Vreemde capriolen

De heerlijk lange nazomer is hier inmiddels verdrongen door wat normaler herfstweer. Met nog steeds een zonnetje erbij valt het gelukkig erg mee; van guur, koud en somber weer is op dit moment geen sprake. Er is wel meer wind, wat betekent dat ons terras iedere ochtend vol ligt met de bladeren van buurvrouws notenboom. Aangezien buurvrouw in de winter in Volos woont, kieperen we de bijeengeveegde bladeren gewoon over de muur terug in haar tuin. Onze eigen abrikozenboom produceert meer dan genoeg gevallen bladeren om onze tuinplanten van een beschermende laag te voorzien, dus op die van haar zitten we echt niet te wachten.

Onze tuin ziet er trouwens nog steeds heel groen uit, maar dat komt voornamelijk door het weelderig opschietende onkruid, met name van de gele klaver. Die woekert in sneltreinvaart door de hele tuin heen, en hoewel ik zo hier en daar een gele bloemenzee in het voorjaar zeker kan waarderen, is het natuurlijk niet de bedoeling dat de klaver de hele tuin in bezit neemt. Normaal hebben we daar niet zo’n last van, omdat we de tuin in oktober altijd winterklaar laten maken door een paar stoere mannen. Maar ja, die warme nazomer, hè? Het liep echt de spuigaten uit, dus heb ik gisteren zes teilen klaver uit de tuin getrokken. Drie daarvan heb ik over het hek leeggekieperd in de tuin bij de achterbuurvrouw. En nee, dat is niet asociaal van me. Achterbuurvrouw heeft zo’n veertig kippen rondlopen, en die zijn gek op groenvoer. Het vervelende is alleen dat het hek aan de bovenkant scherpe puntjes heeft. Zo’n teil vol onkruid is best zwaar en als je die dan half boven je hoofd over een hek met puntjes wilt leegkieperen, dan kan het dus voorkomen dat je trui aan die puntjes blijft hangen. Vandaar dat het bij drie van de zes is gebleven, want tegen die tijd had ik behalve halen in mijn trui ook een paar fikse krassen op mijn arm opgelopen. Die andere drie heb ik toen maar op de composthoop leeggegooid, wat ook niet altijd even gemakkelijk was. Maar beter plat voorover op de composthoop dan bloedend aan het hek bungelen, toch?

Vreemde capriolen moest ik trouwens vorige week zondag ook al uithalen, tijdens een simpel op en neer wandelingetje naar Kala Nera. Het was heerlijk zonnig, er stond nauwelijks wind, en de temperatuur was zodanig dat ik mijn trui onderweg kon uittrekken. Het dorp was niet eens uitgestorven. Er liepen nog meer wandelaars rond, en ik zag zelfs een paar mensen in zee zwemmen. Ook de drie terrasjes die geopend waren, zaten behoorlijk vol met ‘koffiedrinkers na de kerkgang’. Zelf had ik niet zo’n zin om ergens iets te nuttigen, dus na een halfuurtje in alle rust op een bankje aan zee te hebben gezeten, besloot ik de terugtocht te aanvaarden. Het was inmiddels iets frisser geworden omdat het zonnetje verstoppertje speelde met de wolken en er stond ook meer wind vanuit zee. Aan het eind van de boulevard, waar de straat op de heenweg nog kurkdroog was geweest, sloegen nu de golven over de kade heen. Zo heel uitzonderlijk is dat overigens niet, hoor. Een stevige wind uit het zuiden gecombineerd met opkomend tij veroorzaakt op bepaalde plekken altijd van die hoog opspattende golven, dus ik dacht er verder ook niet over na.

