wilt houden aan de leuning, en al helemaal niet als je in je andere hand bagage mee moet sjouwen.

Het appartement bleek zich uit te strekken langs de hele zijgevel, wat betekende dat er een hoge, grote kamer aan de boulevardzijde was en een wat kleinere aan de achterzijde, met elkaar verbonden door een smalle hoge gang waaraan zich een keukentje en een kleine badkamer bevonden. En ook een deur naar een ruimte die volgens het bord EXIT aan de buitenkant van onze kamerdeur als nooduitgang zou moeten dienen. Maar die deur zat op slot… Of misschien bedoelden ze met dat EXIT dat men zich in geval van nood via het balkon van ons appartement in veiligheid zou moeten brengen, dat kan natuurlijk ook. Daar hadden we er namelijk twee van, een aan de voor- en een aan de achterzijde.

Nu zijn we niet zo moeilijk als het gaat om hotelkamers voor één nachtje. Eenvoudig vinden we ook geen probleem. En het zag er ook allemaal echt netjes uit, schoon, alles keurig in de verf, fris wit en blauw, niets op aan te merken. Oké, de bedden waren nogal smal en voor ons oudjes erg laag bij de grond, en het nachtlampje aan manliefs kant deed het niet, wat we ook probeerden. Dat van mij bungelde er een beetje triest bij, de stoelen en kastjes wiebelden allemaal, en de douchekop had geen ophanghaak, maar goed, this is Greece, man! Voor één nachtje kun je daar wel mee leven, toch? En eerlijk is eerlijk, het hotel kon weinig doen aan de constante lawaai-overlast van de werkzaamheden aan de grote vissershaven-in-aanbouw, een kleine honderd meter links van het hotel. Met het oog op dat laatste besloten we in de achterkamer te gaan slapen, zodat we de volgende morgen niet gewekt zouden worden door het bouwlawaai, en omdat manlief graag onder iets zwaarders slaapt dan alleen een laken, haalden we bij gebrek aan dekbedden de dekens uit de kast tevoorschijn. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat ze eruit kwamen na de overstroming, want ze roken vreselijk muf. Ook niet zo erg, we hadden per slot van rekening een balkon waar ze voor het slapen gaan nog een paar uur konden luchten.

Het akoestische Garden Concert boven op de berg in de tuin van vrienden was heel gezellig. Weerzien met oude bekenden, mooie songs, prachtig gitaarspel, een uitgebreid buffet erna en dat alles in de romantische entourage van een Griekse nazomeravond. Met behulp van een zaklantaarn, m’n Nordic-wandelstok en m’n stevige schoenen met profiel kwam ik na afloop zelfs in het donker weer veilig van de berg af, en werd ik door andere lieve vrienden keurig met de auto bij het hotel afgezet. Manlief was vanwege de wat moeilijk bereikbare locatie in Platanias gebleven, zodat we elkaar voor het slapen gaan nog een hoop te vertellen hadden. Maar toen we na een uurtje het licht uitdeden, kwam er van slapen niet veel terecht…

Dat de Grieken graag een hard matras op het bed hebben, weten we. Maar er is wel een verschil tussen hard en keihard. En de matrassen op onze bedden waren helaas van de laatste soort. Verschrikkelijk. Alsof je op een plank lag. Ondanks de balkonuurtjes was de muffe geur van de dekens nog volop aanwezig wat bij ons ontaarde in om de beurt flinke hoestbuien. Om vier uur ’s nachts hadden we geen van beiden ook maar een paar minuten geslapen. ‘Als jij in het donker had durven rijden en ik niet zou weten dat de buitendeur van het hotel hermetisch afgesloten was, zou ik nu voorstellen om acuut te vertrekken,’ gromde manlief naast me. ‘Dat ontbijt morgenochtend gaan we ook niet doen. Ik wil zo snel mogelijk weg hier.’ En wat zelden bij ons voorkomt: dit keer was ik het roerend met hem eens!

Na die uitspraak zijn we gelukkig toch nog even in slaap gevallen, maar de volgende morgen zijn we na een snelle douche in de gevaarlijk glibberige badkamer heel snel ‘weggevlucht’. We vonden het wel een beetje zielig voor de werkelijk heel aardige eigenaar die we met het ontbijt lieten zitten, maar we konden het echt niet meer opbrengen om langer te blijven. Gelukkig waren onze vrienden een paar kilometer verderop al wakker en daar konden we bij een kop koffie rustig bijkomen van wat een niet echt ontspannen nachtje was geweest alvorens we de terugtocht naar huis aanvaardden.

Ondanks die slapeloze nacht was het al met al toch best een leuk uitje. En het hotel was zeker niet slecht, dat wil ik nog wel even benadrukken! Wat ik ervan heb geleerd is dat ‘eenvoudig en schoon’ voor ons niet meer voldoende is. We vergeten graag dat we niet meer de jongsten zijn, en inmiddels toch wel wat hogere comfort eisen stellen aan de accommodaties waar we voor ons plezier verblijven. Binnenkort zijn we vijfenveertig jaar getrouwd. Om het te vieren gaan we samen een weekje naar Athene. In een 4-sterrenhotel… 😉

♥♥♥