Herfstgedachten

Wat ik het mooiste vind aan de herfst zijn de kleuren. Warm rood, donkergeel, paars… ik houd ervan. Net als van de zware grondgeur die je het beste opsnuift als je door zo’n prachtig gekleurd herfstbos loopt. Wanneer er dan ook nog een stralend zonnetje aan de diepblauwe lucht staat, dan ben ik een genietend, gelukkig mensenkind.

Zo’n dag is het vandaag, de eerste november, hier in Pilion. Ik heb voor ik mij aan het bureau zette om deze column te schrijven, zeker een kwartier plat op mijn achterste op het paadje in de tuin gezeten om te genieten van wat de herfst met onze ongedwongen Griekse cottagetuin doet. En zittend op het koude beton voelde ik me ongelooflijk dankbaar dat ik zo gelukkig ben om juist dat te kunnen doen: genieten van de kleuren, de geuren, het weelderige groen en de weldadige nazomerrust in ons kleine dorp.

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik heb zulke ‘bewust genieten-kwartiertjes’ tegenwoordig heel hard nodig om niet overspoeld te worden door alles wat er op dit moment in de rest van de wereld gebeurt. Hoe diep is de mensheid gezonken als machtswellustelingen als Netanyahu, Trump en Putin kunnen doen wat ze doen? Wat is er gebeurd met dat ‘gezonde verstand’ waardoor de mens zich zogenaamd zou onderscheiden van alle andere wezens op deze aarde? Waarom laten we toe dat steeds meer idioten dusdanig tekeer kunnen gaan dat angst, haat en dood een ‘normaal’ onderdeel van het dagelijks leven zijn geworden? Onbegrijpelijk, dat is het, en ik ben al lang geleden opgehouden om ook maar te probéren het te begrijpen.

Die machtsstrijd en het landje veroveren gaan namelijk onafgebroken door, ongeacht wat er zich verder nog afspeelt in de wereld, of het nu gaat om alles verwoestende orkanen of – zoals deze week – de ongekende regenval met de daaruit voortvloeiende catastrofale overstromingen in Zuid Spanje. Dat heeft volgens de deskundigen weer alles te maken met de veelbesproken klimaatverandering, het resultaat van decennia lange onverschilligheid voor de Enige Echte Machthebber op onze aarde: de natuur.

Dat Moeder Aarde de laatste tijd heel erg boos is op de mensheid vind ik niet zo vreemd. Ze heeft zich lang genoeg ingehouden, en meer dan voldoende waarschuwingen afgegeven. Geen wonder dat ze het zat is en besloten heeft dat wie niet luistert, dan maar moet voelen. En weet je, ik kan haar geen ongelijk geven, al vind ik het vreselijk dat het ook hier weer de onschuldigen zijn die er het slachtoffer van worden. Ik denk dan ook dat het met name daardoor komt dat ik me vanmorgen, gezeten op het betonnen tuinpad, zo uiterst dankbaar voelde voor alles wat diezelfde Moeder Aarde ondanks haar boosheid aan míjn kleine plekje in die grote boze wereld geschonken heeft…

Hoe fantastisch zou het zijn als ik de mensheid een kant-en-klare oplossing zou kunnen bieden voor wat er momenteel allemaal mis is met de wereld. Hoe geweldig zou het zijn om in het bezit te zijn van een toverstokje waarmee ik alleen maar hoefde te zwaaien om alle narigheid weg te vegen. Wat zou de wereld dan licht en vrolijk zijn! Maar helaas, dat toverstokje waar ik nu al jaren naar verlang is nog steeds niet bij mij gearriveerd, wat betekent dat ik ook nu weinig anders kan doen dan datgene accepteren waaraan ik niets kan veranderen.

En daarom zat ik dus vanmorgen dankbaar te wezen in mijn eigen herfstige Griekse cottagetuin, waaraan ik eigenlijk niets hóéf te veranderen omdat Moeder Aarde dat heel lief zelf al voor mij doet. Ieder seizoen opnieuw! Wat niet betekent dat ik blij ben met álles wat ze me geeft. Zo zag ik bijvoorbeeld heel goed dat ze mijn Hertshooi-plant heeft besprenkeld met wolluis, die ik op de een of andere manier weg moet zien te krijgen voordat ze de hele plant verzieken. En ik zag vanaf mijn plekje op het tuinpad ook dat mijn ‘ongedwongen cottagetuin’ nu wel een beetje héél erg ongedwongen wordt door het vele onkruid dat ik vanwege de hete zomer niet regelmatig heb verwijderd. Dus ja, ik heb me zeker voorgenomen daar binnenkort toch maar zelf verandering in te brengen.