Het zonnetje was intussen ook weer doorgebroken, wat de wandelvreugde alleen maar verhoogde. Tot ik de ‘heuvel’ bij camping Sikia afliep en eenmaal beneden tot de ontdekking kwam dat het strand waar ik op de heenweg zonder enig probleem overheen was gelopen inmiddels grotendeels verdwenen was! Nu mag je als ‘buitenstaander’ het campingterrein zelf niet betreden, maar in een geval als dit vind ik niet dat ik me daaraan hoef te houden. Het venijn zat echter in de staart, want tussen het eind van het campingterrein en het pad naar Kato Gatzea kun je alleen maar over het strand en is uitwijken niet mogelijk. Dat werd dus goed timen en een sprintje trekken wanneer de golven terugrolden om met droge voeten over te komen. Nu ben ik over het algemeen niet zo handig in dat soort dingen, maar het lukte me zowaar om al springend en rennend droog het pad te bereiken. Helemaal blij met mezelf liep ik bijna fluitend de boulevard van mijn eigen dorpje op – om na honderd meter tot de ontdekking te komen dat de golven ook hier tot aan de tuinhekken over de straat sloegen.

Natuurlijk had ik ervoor kunnen kiezen om een zijstraat in te slaan en ‘achterom’ naar mijn huis te lopen. Maar waarom zou je het makkelijk doen als het ook moeilijk kan? Het ergste wat me kon overkomen was een nat pak en daar ga je echt niet dood aan. Bovendien triggert zo’n spring- en rentochtje door de golven zeer zeker ‘het kind’ in een mens, zelfs als dat mens al aardig op leeftijd is. En dus legde ik in hinkstapsprong-tempo de laatste paar honderd meter naar huis af om de hoog opspattende waterdruppels en de achtergebleven plassen zo goed mogelijk te ontwijken. Dat lukte, maar op de hoek van de zijstraat naar ons huis werd het toch even penibel, want daar stond het echt helemaal blank, zoals je op de foto kunt zien. Eind goed, al goed. Het vergde weliswaar een paar laatste goed getimede sprongen, maar deze dame is toevallig wel zonder doorweekte schoenen thuisgekomen. En daar mag je als kersverse AOW’er toch best wel een beetje trots op zijn, vind ik zelf… 😉

♥♥♥

Kriebelbeestjes

We hebben een heerlijk warme nazomer, wat betekent dat niet alleen de flora, maar ook de fauna nog lang niet aan een winterslaap toe is. En dan heb ik het met name over de kriebelbeestjes die in een klimaat als het onze van voorjaar tot winter in overvloed aanwezig zijn… in de tuin of erger: in je huis. Meestal proberen we zo’n beestjesuitbraak te lijf te gaan met natuurlijke middelen. Zo staat er standaard een met geperforeerd aluminium afgedekt glas, half gevuld met azijn, op strategische plekken in onze badkamer en keuken.

Dat helpt niet alleen tegen de rioolvliegjes, maar ook tegen de fruitvliegjes in de zomer. Ze duiken door de gaatjes het glas in en verdrinken in de azijn. Misschien niet zo’n fijne dood, maar voor alles en iedereen toch beter dan een dot chemicaliën uit een spuitbus. Zien we in de keuken een colonne miertjes voorbijkomen, dan brengen we ze van het padje af door op de naad van muur en aanrecht een streep nootmuskaat of kaneel aan te brengen. Zijn we er vroeg genoeg bij, dan is dat voldoende om de uitbraak binnen de perken te houden. Zo niet, dan komt er toch zo’n spuitbus aan te pas, want ook al is onze lifestyle over het algemeen aardig milieubewust, soms is het gewoon echt nodig om gebruik te maken van chemicaliën. Die zijn ook niet voor niets uitgevonden, denk ik dan maar als ik op de knop druk.

Buitenshuis heb ik minder problemen met beestjes. Als ik in de tuin bezig ben, kom ik er heel veel tegen. Van de meeste heb ik geen enkel idee hoe ze heten of waar ze al dan niet nuttig voor zijn, maar zolang ze mij met rust laten, doe ik dat met hen ook. Leven en laten leven, nietwaar? Leuke beestjes zijn er ook, zoals de vrolijke vlinders in allerlei kleuren en maten, en natuurlijk de hagedisjes die goed gedijen in de warme zon. Hoe mooi die zijn, zie je eigenlijk pas goed als je de kans krijgt om een close-upfoto te maken. Wat helaas niet zo heel vaak gebeurt, omdat onze Krumpie zo’n beestje meestal eerder spot dan wij…

