Druk nachtje

DSC02236.aOnze huisdieren zijn schatten. Meestal. Maar soms vinden wij ze iets minder lief. Bijvoorbeeld als ze ons ’s nachts wakker maken. Helaas gebeurt dat nog wel eens. Dieren zijn net kinderen; ze willen van alles: eten, drinken, spelen, snoepje, knuffeltje, naar binnen, naar buiten… en dat vooral op momenten dat je daar helemaal niet op zit te wachten. Zoals ’s nachts dus.

ira.02Zomers valt het nog wel mee, dan slaapt het hele spul over het algemeen buiten, maar ’s winters kunnen we dat niet over ons hart verkrijgen. De katten mogen dan op hun kussens in de keuken en badkamer, waar ze weinig kwaad kunnen, en hond Ira heeft haar vaste slaapplek op de grote bank in de woonkamer. Die is allang blij dat ze binnen mag en duwt over het algemeen alleen haar natte neus in mijn gezicht wanneer ze om een uur of vijf, zes naar buiten wil. In het begin dacht ik dat ze dan nodig haar behoefte moest doen, maar dat is niet zo. Zodra ze buiten is, klimt ze op haar tuinbankje en gaat daar gewoon verder met slapen. Ik heb werkelijk geen idee waarom ze op dat onmenselijk vroege uur van bank wil verwisselen, maar negeren is geen optie. Als ik me omdraai, komt behalve haar neus ook haar – grote – poot erbij, en duwt en trekt ze net zolang tot ik niet anders kan dan opstaan om de buitendeur voor haar open te maken.

Iason.01Kat Iason is een heel ander verhaal. In het begin vond hij de keuken en de badkamer een prima slaapplek, maar sinds hij weet hoe lekker mijn stoel, de andere bank in de woonkamer en met name het grote bed liggen, probeert hij na iedere sanitaire stop van mij of manlief de hal in te glippen onder het mom dat hij moet drinken. Een smoesje natuurlijk, want in de keuken staat ook een drinkbak. Soms drentelt hij daarna een poosje rond of doet hij een klein tukje, om tegen de tijd dat je net weer in slaap valt luidkeels aan te kondigen dat hij nodig de aardappels moet afgieten en dus naar buiten moet. Nu! Iason is een klein driftkikkertje, maar ook een echte Houdini. Van kleins af aan kreeg hij het al voor elkaar om de deuren open te maken. Van beide kanten! Daarom hebben we een haakje op de keukendeur aan de kant van de hal – om hem uit de keuken te houden. Om te voorkomen dat hij ons wakker houdt met het gespring op de deurknop aan de binnenkant als hij in de keuken zit, hebben we de deurknop aan de binnenkant omhoog gezet. Dat hij dat helemaal niet leuk vindt, laat hij merken door keihard achter de gesloten deur te gaan zitten krijsen en zelfs aan de deur te krabben, net zolang tot we er helemaal gek van worden en alsnog de deur voor hem openmaken.

iason.01Manlief vindt dat we daar niet meer aan toe moeten geven. Dat het zo van kwaad tot erger gaat. En ja, natuurlijk heeft hij wel gelijk, maar ach, als zo’n beestje nou zo héél graag naar buiten wil midden in de nacht, dan heb ik daar echt niet zoveel moeite mee om even die keuken- en/of buitendeur open te doen. Beter dat, dan een halfuur te moeten luisteren naar boos kattengekrijs, want dan slaap je ook niet, toch? Maar goed, ik heb makkelijk praten, want zo vaak ben ik niet degene die eruit moet. Als ik slaap, dan slaap ik. En hoor ik weinig van wat er allemaal gebeurt. In tegenstelling tot mijn echtgenoot, die wel een lichte slaper is.