Zo’n nieuw seizoen geeft me namelijk altijd een bult energie. De herfst is een prima tijd om jezelf voor te bereiden op lange, gezellige en comfortabele winteravonden binnenshuis, maar daar moet je natuurlijk zelf ook wat voor doen. Zoals je huis tochtvrij maken, een flinke houtvoorraad voor de kachel bestellen of je muren een andere kleur geven. Maar zeker ook zorgen dat je jezelf omringd weet door lieve, positieve en gezellige mensen, waarmee je die lange avonden kan doorbrengen. Niet voor niets luidt het spreekwoord ‘waar je mee omgaat, word je mee besmet’.

Ik mag me gelukkig prijzen dat ik heel veel lieve mensen in mijn omgeving heb, zowel dichtbij als virtueel. Menige ‘koffieklets’ (thee, tsipouro of water werken ook ) aan de keukentafel of aan beide kanten van het beeldscherm heeft mij weer doen lachen als ik me niet zo fijn voelde door wat dan ook. Dat is namelijk wat lieve, gezellige mensen doen: ze géven je energie! Niet-lieve, negatieve mensen zijn zuigers die zich beter gaan voelen door het opslurpen van jóúw positieve energie. Net zolang tot jij je leeg en ellendig voelt. Vervolgens gooien ze je aan de kant en gaan ze op zoek naar een volgend slachtoffer, want ze hebben bereikt wat ze willen: dat je je net zo leeg en ellendig gaat voelen als zij!

Ik weiger stelselmatig om voer voor zuigers zijn. Gelukkig ben ik nog steeds in het bezit van mijn gezonde verstand, en dat waarschuwt mij als er van die slurpers op mijn echte of digitale pad komen. Het vertelt me bijvoorbeeld dat ik met een grote boog om zo’n zuiger heen moet lopen, dat ik gewoon over kan schakelen naar een ander televisieprogramma zodat ik niet negatief beïnvloed word door idiote beweringen of dat het de hoogste tijd is om weer eens op mijn achterste op het tuinpad te gaan zitten. Al die dingen werken namelijk mee om mijn positieve energie te bewaren en me niet leeg en ellendig te voelen.

Ik ben ervan overtuigd dat als meer mensen naar hun gezonde verstand zouden luisteren de zuigers en negatievelingen heel snel uit ons wereldbeeld zullen verdwijnen. En het probleem van een boze Moeder Aarde is dan ook meteen opgelost, want lieve, positieve en gezellige mensen zijn nu eenmaal ook gewoon aardig. Voor zichzelf, voor anderen – en voor de natuur…

♥♥♥

 

Even eruit

De herfst heeft zijn intrede gedaan en dat betekent eindelijk weer ‘normale’ temperaturen. Nou ja, wat heet normaal. Vijfentwintig, zesentwintig graden, overdag soms oplopend tot dertig, zijn niet bepaald temperaturen die je met de herfst associeert. Nazomer… dat is denk ik een beter woord. En nazomer is wat we hier op dit moment hebben, waardoor de hitte lethargie langzaam verandert in ik-heb-er-weer-zin-in-om-wat-te-doen! De uitnodiging voor een Garden Concert in Mousgies, vlak bij Platanias in het zuiden van Pilion, was een mooie gelegenheid om eindelijk weer eens verder te rijden dan Volos of Kala Nera. Een goede gelegenheid ook om er een echt uitje van te maken, dus boekten we enthousiast een overnachting in een leuk hotelletje aan de boulevard van Platanias. Echt nodig was dat niet, hoor. Het is maar een uurtje rijden vanaf ons dorp, maar de weg is behoorlijk kronkelig en niet overal in perfecte staat. Overdag uitstekend te doen, in het donker wat minder fijn, zeker als je zoals ik steeds meer last van nachtblindheid hebt. Dan kun je beter niet meer achter het stuur gaan zitten als de schemering is gevallen, maar gewoon lekker een nachtje overblijven. En dat is precies wat we deden.

Sinds de overstromingen van vorig jaar waren we niet meer in het zuiden geweest. Platanias is een van de destijds zwaarst getroffen dorpen en nog steeds herstellende van alles wat daar is gebeurd. Maar het leven is verdergegaan, ook in Platanias. De boulevard zag er weer tiptop uit toen wij tegen halfvier bij het hotel parkeerden. De zon scheen, het grote hotelterras aan zee zag er uitnodigend uit en de eigenaar verwelkomde ons hartelijk. We kregen een 2-kamer appartement op de eerste verdieping toegewezen, wat gezien de wat lastig te nemen trap voor ons hoog genoeg was. Op zich was het een prima brede trap, hoor. Maar hij maakte al snel een vijfenveertig graden bocht, door middel van uitwaaierende treden die aan de linkerkant taps toeliepen. En de leuning in de bocht zat aan de smalle kant van de treden! Niet handig als je aan de smalle kant van een trap naar boven moet omdat je je vast wilt houden aan de leuning, en al helemaal niet als je in je andere hand bagage mee moet sjouwen.