Met zoembeestjes heb ik meer moeite. Vooral voor wespen heb ik ontzag, al geldt ook hier de afspraak dat zolang zij mij met rust laten, ik hen rustig om me heen laat zoemen. Meestal vraag ik ze dan in gedachten beleefd doch dringend om alsjeblieft ergens anders te gaan zoemen, en wonder boven wonder helpt dat in de meeste gevallen. Anders wordt het als ze gaatjes gaan boren in de veranda om een nest te maken. Die gaatjes plak ik zo snel mogelijk af met plakband, wat over het algemeen voldoende is. Maar soms heb ik het niet in de gaten en ontstaat er toch ergens een wespennest. Zolang dat aan de veranda hangt, valt het nog wel simpel te verwijderen, zeker als het nog in een beginstadium is. Maar als het nest ongemerkt in een muur is ontstaan, dan heb je echt een probleem. Een groot probleem!

Dat overkwam ons dus een paar weken terug. Ik bespeurde ineens een toename aan wespen in de hoek naast mijn kantooringang. Ze vlogen af en aan, verdwenen achter de elektriciteitsleidingen en kropen blijkbaar zo de muur in, iets wat gezien de hoeveelheid wespen al enige tijd aan de gang was. Om bij mijn kantoor te komen, moest ik dwars door de aanvliegroute lopen, en daar was ik op z’n zachtst gezegd niet blij mee. Manlief – die het allemaal niet zo’n dringend probleem vond – beloofde er weleens iets aan te doen, en spoot er zo af en toe een buslading chemicaliën in. Dat hielp echter niet. De wespen bleven komen en het werden er steeds meer in plaats van minder.

Na weer zo’n gifactie van manlief stond ik samen met onze hulp op gepaste afstand voorzichtig om het hoekje te gluren om te zien of die krengen nu eindelijk eens een keer zouden begrijpen dat de muur verboden terrein was. Ineens voelde ik een piepklein prikje, dwars door mijn trui heen. In eerste instantie besteedde ik er eigenlijk niet eens aandacht aan. Tot het na een paar minuten steeds meer begon te jeuken en het tot me doordrong dat ik zeer waarschijnlijk geprikt was door een boze wesp. Nu ben ik in mijn leven al wel vaker door wespen geprikt, gelukkig altijd zonder allergische reactie, dus in dat opzicht kon ik mezelf gerust stellen. Minder leuk echter was de plek waar het beest had geprikt. Laten we het er maar op houden dat ik na een paar uur aan de linkerkant ietwat rondborstiger was dan aan de rechterkant.

Ik kan u nu uit ervaring vertellen dat een wespensteek op zo’n gevoelige plaats echt heel vervelend is. De zwelling en de jeuk verdwenen pas na een week, met achterlating van een grote blauwe plek. Gelukkig had manlief na dit voorval wel in de gaten dat er drastischer maatregelen nodig waren en heeft hij in plaats van gif het gat in de muur voorzien van een hele bus purschuim. Zelfs toen bleven de wespen nog dagenlang rond het nest zoemen om te proberen naar binnen te komen. Ik durfde echt mijn kantoor niet meer in. ‘Je moet geduld hebben, het duurt even voor ze het door hebben,’ zei manlief streng. Maar geduld is niet mijn sterkste kant, dus na een uitgebreide speurtocht op internet heb ik als ‘laatste redmiddel’ een glas met azijn gevuld, er een scheut citroensap in gespoten en er een handvol kruidnagels in gegooid. Dat heb ik samen met een doormidden gesneden ui onder de plek van het nest op de vensterbank gezet en zie… binnen een uur waren alle wespen weg.

Of de wespen het uit zichzelf eindelijk door hadden of dat mijn ‘wanhoopsactie’ daarbij een flink handje geholpen heeft… daar zijn de meningen hier in huis nog steeds over verdeeld. Maar één ding weet ik wel: dat glas blijft de komende tijd gewoon op de vensterbank staan, zeker weten 😉

♥♥♥♥♥

Kom van die bank af!

