Brand

Het waren – en zijn – angstige dagen hier in Griekenland. Met temperaturen van boven de 40°, gecombineerd met een droogte die al wekenlang aanhoudt en aangevuld met onvoorspelbare hete rukwinden in de middag is de kans dat er ergens in de omgeving brand uitbreekt bijna 100%. En wanneer zo’n beginnende brand niet meteen de kop wordt ingedrukt, dan kan het vuur al heel snel om zich heen grijpen. Met rampzalige gevolgen, zoals we onder andere op Rhodos hebben gezien.

Tot afgelopen week waren we hier op Pilion de dans ontsprongen, maar op maandagochtend hoorden en zagen we dat er boven Kala Nera, ons buurdorp, brand was uitgebroken. Kortsluiting in het elektrische circuit van een huurauto die tussen Visitza en Pinakates was gestrand. De vonkenregen belandde in de berm, met brand tot gevolg. Goddank was de brandweer er snel bij en al binnen een paar uur hoorden we dat het vuur onder controle was en het gevaar voor een uitslaande brand geweken.

En toen werd het woensdag 26 juli 2023. De dag waarop de temperaturen volgens de voorspellingen op zouden lopen naar 43°. De ochtend begon vreemd, het was bewolkt, met een vochtigheidsgraad van 70% en om negen uur ’s ochtends al een temperatuur van 30°. En het was stil, doodstil. Zelfs de krekels hielden hun mond. Alsof de natuur de adem inhield voor wat die dag al dan niet komen zou…

Waar iedereen bang voor was, gebeurde. Halverwege de middag bereikten ons de eerste meldingen over een grote brand bij Velestino, een dorp dat in het industriegebied ten noorden van de grote stad Volos ligt, aan de rijksweg die van Volos naar Thessaloniki leidt. De rookwolken waren vanaf ons schiereiland, gelegen aan de andere kant van Volos, al snel te zien. Wijzelf liepen geen gevaar, maar het vuur, aangewakkerd door de wind, verplaatste zich razendsnel de andere kant op, naar een gebied dat gekenmerkt wordt door veeteelt en landbouw. Meldingen vlogen de ether in, van dorpen die acuut geëvacueerd moesten worden, tot oproepen aan vrijwilligers om drinkwater te brengen voor de brandweermannen die probeerden de nu overal uitbrekende branden onder controle te krijgen. Het werd een nacht vol verschrikkingen voor eenieder die erbij betrokken was. In Volos werden in allerijl opvangplaatsen gecreëerd voor de stroom geëvacueerden, die steeds groter werd, naarmate de brand zich richting de kust en het vliegveld bij Nea Anchialos verplaatste.

De volgende ochtend, donderdag, kwamen er in eerste instantie positievere berichten. De branden zouden gedeeltelijk onder controle zijn. Voor ons, aan de andere kant van de baai, zag het er inderdaad rustig uit, dus de grote knal die aan het eind van de middag ons huis deed schudden kwam eigenlijk totaal onverwachts. Ik zat rustig op de bank naar een Netflix-film te kijken toen het gebeurde. De eerste gedachte die door me heen flitste, was dat manlief met dak en al naar beneden was gestort. Geen idee waarom ik dacht dat hij zich op dat dak zou bevinden, maar dat was echt mijn eerste gedachte. Dat het foute boel was, begreep ik wel, dus binnen een paar seconden stond ik buiten, waar niets te zien was van manlief of een ingestort dak. En terwijl ik nog enigszins verward om me heen keek, kwam de tweede knal, vele malen harder nog dan de eerste. Naast ons rende buurvrouw al schreeuwend en wijzend het balkon op. En toen zag ik het ook: een grote, dikke, zwarte rookpluim verscheen boven Volos!

De angst en de verwarring die je op zo’n moment voelt is moeilijk te beschrijven. Er schiet van alles door je heen terwijl je probeert te begrijpen wat er in godsnaam aan de hand is. Dat je de taal niet perfect beheerst helpt natuurlijk ook niet mee. Griekse nieuwszenders zijn normaal al lastig te volgen, maar als ze op volle snelheid een ramp verslaan, is dat voor ons nauwelijks te volgen. Gelukkig is er Facebook, dat ontplofte met allerlei berichten en met hulp van Google Translate kwam ik er al binnen tien minuten achter wat er was gebeurd: de brand had een munitiedepot van de militaire luchthaven bij Nea Anchialos, net buiten Volos, opgeblazen en naderde nu de brandstofopslagtanks. De kans dat er meerdere explosies zouden volgen was groot, en Nea Anchialos, het dorp dat op nog geen tien kilometer van het vliegveld ligt, moest halsoverkop geëvacueerd worden. Dat de brand inmiddels ook de doorgaande weg naar Volos had bereikt, maakte het er niet makkelijker op. De evacuatie moest daarom over zee plaatsvinden, en in allerijl werden particulieren opgeroepen om met hun privéboten naar de kust te komen om mensen te vervoeren. Bij toeval werd in Volos die dag het Wereldkampioenschap Jeugdzeilen gehouden, waardoor er veel zeilboten in de buurt aanwezig waren. De jonge deelnemers aarzelden geen moment en boden hun hulp aan. Dankzij hen konden ruim zeventig extra boten worden ingezet bij de ongelooflijke en moeilijke evacuatie van de inwoners van Nea Anchialos over het woelige water van de Pagasitische Golf.