Het appartement bleek zich uit te strekken langs de hele zijgevel, wat betekende dat er een hoge, grote kamer aan de boulevardzijde was en een wat kleinere aan de achterzijde, met elkaar verbonden door een smalle hoge gang waaraan zich een keukentje en een kleine badkamer bevonden. En ook een deur naar een ruimte die volgens het bord EXIT aan de buitenkant van onze kamerdeur als nooduitgang zou moeten dienen. Maar die deur zat op slot… Of misschien bedoelden ze met dat EXIT dat men zich in geval van nood via het balkon van ons appartement in veiligheid zou moeten brengen, dat kan natuurlijk ook. Daar hadden we er namelijk twee van, een aan de voor- en een aan de achterzijde.

Nu zijn we niet zo moeilijk als het gaat om hotelkamers voor één nachtje. Eenvoudig vinden we ook geen probleem. En het zag er ook allemaal echt netjes uit, schoon, alles keurig in de verf, fris wit en blauw, niets op aan te merken. Oké, de bedden waren nogal smal en voor ons oudjes erg laag bij de grond, en het nachtlampje aan manliefs kant deed het niet, wat we ook probeerden. Dat van mij bungelde er een beetje triest bij, de stoelen en kastjes wiebelden allemaal, en de douchekop had geen ophanghaak, maar goed, this is Greece, man! Voor één nachtje kun je daar wel mee leven, toch? En eerlijk is eerlijk, het hotel kon weinig doen aan de constante lawaai-overlast van de werkzaamheden aan de grote vissershaven-in-aanbouw, een kleine honderd meter links van het hotel. Met het oog op dat laatste besloten we in de achterkamer te gaan slapen, zodat we de volgende morgen niet gewekt zouden worden door het bouwlawaai, en omdat manlief graag onder iets zwaarders slaapt dan alleen een laken, haalden we bij gebrek aan dekbedden de dekens uit de kast tevoorschijn. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat ze eruit kwamen na de overstroming, want ze roken vreselijk muf. Ook niet zo erg, we hadden per slot van rekening een balkon waar ze voor het slapen gaan nog een paar uur konden luchten.

Het akoestische Garden Concert boven op de berg in de tuin van vrienden was heel gezellig. Weerzien met oude bekenden, mooie songs, prachtig gitaarspel, een uitgebreid buffet erna en dat alles in de romantische entourage van een Griekse nazomeravond. Met behulp van een zaklantaarn, m’n Nordic-wandelstok en m’n stevige schoenen met profiel kwam ik na afloop zelfs in het donker weer veilig van de berg af, en werd ik door andere lieve vrienden keurig met de auto bij het hotel afgezet. Manlief was vanwege de wat moeilijk bereikbare locatie in Platanias gebleven, zodat we elkaar voor het slapen gaan nog een hoop te vertellen hadden. Maar toen we na een uurtje het licht uitdeden, kwam er van slapen niet veel terecht…

Dat de Grieken graag een hard matras op het bed hebben, weten we. Maar er is wel een verschil tussen hard en keihard. En de matrassen op onze bedden waren helaas van de laatste soort. Verschrikkelijk. Alsof je op een plank lag. Ondanks de balkonuurtjes was de muffe geur van de dekens nog volop aanwezig wat bij ons ontaarde in om de beurt flinke hoestbuien. Om vier uur ’s nachts hadden we geen van beiden ook maar een paar minuten geslapen. ‘Als jij in het donker had durven rijden en ik niet zou weten dat de buitendeur van het hotel hermetisch afgesloten was, zou ik nu voorstellen om acuut te vertrekken,’ gromde manlief naast me. ‘Dat ontbijt morgenochtend gaan we ook niet doen. Ik wil zo snel mogelijk weg hier.’ En wat zelden bij ons voorkomt: dit keer was ik het roerend met hem eens!

Na die uitspraak zijn we gelukkig toch nog even in slaap gevallen, maar de volgende morgen zijn we na een snelle douche in de gevaarlijk glibberige badkamer heel snel ‘weggevlucht’. We vonden het wel een beetje zielig voor de werkelijk heel aardige eigenaar die we met het ontbijt lieten zitten, maar we konden het echt niet meer opbrengen om langer te blijven. Gelukkig waren onze vrienden een paar kilometer verderop al wakker en daar konden we bij een kop koffie rustig bijkomen van wat een niet echt ontspannen nachtje was geweest alvorens we de terugtocht naar huis aanvaardden.