De Griekse vakantieperiode is grotendeels voorbij, wat betekent dat het gewone leven weer op gang komt. Een mooie gelegenheid om de kajak maar weer eens tevoorschijn te halen, vonden manlief en ik afgelopen zondag. De ergste vakantiedrukte is voorbij, waardoor er voor ons wat meer ‘ruimte’ komt om leuke dingen te doen. Begrijp me goed, ik vind het heel begrijpelijk dat mensen het heerlijk vinden om hier hun vakantie door te brengen. We hebben strand, zee, mooie natuur, leuke bergdorpjes en lekker eten. Een perfecte vakantiebestemming dus, vooral als je houdt van tropische temperaturen. Maar ja, wij zijn hier niet op vakantie, we wonen hier, en dat is toch net even anders.

Gelukkig is het jaarlijkse ‘vakantieleed’ bijna geleden, dus vandaar onze kajak-trip. Nu moet u zich daarbij niet al te veel voorstellen, hoor. Het is meer een ‘hoe zachtkens glijdt ons bootje over de Pagasitische Golf’ en dan ook nog eens binnen een radius van hooguit vier kilometer vanaf Kato Gatzea. Sinds de aanschaf twee jaar terug zijn we er wel heel wat handiger op geworden wat betreft het klaarmaken en in het water gooien van ons oranje gevaar. Naar buiten rijden, waterdichte container vastbinden, stoeltjes inhaken, kajak achter de brommer hangen… we draaien ons hand er niet meer voor om. Binnen het kwartier staan we tegenwoordig al ‘vaarwaardig’ aan het strand, en dat allemaal zonder noemenswaardig gekissebis! We leren het nog wel, manlief en ik.

Het was alweer een paar maandjes geleden dat we actief waren geweest, dus we besloten het niet al te heftig te maken. Het haventje tussen Kala Nera en ons eigen dorpje was ver genoeg, en leuk om eens een keer vanaf het water te bekijken in plaats vanaf het vaste land. Er lagen heel wat boten die we al peddelend bekeken hebben alvorens we de havenmond weer uit peddelden, en dat allemaal zonder in aanvaring te komen met de twee vissersboten die ondertussen de haven binnen tuften. Ik zei het al, we leren het echt! Het strand van camping Sikia ligt bij het haventje om de hoek, en dat is een prima stek om een welverdiende frappé te drinken. We moesten wel even om een paar rotsen en een zich daarop bevindende visser – inclusief vislijn –  heen manoeuvreren, maar ook dat leverde geen enkel probleem op. Al snel gleden we tussen de zwemmende en zonnende badgasten zo het Sikia-strand op. Kajak even omkieperen, zwemvesten uit en hup, aan de koffie. Een kind kan de was doen!

Dat de vakantie voorbij is, konden we goed merken. Het was heerlijk rustig op het terras, al staat het campingterrein zelf nog aardig vol met campers en caravans. Of misschien kwam die rust ook wel vanwege het feit dat halfelf nog redelijk vroeg is voor strandgangers. Tegen de tijd dat we onze koffie op hadden, begon het in ieder geval al wel weer wat drukker te worden. Dit keer moesten we behalve de zwemmers ook een aantal ‘suppers’ ontwijken. Dat is hier echt een rage aan het worden. Lijkt mij trouwens ook best leuk, zo’n board om al peddelend op te staan. Het heeft wel iets weg van surfen, en dat heb ik in het verleden ook een paar keer gedaan. Op zich ging dat best goed. Ik heb er namelijk een vreselijke hekel aan om met een plons kopje-onder te gaan, dus in no-time had ik dat blijven staan op zo’n ding onder de knie. Wegvaren ging ook prima, alleen het terugkomen was wel een dingetje. Ik weet nog goed dat ik aan de overkant van het meer het riet in werd geblazen, waardoor ik na heel veel pogingen om eruit te komen geen andere mogelijkheid had dan met de surfplank onder mijn arm lopend langs de oever van de plas terug te keren. Maar ja, zo’n surfplank bestuur je met een zeil en bij zo’n supboard heb je een peddel, dus misschien dat terugkomen dan niet zo lastig is.