Ondertussen hoorden wij aan onze kant van de baai al snel de op de militaire basis gestationeerde F16’s overvliegen, de een na de ander. Die werden in allerijl overgebracht naar een veiligere luchthaven, voor het vuur ook hen zou bereiken. Nea Anchialos is een van de grootste militaire luchtmachtbases van Griekenland, en de grote vraag is natuurlijk hoe het in godsnaam mogelijk is dat het vuur het munitiedepot, waaronder een paar flinke bommen, kon bereiken. En meer, want kleinere explosies waren de hele nacht door te horen.

In de loop van de nacht is het vuur geblust. Of liever gezegd, er was weinig meer over om te branden. De ravage bij daglicht is enorm. Zo kwam een van de projectielen uit het depot terecht in de Dimitra-wijnfabriek, waar al decennialang een bekende, lokale wijn geproduceerd en opgeslagen wordt. Daar is niet zo veel meer van over. Ook in Nea Anchialos zelf hebben de explosies veel schade aangericht aan huizen en andere gebouwen. Maar de schade aangericht door de branden die vanaf het noordelijke Velestino naar de zuidwestelijke kust zijn geraasd, hebben nog veel meer verwoestingen aangericht. Twee doden zijn er gevallen, meer dan drieduizend stuks vee zijn omgekomen, huizen en land zijn verwoest, en talloze mensen zijn in één nacht dakloos geworden, beroofd van alles wat ze hadden.

In deze vreemde, onwerkelijke dagen na de grote branden is de angst voor het vuur inmiddels verdrongen door woede om hoe dit alles heeft kunnen gebeuren. Ooggetuigen vertellen hun verhalen, over brandweerauto’s zonder water, over back-up pompen die niet werkten, over een coördinatieplan dat er ooit was, maar nooit uitgewerkt werd. Over de verwarring wie van wie commando’s moest krijgen, waardoor er op cruciale momenten te lang gewacht werd met ingrijpen… Ik was er niet bij, maar na achttien jaar hier valt het me niet moeilijk dit soort verhalen te geloven. Ik hoor ze in zomers als deze, waarin half Griekenland in de fik staat, telkens opnieuw. En opnieuw, en opnieuw…

Ik hou van dit land, met heel mijn hart, maar datzelfde hart huilt om alles wat de bewoners ervan aangedaan wordt: door regeringen die al heel lang geleden vergeten zijn dat een regering er is voor het volk – en niet om zichzelf te verrijken ten koste van datzelfde volk…

♥♥♥

Boekenpraat

Ik mag voor nu dan wel gepensioneerd schrijfster zijn, dat betekent niet dat mijn eerder gedane arbeid ook stopt. Vorig jaar al hoorde ik dat uitgeverij HarperCollins mijn De Rozen van Beekbrugge-serie opnieuw uit wilde brengen, maar dan als paperback, dus in een nieuw formaat en met een nieuwe cover. Eerder zijn ze verschenen als Harlequin Romance pockets, en voor wie niet zo thuis is in de boekenwereld een korte verduidelijking: Harlequin pockets worden in kiosken en supermarkt verkocht, HarperCollins’ paperbacks in de boekhandel. Boekhandel-publiek zal niet zo gauw naar een Harlequin-pocket grijpen, maar doe je er een ander jasje omheen, dan is het ineens een ‘echte’ roman. Daarmee bereik je dus een totaal andere doelgroep, met name de wat meer ‘literaire’ lezers, die – en nu generaliseer ik even, dus voel je alsjeblieft niet beledigd! – normaal gesproken hun neus optrekken voor alles waar Harlequin of Bouquetreeks op staat.

Verlakkerij waar je bij staat, maar hee, wie ben ik? Het neerkijken op het romantische genre door ‘literatuurliefhebbers’ is iets waar ik al tweeëntwintig jaar mee te dealen heb. Ik blijf het nog steeds vreemd vinden, die gigantische kloof tussen ‘literair’ en ‘lectuur’. Ik kan me niet voorstellen dat iemand die van klassieke muziek houdt zal beweren dat popmuziek geen volwaardige muziek is. Het zijn gewoon twee verschillende genres. Sommigen houden van klassiek, sommigen van popmuziek, anderen houden van beiden. Prima toch? Zo is er voor elk wat wils, maar er is nog een lange weg te gaan voor echte literatuurliefhebbers het genre waar ik in schrijf als ‘volwaardige boeken’ zullen beschouwen.