Ondanks die slapeloze nacht was het al met al toch best een leuk uitje. En het hotel was zeker niet slecht, dat wil ik nog wel even benadrukken! Wat ik ervan heb geleerd is dat ‘eenvoudig en schoon’ voor ons niet meer voldoende is. We vergeten graag dat we niet meer de jongsten zijn, en inmiddels toch wel wat hogere comfort eisen stellen aan de accommodaties waar we voor ons plezier verblijven. Binnenkort zijn we vijfenveertig jaar getrouwd. Om het te vieren gaan we samen een weekje naar Athene. In een 4-sterrenhotel… 😉

♥♥♥

 

 

 

De dode vissen uit Lake Karla

Met het nieuwe schooljaar in zicht keren de meeste vakantiegangers langzaam maar zeker huiswaarts, waardoor het al een stuk rustiger is in ons dorpje. Niet dat het dit jaar nu zo druk is geweest, integendeel eigenlijk. Alleen tijdens het hoogtepunt van de Griekse bouwvak, in de weken voor en na Maria Hemelvaart, was het echt druk; daarvóór was het gewoon ‘lekker levendig’ te noemen. Opvallend was wel dat er heel weinig in zee werd en wordt gezwommen en dat heeft alles te maken met de overstromingen van vorig jaar september.

Ondanks talloze metingen en testen die aangeven dat het water in de Pagasitische Golf weer schoon is en volkomen veilig om te zwemmen, zijn er heel veel Grieken (en toeristen) die dat niet geloven. Op sociale media worden door de zogenaamde klik-sites constant fakeberichten verspreid die waarschuwen voor de meest enge ziektes die je kan oplopen door je in het water van de Golf te begeven. Zelf heb ik daar niets van gemerkt, behalve dan dat ik meer in zee heb gelegen dan andere jaren omdat het minder druk was dan normaal. Maar er enge ziektes aan overgehouden heb ik beslist niet!

Recentelijk gebeurde er helaas iets wat die ‘vervuilingshysterie’ nog een extra boost gaf. Binnen een paar dagen tijd spoelden er ineens duizenden dode vissen aan in de havens en stranden in en rond Volos en dat was natuurlijk koren op de molen van de social media. Dat vissen in zulke grote getalen stierven was het ultieme bewijs dat het met dat zeewater niet pluis is. Inmiddels is echter duidelijk geworden wat de werkelijke oorzaak is van die plotselinge vissensterfte en dat heeft niets te maken met vervuild zeewater, maar alles met wanbeleid, laksheid en onnadenkendheid.

Noordoostelijk van Volos, aan de voet van het hoge Mavrovouni-gebergte, ligt Lake Karla. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd besloten het toenmalige meer volledig droog te leggen vanwege de problemen die het opleverde voor de agrarische sector in dat gebied. Denk aan overstromingen, maar ook aan de overlast van insecten die zich in het moerasgebied snel vermeerderden.  Met het verstrijken van de tijd werd echter duidelijk dat die drooglegging toch niet zo’n goed idee was geweest en wat niemand voor mogelijk hield gebeurde: het besluit werd teruggedraaid en het drooggelegde land veranderde opnieuw in een meer. Weliswaar niet zo groot als vroeger, en ditmaal voorzien van een dam, zodat het overvloedige water dat bij het eerdere meer voor zoveel overstromingen in het gebied zorgde, via een sluis en kunstmatige kanalen kon worden afgevloeid naar de Pagasitische Golf. Het heeft heel wat jaren geduurd, maar in 2018 was het tot nieuw leven opgewekte Lake Karla officieel een feit, en in de jaren erna ontwikkelde het zich snel tot een bijzonder natuurgebied, met opnieuw veel unieke (water)vogels en zelfs een kudde waterbuffels.

In september vorig jaar werd de dam door de stormen Daniel en Elias en de daaruit voortvloeiende hevige overstromingen echter zwaar beschadigd, waardoor veel van de uit de wijde omgeving in Lake Karla terechtgekomen vervuiling (denk aan landbouwgif, dode karkassen etc.) via de beschadigde sluizen van de dam in de Pagasitikos is gestroomd. Die vervuiling van het zeewater is allang opgelost, en ook bij Lake Karla zijn destijds de nodige herstelmaatregelen getroffen om verdere vervuiling tegen te gaan. Een aantal grotere reparaties aan de dam kon echter niet definitief worden uitgevoerd omdat de beschadigingen zich te ver onder het waterpeil bevonden.

Afgelopen maand was de grote reparatie van de dam dan toch aan de beurt en om het waterpeil nog verder te laten zakken werd de sluis helemaal opengezet. En hoewel bepaalde instanties er in mei al op aangedrongen hadden de doorgang van de sluis af te sluiten met een rooster, zodat de in het meer aanwezige vissen niet met het wegvloeiende water meegesleurd zouden worden, heeft men die raad blijkbaar in de wind geslagen. De vissen uit Lake Karla kwamen dus via de sluis en de kanalen daadwerkelijk in de Pagasitikos terecht – waar ze binnen enkele dagen jammerlijk stierven vanwege de abrupte verandering in het zoutgehalte van het water. De vissen uit Lake Karla zijn namelijk… zoetwatervissen! Niet het vervuilde water, maar gebrek aan zuurstof is de doodsoorzaak van de massale sterfte die de gemoederen nu al dagenlang bezighoudt. Een zoetwatervis gedijt nu eenmaal niet in zout water, dat heb ik al op de lagere school geleerd, maar op de een of andere manier is dat dus niet helemaal doorgedrongen tot degenen die de sluisdeur open hebben gezet.