Voorlopig echter hou ik het toch nog maar even bij de kajak, want zo soepel als vroeger zit mijn lijf allang niet meer in elkaar. Daar werd ik weer eens flink aan herinnerd toen ik de volgende ochtend uit bed stapte. Rug, schouders, nek… alles deed pijn! Tja, dat komt er dus van als je vanwege de veel te hete zomer gedwongen wordt om niet veel meer te doen dan bankhangen. ‘Rust roest!’ riep ik altijd tegen m’n oudere line dance-cursisten. ‘Je moet in beweging blijven. Stilstaan is achteruit gaan!’ Wekenlang bankhangen dus ook, dat kan ik u na deze hete zomer uit eigen ervaring vertellen. Gelukkig is het einde van het hangen in zicht. De 35+ temperatuur doet nog steeds haar best, maar gaat het in het september ongetwijfeld verliezen van de in aantocht zijnde herfst. Een klein beetje jammer is dat wel, want we hebben net vandaag onze nieuwe bank gekregen. Eentje die perfect is om lekker op te bankhangen en drie weken geleden al geleverd had moeten zijn volgens de verwachte afleverdatum op mijn bestelbevestiging. Maar ja, this is Greece, man! En iedereen in Greece weet toch dat in augustus alles stil ligt?

En ja, dat weet ik wel, maar ik snap nog steeds niet waarom je dan bij een geplaatste order niet meteen de juiste afleverdatum kan vermelden. Zo’n bedrijfsvakantie van het transportbedrijf is echt al wel van tevoren bekend. Kleine moeite om zoiets in de computer aan te passen, toch? Het zal wel een on-Griekse gedachte zijn, en in dat opzicht is manlief beslist meer Grieks dan ik. Die riep meteen al: ‘Tien dagen levertijd? Vergeet het maar, dat wordt niet wat in augustus. Reken maar op begin september!’ Hij heeft gelijk gekregen, ik geef het ruiterlijk toe. Maar ach, het belangrijkste is dat de bank is gearriveerd, hoewel hij op het moment dat ik dit schrijf nog op een pallet voor het tuinhek op de straat staat. Verder dan dat ging de afleverservice niet.

Nu moeten we straks dus alleen nog even puzzelen hoe we het gevaarte via de tuin het huis in krijgen. Maar ach, als we samen net zo goed puzzelen als kajakken komt dat vast wel goed… 😉

♥♥♥♥♥

 

Weer thuis!

Jawel, na ruim drie weken in het buitenland doorgebracht te hebben, ben ik gelukkig gezond en wel weer terug in ons Griekse huisje, met een flinke dosis hernieuwde energie en heel veel mooie herinneringen! De eerste week was puur vakantie, op de mij zo geliefde Britse Kanaaleilanden Guernsey, Herm en Sark, waar vriendin en ik heel wat wandelkilometertjes hebben gemaakt. Daarop volgde een week die voornamelijk in het teken stond van mijn schrijfwerk, met niet alleen een zeer gezellige Pareia-avond in de Vlaardingse bibliotheek, maar ook nog eens twee uitvoerige interviews: eentje voor het AD en eentje voor een radioprogramma dat zeer binnenkort wordt uitgezonden. Superleuk om te doen, en heerlijk om te ervaren dat mijn boeken zo gewaardeerd worden.

Dat ik geen twintig meer ben, begon ik tegen die tijd echter wel te merken, en daarom was het maar goed dat ik in die derde week lekker bij kon komen bij zoonlief en schoondochter in het prachtige Twente. Genoten heb ik van de wandelingen over het mooie Landgoed Twickel, van de gezellige Country Fair op kasteel Warmelo, van het slenteren door het slaperige stadje Delden en het ‘terug in de tijd’-bezoek aan museumboerderij Wendezoele. De rust van het platteland was voor mij het perfecte antidotum voor de hectiek van het ‘gewone’ leven, want geloof me… na drie jaar niet buiten mijn schiereiland te zijn geweest, voelde ik me tijdens deze reis regelmatig een echte ‘alien’!