‘Nou, die kleine onruststoker heeft vannacht zijn lesje wel geleerd,’ zei manlief vanmorgen toen we na het opstaan samen de keuken in liepen. ‘Hij stond om een uur of twee bij de buitendeur als een waanzinnige te jammeren en te krijsen dat hij naar binnen wilde. Ik werd er wakker van, heb hem binnengelaten en meteen in de keuken gezet. Meneer vloog op de kattenbrokjes af, en ik dacht dat hij daarna wel zou gaan slapen, maar nee, een halfuur later stond hij weer te jammeren, nu dat hij terug naar buiten wilde en of ik de deur maar even wilde openmaken. Ja, alsof ik gekke Henkie ben! Echt niet.’

iason.02Ik humde mijn medeleven. Zo’n beestje moet het natuurlijk niet te gek maken. ‘Ik heb hem in de badkamer gezet,’ ging manlief verder. ‘Met de deur dicht, zodat ik dat gejammer niet meer zou horen. Maar je gelooft het niet: binnen twee tellen had hij die deur open. Stond-ie weer te jammeren. Afijn, toen heb ik eerst nog een bezemsteel onder de knop gezet, alleen hielp dat ook niet. Tien minuten later zat hij weer voor de keukendeur te krijsen. Maar ik dacht: als ik je nu naar buiten laat, heb jij dit spelletje gewonnen en dat doen we dus mooi niet.’ Manlief keek trots naar de nog steeds gesloten badkamerdeur. ‘Dus heb ik hem opgepakt, over zijn bolletje geaaid en weer netjes terug in de badkamer gezet, op zijn kussentje. En wat denk je? Hij was vast moe geworden van alles, want hij rolde zich lekker op en zijn ogen vielen meteen dicht. Voor de zekerheid heb ik de badkamerdeurknop toch nog maar omhoog gezet, maar daarna heb ik hem niet meer gehoord. Ik wed dat hij nog steeds heerlijk ligt te slapen.’

‘Wel een druk nachtje voor je geweest dan,’ merkte ik schijnheilig op terwijl ik de badkamerdeur opendeed.

Manlief knikte instemmend. ‘Ja, zeker wel, want door al dat gedoe was ik natuurlijk klaarwakker,’ bekende hij. ‘Ik lag pas om vier uur weer in bed. Maakt niet uit, alles voor het goede doel. Je moet nu eenmaal niet toegeven aan de grillen van die beesten. Dan leren ze het nooit, dat heb ik je nou al duizend keer gezegd.’

DSC02576.aHet eerste wat me opviel toen ik de badkamer in stapte, was het openstaande raam. Hoewel dat op zich niet zo heel vreemd was, want het staat wel vaker open. Inbraakgevaar is er niet. Er zitten spijlen voor, en tegen de insecten is er aan de buitenkant een hor van metaalgaas geplaatst, die met schuifjes vastzit. Of liever gezegd: vastzát. De hor hing namelijk een beetje vreemd naar beneden en Iason… Tja, Iason was verdwenen. Onze lieve schattige kater had wederom zijn Houdini-kunsten vertoont. Op de een of andere manier had hij kans gezien om de schuifjes van de hor weg te duwen zodat hij alsnog via de spijlen naar buiten kon ontsnappen. En dat na alle moeite die manlief had gedaan om hem binnen te houden. Een beetje zielig vond ik het wel. Voor manlief uiteraard… Hm, misschien moeten we toch maar eens gaan praten over een honden- en kattenluik 🙂

♥♥♥♥♥

2 antwoorden naar “Druk nachtje”

  1. Ooh Wilma, héérlijk verhaal en zó herkenbaar!!
    Ik ben zelf ook kattenverslaafde (al ruim 30 jaar) en ken dus heel wat annekdotes. Sinds enkele jaren heb ik ‘Bonnie & Clyde’ erbij hier in huis, ofwel Ginny & Spiros. Beiden zijn van Kreta naar NL gekomen in okt. 2010 en werden daarna geadopteerd. Doordat met name Ginny álles maar dan ook werkelijk álles in huis kan openmaken (klink omhoog helpt níets!), werden zij en haar grote broer teruggebracht. Ik heb mijn handen vol aan haar. Soms wordt het wel vervelend, als ik meerdere keren per dag er achter aan moet. Maar stiekem moet ik er hartelijk om lachen, ze kan ook zo heerlijk ‘pedant’ rondlopen, haar nageltjes tikkend op de vloer…..
    Ik ben ook erg trots op die twee, ze hebben nagenoeg al hun angsten overwonnen want met name Ginny was heel erg schuw en er werd zelfs voorspeld dat ze nooit handtam zou worden. Allesbehalve dat, haha!!
    Oeps, daar gaat weer een deur open hoor ik. Ff checken…..!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.