De duizenden aangespoelde dode vissen hebben in en rond Volos voor een abrupt einde van het toeristenseizoen gezorgd. Wie wil er nu gezellig uit eten op een terrasje met uitzicht op een dikke laag rottende vis? Om over de stank maar niet te spreken, want over wie de troep moest opruimen kon men het ook niet zo snel eens worden. Net zomin als over het afsluiten van de dam. De berichten in de krant over het geharrewar zijn talrijk, maar als ik het goed begrepen heb, is de sluis gisteren dichtgedraaid, drie dagen eerder dan was gepland. Maar uiteraard te laat, veel te laat voor de vissen en zij die van de vangst en de verkoop ervan afhankelijk zijn.

Aan onze kant van Volos is er van de ramp niets te merken. Ik heb hand op mijn hart geen dode vis gezien aan het strand. En ook qua stank is er hier niets aan de hand. Maar in Volos en richting Alikes is de schade groot. De foto’s van de dikke laag aangespoelde dode vissen en de lege terrassen die rondgaan op mijn sociale media zijn dieptriest. September is doorgaans een goede maand voor het toerisme, en na het abrupte einde van het vorige seizoen vanwege de watersnood hoopte iedereen dit jaar op een extra lange verlenging van het zomerseizoen. Het mocht helaas niet zo zijn. Het visschandaal van Volos heeft inmiddels ook de landelijke en zelfs de internationale pers bereikt, en de lokale politici schreeuwen moord en brand – uiteraard om de verantwoording zo snel mogelijk bij iemand anders te leggen. Maar daar zijn degenen die leven van het toerisme niet mee geholpen. De schade voor Pilion was al groot vanwege al die fakeberichten, en deze ramp is voor velen de ultieme genadeklap.

Ik schreef het jaren geleden al eens, toen we midden in de crisis zaten: Ja, ze blijven altijd dansen en zingen, die Grieken. Maar de vele onzichtbare tranen die daarbij vergoten worden… die zien we niet.

♥♥♥

 

 

Knuffeltijd

Wat was het heerlijk om tijdens de langste Griekse hittegolf sinds mensenheugenis twee weken lang in het heel wat koelere – en natte! – Nederland door te brengen. De horrors van de reis ernaartoe (beschreven in mijn vorige column) waren snel vergeten, natuurlijk ook vanwege de enthousiaste knuffels van kleinzoon Kai. Er gaat werkelijk niets boven het in levenden lijve vasthouden van zo’n klein mannetje. Hoewel… zo klein was hij niet meer sinds ik hem de laatste keer had kunnen knuffelen. Zes maanden oud is hij nu en tien kilo schoon aan de haak. Een flink gewicht dus voor een nieuwbakken en onwennige oma die met liefde uit Griekenland overkwam om op hem te passen tijdens de Bentelose Zomerfeesten. Schoondochter had het in deze periode namelijk heel druk met de organisatie ervan, terwijl zoonlief zijn handen vol had aan de uitvoering van allerlei grote en kleinere evenementen in Enschede en omgeving. En omdat de andere lieve oppas oma/opa en andere familieleden/vrienden uit Bentelo heel graag mee wilden feesten met dit jaarlijkse dorpsfeest, hadden we al maanden van tevoren afgesproken dat ik die taak op me zou nemen, samen met mijn schoonzus Thea die ondanks haar hoge leeftijd mij zou bijstaan met hand-en-spandiensten.

Nu heb ik sinds mijn eigen jonge moedertijd van ruim veertig jaar geleden weinig of niets meer te maken gehad met baby’s en hun verzorging. Dan is het dus echt wel even wennen als je ineens vier dagen en avonden grotendeels in je uppie op zo’n kleintje moet passen. En omdat ik zo ver weg woon, ben ik er uiteraard ook niet van het begin af aan in meegegroeid. Dat was wel een beetje een gemis, want lieve hemel, wat is er veel veranderd! Gelukkig ben ik niet iemand die vindt dat vroeger alles beter was (sommige dingen wel natuurlijk ), maar het vergt best wat aanpassing om je al die nieuwe snufjes op babygebied eigen te maken. De babyfoon met camera vond ik fantastisch, maar ik heb heel wat geworsteld met alle ‘gemakkelijke’ clipsluitingen als ik Kai in een stoeltje of de maxicosi wilde zetten. Het toppunt van frustratie voor mij was echter de ritssluiting van het ‘spanlakentje’ in het ledikantje dat een soort ingebakerd gevoel schijnt te geven als ze slapen.