Wat me van alle nieuwe ervaringen het meest is bijgebleven, was mijn bezoek aan een grote supermarkt in Vlaardingen. Behalve het feit dat het Nederlandse supermarktassortiment zoveel keuzes biedt dat je er duizelig van wordt, is het afrekenen van je boodschappen ook niet meer zo simpel als vroeger. Hier in Pilion zijn we al helemaal blij dat we bij de meeste winkels tegenwoordig eindelijk contactloos kunnen betalen, ook al verloopt dat lang niet altijd probleemloos. Dingen als een zelfscan-kassa zijn voor Pilion dan ook zeker nog een brug te ver, maar nieuwsgierig als ik ben, wil ik dat natuurlijk wel uitproberen als ik daartoe de kans krijg. Dus stortte ik me met mijn boodschapjes opgewekt in het zelfscan-avontuur. Ik dacht in eerste instantie dat ik de zelfscanner moest gebruiken die op het rek naast het grote scherm hing, maar dat hoefde niet. Die schijn je al aan het begin van je winkeltocht in gebruik te moeten nemen en dan bij die kassa achter te laten. Mijn boodschapjes moesten gewoon een voor een voor het scherm gehouden worden met de barcode naar voren.

Een kind kan de was doen! Er rolde na mijn contactloos betalen zowaar een kassabon uit en helemaal trots op mezelf begaf ik me naar de uitgang… om tot de ontdekking te komen dat die geblokkeerd werd door van die automatische draaihekjes. Daar stond ik dan met mijn boodschapjes en mijn goeie gedrag, want blijkbaar had je daar ook weer een of andere scan-kaart voor nodig. Gelukkig waren er nog meer zelfscannende medemensen en na een korte observatie begreep ik dat het ‘Sesam-Open-U’ in dit geval werkte als je er je kassabon voorhield – die uiteraard ergens verfrommeld onder in mijn tas zat. Maar… na enig gladstrijken lukte het me dan toch om de supermarkt te verlaten. Ik was zo in de ban van al dat contactloos gedoe, dat ik bij terugkeer in de hotellobby automatisch mijn kamersleutelkaart voor het liftconsole hield. Verkeerde manoeuvre. De lift werkte namelijk nog gewoon ouderwets met een simpele druk op de knop. Hoewel… zo verkeerd was het achteraf gezien ook weer niet, want de lift in mijn hotel in Düsseldorf kwam dus wel degelijk alleen in beweging als je er je kamersleutelkaart voorhield. Je moet het allemaal maar weten!

Afijn, al met al is het me toch aardig gelukt om mezelf staande te houden in het zo snel veranderende Nederland. Zo heb ik in het Openbaar Vervoer met mijn bij de automaat zelf opgewaardeerde OV-chipkaart altijd netjes in- en uitgecheckt, heb ik via de op mijn telefoon gedownloade Staxi-app meermaals een keurig op tijd arriverende taxi besteld en wist ik in restaurants uit de voor ‘aliens’ haast onbegrijpelijk geworden menukaart-taal toch meestal de juiste gerechten te kiezen. Overweldigend en vermoeiend, dat was het allemaal wel. Het contrast met ons gezapige leventje in Pilion is groot, misschien wel te groot. Want ook al kan ik soms best flink mopperen op dat altijd haperende, vaak zo moeizaam verlopende ‘Griekse systeem’, na deze drie weken buitenlandervaringen ben ik toch eigenlijk wel heel blij dat ik niet meer dagelijks in een ‘gestroomlijnde’ wereld vertoef.

Ik heb me voorgenomen om zeer binnenkort een YouTube-video te maken, een korte beeldimpressie van alles wat ik op reis heb gezien en gedaan. De link daarvan kunt u tzt. uiteraard terugvinden op mijn website of op mijn Facebook-pagina. Net als de link naar het interview voor het nieuwe radioprogramma van Omroep Vlaardingen over boeken en schrijvers dat zeer binnenkort uitgezonden zal worden. Ik ben heel benieuwd hoe dat is geworden, want ik heb werkelijk geen idee meer wat ik daarin allemaal heb verteld en gezegd. Hopelijk heeft de programmamaakster de ergste bloopers eruitgehaald. Hoewel… vaak zijn dat natuurlijk wel de leukste momenten in zo’n interview.