We weten allemaal dat ‘gaan slapen’ in het eerste babyjaar veel geduld vergt. Meestal verloopt dat proces als volgt: in het schemerdonker het flesje voor de nacht geven, beetje wiegen, zacht hummen, en als de oogjes dicht zijn en de armpjes ontspannen naar beneden vallen op je tenen naar het ledikantje lopen, het slapende hoopje in je armen zo behoedzaam mogelijk in het ledikantje leggen, snel toedekken en wegsluipen. In mijn geval betekende dat toedekken echter het spanlakentje eroverheen en heel voorzichtig dichtritsen. Pff, dat was echt een heel gepriegel in het halfdonker om die rits met mijn vingers tussen de spijltjes door naar boven te krijgen. Kai heeft echter ongetwijfeld de ‘niet-zo-graag-gaan-slapen’-genen van zijn oma en vader geërfd, want er waren iedere avond minstens drie of meer pogingen nodig om hem weg te leggen voor de nacht. Ik heb in stilte heel wat gefoeterd op die rits, dat kan ik u wel vertellen! Maar al dat geklungel valt natuurlijk helemaal in het niet bij alle schaterlachjes, glimlachjes en knuffels die je van zo’n hummel terugkrijgt wanneer je op je oude dag samen met je kleinkind over de vloer rolt, de meest vreemde knorgeluiden produceert en kiekeboetje speelt tijdens het fruithapje geven.

Gelukkig voor mijn rug kon ik het voor de reis terug naar huis nog een paar dagen wat rustiger aan doen. Samen met schoonzus Thea verbleef ik in Erve de Bosch, een fantastische boerderij B&B net buiten het dorp, nog geen twee kilometer verwijderd van het huis van onze zoon. Heel veel puf om iets te doen hadden we na de mooie maar vermoeiende dagen met Kai eigenlijk niet. Het weer was voor de verandering uiterst aangenaam en de tuin van de B&B heerlijk rustig… Nou ja, op het gesnurk van de twee hangbuikzwijnen na dan. Maar na een dagje lui uitrusten hadden we toch wel weer genoeg energie opgedaan om een lange wandeling te maken in de omgeving, met als ‘keerpunt’ de nabijgelegen Natuurbegraafplaats Wienerveeld. Zoiets hebben we in Griekenland niet, dus ik kon me er niet echt iets bij voorstellen. Nu wel, en ik vond het best indrukwekkend en ontroerend om tijdens het rondwandelen in dat mooie bosgebied tussen de afgevallen bladeren op de grond de nauwelijks opvallende boomstamschijven of andere eenvoudige natuurmonumentjes te zien met de namen van de overledenen erop. Je zou het iedereen gunnen om op zo’n mooie plek te mogen eindigen!

Behalve die wandeling maakten we op aanraden van Conny, de eigenaresse van de B&B, ook nog een uitstapje naar Kasteel Warmelo, waar ik twee jaar geleden met schoondochter al eens was geweest. Ook nu was er in het Engelse gedeelte van de kasteeltuin weer een bijzondere expositie van zandsculpturen, ditmaal gewijd aan de boeken en illustraties van Rien Poortvliet. Wat hebben we genoten van de ongelooflijk mooie zandsculpturen met scènes uit de prachtige en wereldberoemde boeken van deze geliefde en unieke kunstenaar. Ze kwamen allemaal aan bod, van de kabouters via de jacht- en het boerenleven-taferelen tot de honden uit Braaf en de pittoreske oude haven van Rotterdam aan toe. En alles van zand gemaakt! Echt onvoorstelbaar dat er kunstenaars zijn die zo treffend die toch al zo unieke illustraties daaruit kunnen vervaardigen. Mocht je er toevallig in de buurt zijn, dan is een kijkje bij Kasteel Warmelo in Diepenheim absoluut een aanrader!

En toen was de koek alweer op. De terugreis verliep gelukkig sneller en minder dramatisch dan heen, en met slechts anderhalf uur vertraging arriveerde ik gezond en wel op de luchthaven van Volos. Inmiddels ben ik al zo’n twee weken thuis, in een nog steeds bloedwarm Pilion. Daar lagen een aantal bureaucratische klussen op me te wachten die ik vooruitgeschoven had tot na de vakantie, maar nu toch echt aan de beurt waren. Dingen zoals de Griekse bankrekening die nog steeds niet werkte zoals het moest werken waardoor het betalen van onze belasting via die rekening niet mogelijk was. Terwijl we dat account juist hebben geopend vanwege die belastingen. Ik zal u alle details besparen, het is na alweer veel tijd en gedoe gelukt ons toch een weg te banen door het geheimzinnige doolhof dat ‘Griekse bankzaken’ heet. We wachten nu alleen nog maar op de pinpas die bij mijn e-banking hoort, en manlief op de e-banking die bij zijn pinpas hoort. Ook de aanvraag voor het vernieuwen van mijn rijbewijs – een bureaucratische aangelegenheid die echt niet te volgen is – is me in recordtijd gelukt, maar de laatste tijdrovende klus, het vernieuwen van mijn paspoort in Athene, is helaas weer opgeschoven, want blijkbaar kan ik pas over zes weken online een afspraak maken voor een bezoekafspraak in november met de Nederlandse Ambassade aldaar.