Hoe dan ook, ik ben echt blij dat ik op reis ben geweest. Het was heerlijk om familie en vrienden terug te zien en nieuwe vriendschappen te sluiten na mooie, lieve en soms ontroerende ontmoetingen. Eigenlijk ben ik ook best een beetje trots op mezelf omdat ik na drie behoorlijk ‘geisoleerde’ jaren toch weer zo’n lange, spannende buitenlandreis heb durven maken. Het heeft me weer bakken vol energie opgeleverd, dus ik ben heel benieuwd wat voor gevolgen dat allemaal gaat hebben. Maar voorlopig… Voorlopig hou ik het nog even bij lekker bijkomen op ons dorpsstrandje!

♥♥♥♥♥

 

Pareía

Het gaat opschieten nu, mijn reis naar Nederland en Guernsey. Nog vier weekjes, dan is het zover. Best spannend allemaal, want de afgelopen drie jaar ben ik niet verder dan Volos gekomen. Ik ben dan ook maar ruim op tijd aan de voorbereidingen begonnen, ook al omdat er in mei altijd wel vrienden deze kant op komen voor wie ik graag tijd vrij maak. Het mag immers weer, dat reizen, daar kunnen ze op Schiphol over meepraten. Gezien de lange wachttijden daar ben ik eigenlijk wel heel erg blij dat ik mijn terugreis vanaf Düsseldorf geboekt heb. Dat was de meest logische luchthaven voor mij, omdat er vandaar rechtstreeks op Volos wordt gevlogen. Bovendien ben ik de week ervoor in Twente, en van daaruit ben je net zo snel in Düsseldorf als op Schiphol. Dus mocht u de komende tijd nog een reisje naar Pilion willen boeken, dan is Düsseldorf misschien een goed alternatief om de problemen op de nationale luchthaven te ontlopen.

De inmiddels gearriveerde vrienden hebben overigens niet al te veel last gehad van de wachtrijen. Ze hebben alleen wat meer tijd op Schiphol doorgebracht dan anders, want uit voorzorg waren ze uiteraard extra vroeg aanwezig. Gelukkig was het leed van de lange, lange reis al snel vergeten. Het aanschouwen van een Pilionse zonsondergang vanaf een terras aan de boulevard van Kala Nera met een Mythos onder handbereik maakt heel veel goed. En als je dan de volgende morgen wakker wordt gekieteld door warme zonnestralen op je gezicht en de geur van bloeiende jasmijn je kamer binnen komt zweven, dan weet je meteen weer waar je het allemaal voor gedaan hebt!

Dankzij de vrienden geniet ik ook altijd een beetje mee van het vakantiegevoel. Een gezamenlijk bezoekje aan Volos, een etentje in de taverne, een terrasdrankje aan het eind van de middag en natuurlijk ook zo af en toe een wat langere wandeling als dat zo uitkomt. Vorige week nog liep ik samen met vriendin van Milies naar Kala Nera in een lekker relaxt tempo met als beloning een heerlijk koud biertje op het terras van Nagual. Dat mocht ook wel, want de temperatuur loopt momenteel snel op naar de dertig graden – en meer. Niet handig om dan pas rond het middaguur te starten met je wandeling, maar ja, we waren echt al om elf uur in Milies, vastbesloten om op tijd te beginnen. Alleen hoort daar altijd wel eerst een frappé bij, en als je elkaar dan heel lang niet hebt gezien, dan moet er dus heel veel bijgekletst worden en zijn we ineens zomaar anderhalf uur verder.