Afijn, al met al was het dus een mooie, avontuurlijke en ook nog productieve maand waarin deze oma beslist niet heeft stilgezeten. En dat alles ondanks de Griekse hittegolf en de Nederlandse regen…

♥♥♥♥♥

 

 

 

Op reis naar Bentelo

De reis naar NL op zaterdag 29 juni, begon lekker relaxt, ik ben gewoon met eigen auto om 16.30 van huis vertrokken. Bij aankomst op de warme luchthaven van Neo Anchealos (Volos Airport) bleek al snel dat de Eurowings-vlucht naar Düsseldorf twee uur vertraging had. Het was heet en druk in de wachthal, maar liefst drie vluchten vertrokken die avond met vertraging, iets waar de airco-loze ruimte niet op berekend was. Gelukkig was het in de open binnentuin voor rokers iets koeler, en de tijd verliep eigenlijk nog wel snel, want ik voerde er onverwacht mooie en gezellige gesprekken met een aantal medepassagiers. En kon gelukkig ook de van tevoren gereserveerde taxi bereiken, die me tegen een meerprijs ook later wel op wilde halen. In plaats van 21.40 kwamen we na een wat hobbelige vlucht uiteindelijk pas om 23.45 in Düsseldorf aan, te midden van zware onweersbuien, maar gelukkig wel net voor de nachtsluiting van het luchtruim om middernacht.

Bij de bagagehal was het druk met wachtende passagiers. Al snel kregen we te horen dat het uitladen van alle vliegtuigen was stopgezet vanwege de veiligheid van het grondpersoneel omdat er een grote onweersbui was losgebarsten. Balen, maar een half uur later begonnen de banden weer te ratelen en rolden om ons heen koffers van de band. Helaas niet bij onze band… Het werd later en later, inmiddels was het bij tweeën en werd het de nog steeds wachtende taxichauffeuse echt te gek. Begrijpelijk, maar de hoop op snelle afhandeling was groot, want alle andere banden waren al een halfuurtje leeg, dus die van ons was nu echt aan de beurt, tenminste… zo leek het. Na nog wat praten en een extra € 50 wilde de taxi gelukkig nog tot halfdrie wachten, maar dat was echt de limit.

Alleen… de bagage kwam niet. De taxi was inmiddels weggegaan, en daar stond ik, samen met nog een heleboel anderen, waaronder ouderen en kinderen. Geen officials te zien, geen informatie, geen toegang tot eten en drinken… En niemand die wist hoelang het nog zou duren. Weggaan, zoals een aantal passagiers deden, was voor mij geen optie. Waar moet je heen, midden in de nacht, zonder vervoer, in je uppie? Een bezorgde zoonlief belde rond drie uur om te vragen hoe het ervoor stond. Die was net  klaar met werken, maar na het aanhoren van alle problemen stapte hij spontaan alsnog in de auto om mij op te komen halen, een rit van anderhalf uur. Tegen die tijd moest de bagage er wel zijn, toch?

En ja! Om 04.25 rolde mijn koffer dan toch eindelijk van de band. Achteraf hoorden we dat er tussen 00.00 en 04.00 niet gewerkt werd op de luchthaven, en hoewel de andere vluchten dus nog wel afgewerkt waren door de avondploeg, hadden ze die van ons bewaard voor de ochtendploeg… Echt niet te geloven! Maar goed, zoonlief was inmiddels op de luchthaven gearriveerd en meldde dat hij bij de arrivals stond. Opgelucht liep ik met koffer naar buiten, maar wie er stond… geen zoonlief. Telefoon er weer bij – nog vol opgeladen gelukkig met dank aan de powerbank in de handbagage! – en toen, na enig ‘waar ben je dan? Ik ben hier, ik ook, maar ik zie je niet…’ stelde hij voor dat ik naar de centrale hal zou komen. ‘Bij het treinstation, je weet wel, mam, daar ben je al zo vaak geweest…’ ‘Ik sta bij de ingang van het station,’ zei ik fronsend. ‘Sky train naar Flughafen Hauptbahnhof.’ En toen viel er een lange stilte, want opeens drong het gelijktijdig tot ons door: hij stond op Schiphol, ik op Düsseldorf…

Tja, dat was wel even een ‘o nee!’ moment. Ik vond het voor hem nog het ergste. Na een lange, vermoeiende werkdag alsnog drie uur totaal rijden om je moeder op te halen en dan ‘op de automaat’ naar de verkeerde luchthaven rijden… Dat verzin je niet! Maar goed, het was gebeurd, niets meer aan te doen. Van ophalen kon geen sprake meer zijn, hij moest na een paar uur slaap weer aan het werk en inmiddels was het ochtend geworden en kon ik vast wel weer een taxi regelen. Dus hingen we allebei een beetje aangeslagen van dit bizarre moment weer op en besloot ik eerst maar eens een kop koffie te nemen met een croissant, aangezien de coffeecorner in de hal sinds een paar minuten open was gegaan.