Tja, kletsen doe ik volgens manlief vijf kwartier in een uur – nogal overdreven, vind ik zelf, maar oké, een beetje gelijk heeft hij wel. Zo’n gave komt echter prima van pas als je een zaal vol mensen een paar uur lang alles mag vertellen over je boeken, je schrijversleven en het mooie schiereiland Pilion. Met de eerste twee onderwerpen heb ik altijd een beetje moeite, maar over Pilion raak ik nooit uitgepraat. Hoe leuk is het dan als je een uitnodiging krijgt van de bibliotheek in je geboortestad om tijdens je verblijf in Nederland een lezing te geven in Griekse sferen. Nu vind ik ‘lezing’ altijd erg officieel klinken. Ik heb het liever over een ‘pareia’ (=gezelschap)-avond. Dat past beter bij mij en dat wat ik te vertellen heb. Wie het leuk vindt om een paar uur in mijn gezelschap door te brengen, is dan ook van harte welkom op donderdagavond 14 juli van 20.00 tot 22.00 in Bibliotheek de Plataan in Vlaardingen. Het gaat vast heel gezellig worden, want de bieb zorgt voor hapjes en drankjes in Griekse sferen en als het meezit komen er ook nog een paar Griekse muzikanten langs. Tickets kun je nu al reserveren via deze link, en wacht er niet te lang mee, want vol is vol. Ik heb er superveel zin in om mijn lezers, vrienden, bekenden en onbekenden na al die reisloze jaren weer te ontmoeten. Dus ben je in de gelegenheid, en vind je het leuk om te horen wat ik allemaal te vertellen heb, aarzel dan niet en bestel dat kaartje nu!

Mocht Vlaardingen een beetje uit de buurt zijn voor je, dan ben ik ook op 1 juli aanwezig bij het World of Romance-event in Amsterdam, georganiseerd door uitgeverij HarperCollins. Hoe en wat daar gaat gebeuren weet ik nog niet, behalve dat het ’s middags plaats zal vinden, maar via deze link kun je daar binnenkort vast van alles over lezen. Eén ding weet ik al wel: die middag draait alles om het romantische boek, dus ik denk dat je er behalve ondergetekende nog wel een paar andere HarperCollins-schrijvers en -medewerkers zult vinden. Het wordt ongetwijfeld ook daar heel gezellig!

Voor het allemaal zover is, moet er aan deze kant nog heel wat gebeuren. Behalve het ‘kledingprobleem’ – waarover ik uitgebreid schreef in mijn laatste Vlaardingen24-column – ben ik al dagen zoet met het maken van een video over Pilion, die als alles goed gaat te zien zal zijn tijdens de pareia-avond in Vlaardingen. Geen alledaags werkje voor mij, dus voor ik goed begreep hoe zo’n videoprogramma werkt, was ik al uren verder. En dan het uitzoeken van het beeldmateriaal… pff, duizenden foto’s heb ik in mijn archief, en pluk daar dan maar eens de mooiste uit. Ik nader de voltooiing, wat maar goed is ook, want met temperaturen van rond de dertig lig ik liever aan het strand dan dat ik in mijn werkkamer achter de computer zit. Een beetje gezond kleurtje staat nu eenmaal beter bij wat er straks in de koffer meegaat op reis en aangezien ik van nature niet gezegend ben met een snel kleurende huid vergt ook dat een zekere mate van planning.

Natuurlijk weet ik ook wel dat al die tutteldingen waar ik momenteel mee bezig ben, helemaal niet belangrijk zijn. Het is meer dat ik nu de tijd en de mogelijkheden heb om ze te doen, en daar geniet ik met volle teugen van. In voorgaande jaren was er altijd wel een dringende deadline die gehaald moest worden voordat ik op reis ging, en geloof me, dat was altijd één groot geworstel tussen de schrijfplicht en de dingen die absoluut gedaan moesten worden voordat ik in het vliegtuig kon stappen. Dat ik nu zo’n heerlijk relaxte aanloopperiode heb, is echt iets waar ik totaal niet aan gewend ben en volop van geniet. Mezelf kennende zal ik echter in die laatste week voor vertrek nog allerlei dingen te doen hebben waar ik vanwege dat zeer relaxte gedoe natuurlijk helemaal niet aan toe ben gekomen, maar dat zien we dan wel weer. Als ik maar op tijd in dat vliegtuig stap, komt alles goed. Met of zonder goedgevulde koffer, en gebruind of niet… 😉

Tot ziens in Nederland!

♥♥♥♥♥