Bij de koffie probeerde ik via de website een taxi te regelen, maar er was geen enkele vervoerder die zin had om mij om halfzes op te halen voor een rit naar Nederland, dus dat ging niet door. Dan maar naar buiten voor een taxi… helaas, taxistandplaats leeg. Maar de eerste treinen zouden om zes uur gaan rijden! Dan maar naar het luchthavenstation met de sky train en van daaruit zou ik dan wel verder zien. In de sky train zat een lieve Duitse mevrouw die net haar man naar het vliegveld had gebracht. Ze sprak vloeiend Nederlands omdat ze jaren daar had gewoond en na het aanhoren van mijn verhaal riep ze spontaan uit dat ik op haar vervoersbewijs meekon naar Mönchengladbach. Daar kon ik dan de trein nemen naar Enschede. Bij alle ellende een geschenk uit de hemel, want zo onverwachts je weg zien te vinden in het Duitse openbaar vervoersnet valt niet mee als buitenlander. Dankzij haar stapte ik via het luchthavenstation en het Düsseldorf International Hauptbahnhof om 07.38 keurig in Mönchengladbach op de trein die me naar Dülmen zou brengen, alwaar ik veertig minuten tijd had om over te stappen op de trein naar Enschede.

De rit naar Dülmen duurde anderhalf uur, eindelijk tijd om even mijn ogen te sluiten, want jeetje, wat was ik moe na alle avonturen. Het werd een hazenslaapje, echt onder zeil gaan durfde ik niet, zo in mijn uppie met alle bagage om me heen. Bovendien moest ik heel nodig naar het toilet, maar helaas bleek het treintoilet afgesloten. Dat moest maar wachten tot Dülmen, waar ik alle tijd had. Zodra de trein stilstond, drukte ik al op de open-de-deur-knop, maar er gebeurde niets. ‘Buiten gebruik,’ wees een medepassagier behulpzaam naar een van de vele stickers op de deur. Dus hup, met de grote koffer door het smalle gangpad naar de volgende deur. Ook buiten gebruik! Snel verder naar deur drie… maar ja, te laat! We reden alweer…

Ik geef ruiterlijk toe dat ik een paar flinke vloeken door de trein heb laten knallen. Dit kon er ook nog wel bij! Ik had geen idee hoelang het zou duren tot aan het volgende station, geen idee wanneer er een trein terug naar Dülmen zou gaan, en inmiddels stond mijn blaas echt op knappen en het huilen me nader dan het lachen! Maar gelukkig bereikten we al na vijf minuten het volgende station, ging de deur zowaar open en kon ik op zoek naar een toilet. Alleen… dat was er niet. Ik stond als enige passagier op een verlaten station in the middle of nowhere met nergens een stationsgebouw in zicht. Wel wat lage begroeiing langs het perron… Ik heb me dus maar schuldig gemaakt aan wildplassen, je moet toch wat, nietwaar? En daarna ben ik eerst maar eens hoofdschuddend op een bankje gaan zitten met een sigaretje om even bij te komen. En zie, ik had geluk. De trein terug naar Dülmen kwam al na tien minuten, op het perron aan de andere kant, bereikbaar via hoge trappen af en op (heel leuk met een zware koffer als je al meer dan vierentwintig uur niet hebt geslapen!), en met acht minuten speling haalde ik daar toch nog de beoogde trein naar Enschede waar schoondochter en kleinzoon me op zondagochtend om elf uur eindelijk in de armen konden sluiten. Doodmoe, onder de blauwe plekken van het koffersjouwen maar heel blij dat het uiteindelijk allemaal toch was gelukt zat ik een uurtje later aan de koffie op de bank in Bentelo. En geloof me, kleinzoon Kai eindelijk in mijn armen te kunnen houden was echt de mooiste beloning die een oma kan krijgen na zo’n horrorreis vanuit het verre Griekenland.

Nu, een dag later, na een goede nachtrust in de nabijgelegen b&b Erve de Bosch, is de horror alweer aardig vergeten en zie ik er gelukkig toch ook de humor wel van in. Want zeg nou zelf, zoveel bizarre belevenissen op wat een supersnelle, makkelijke reis had moeten zijn – dat verzin je zelfs als romanschrijfster niet…  🙂

♥♥♥