In ieder geval helpt zo’n andere paperbackcover eromheen met een HarperCollins-logo erop zeker mee om mijn Rozen-meiden aan een breder publiek te presenteren, iets waar ik heel blij mee ben. Naamsbekendheid valt en staat bij promotie, en een grote uitgeverij als HarperCollins heeft daarvoor een groter budget beschikbaar dan een kleine uitgeverij, zo simpel is het nu eenmaal. Meer naamsbekendheid betekent echter ook meer belangstelling voor eerder uitgebrachte boeken, en daar zat in dit geval nu net de kneep. Vorig jaar heeft mijn andere uitgeverij namelijk besloten dat het op de markt houden van mijn bij hen uitgebrachte boeken in paperbackuitvoering niet meer rendabel was. Logisch, want ze zijn al heel wat jaartjes op de markt en eerlijk is eerlijk, mijn genre wordt tegenwoordig voornamelijk in e-book uitvoering gelezen. Alleen… de nieuwe doelgroep die nu bereikt wordt met de paperbackuitgave van De Rozen van Beekbrugge heeft vaak liever een gedrukt boek in handen dan een digitaal boek, en hoe jammer is het dan als die eerder gedrukte boeken niet meer te koop zijn?

Nu gun ik die nieuwe lezers graag een exemplaar van mijn vroegere werk, maar ik weet ook dat geen enkele uitgeverij zit te wachten op het opnieuw uitgeven van verhalen die al zo’n dikke tien jaar in allerlei uitvoeringen op de markt zijn. Gelukkig zijn er tegenwoordig meer mogelijkheden om een boek uit te geven dan een gerenommeerde uitgeverij. Het gebruik van een self publishing platform is niet al te moeilijk, en aangezien ik aardig wat ervaring heb opgedaan in dingen als vormgeving en binnenwerk besloot ik al snel om dan zelf maar nieuwe paperbackuitgaves te maken van mijn oudere werk.

Het kostte wel wat zweetdruppeltjes en uren prutsen om alles goed te krijgen, maar het is gelukt! Nou ja, de eerste vier romans die ik op het to-dolijstje had staan. De andere zes zullen in de loop van de komende weken/maanden volgen, maar ik kan u met gepaste trots mededelen dat de gehele Onder de Griekse zon-serie vanaf nu eindelijk ook weer als losse paperback te verkrijgen is, uiteraard met gloednieuwe, moderne covers, die ondergetekende ook helemaal zelf in elkaar heeft geprutst.

Ik ben best trots op het resultaat, vandaar ook deze ‘boekencolumn’, want veel meer dan nieuws over mijn boeken heb ik over afgelopen maand eigenlijk niet te vertellen. Oké, ik had ook een uitgebreid verhaal kunnen schrijven over mijn negatieve tandartservaringen, waardoor ik komende week twee kiezen zal kwijtraken bij een nieuwe, gelukkig veel lievere en hopelijk veel betere tandarts dan degene die de afgelopen tien jaar mijn gebit ondanks regelmatige bezoeken danig verwaarloosd heeft. Of ik had het ook over het mooie lenteweer kunnen hebben, waardoor onze tuin iedere dag een beetje meer in een kleurrijke bloemenzee verandert. Of ik had kunnen schrijven over onze dorpssupermarkt, die na de vrije Onafhankelijkheidsdag op zaterdag – een nationale feestdag – ook op de maandag erna totaal onverwacht gesloten bleek te zijn. Gelukkig wist de buurvrouw te vertellen dat de twee eigenaren met hun gezin op bedevaartweekend waren en pas op dinsdag weer open zouden gaan. Tja, dat bidden moet ook gebeuren, dat begrijp ik wel, maar dat je dan voor vertrek niet even een papiertje op de deur plakt om te vertellen wanneer je weer opengaat is toch wel een beetje onhandig voor de klanten. Niet iedereen heeft een buurvrouw bij de hand die weet waar iedereen is.

Afijn, zo zijn er nog wel een aantal ditjes en datjes waarover ik had kunnen schrijven, maar ik vond het dit keer veel leuker om mijn boekennieuws met jullie te delen. Per slot van rekening ben en blijf ik toch altijd ‘die Hollandse schrijfster in Pilion’… ook als ik met pensioen ben 😉

♥♥♥

 

Het Griekse Systeem

In navolging van de meeste andere EU-landen besloot de regering begin dit jaar iedereen een huisarts toe te wijzen. Tot nu toe sleepte je als patiënt je eigen medische dossier met bloeduitslagen, onderzoeken, röntgenfoto’s en dergelijke in een plastic tasje of zelfgekochte dossiermap van dokter tot dokter mee, wat zowel voor dokter als patiënt een heel gedoe is. Dat zou dus binnenkort verleden tijd moeten zijn. De huisarts zal gaan fungeren als spin in het medische web, je eerste aanspreekpunt worden bij ziekte en je medische dossier in het systeem bijhouden. Een zeer lovenswaardig streven, ware het niet dat er zoals bij zovele regeringsbesluiten niet echt over nagedacht is.

Eenieder werd gesommeerd zich vóór 1 september in te schrijven bij hun nieuwe huisarts via een online gezondheidsplatform, op straffe van een flinke boete. Aangezien wij boetes die je kunt voorkomen zondegeld vinden, probeerde ik al voor mijn vakantie naar Nederland onze inschrijving in orde te maken. Drie maanden later was het me echter nog steeds niet gelukt om überhaupt dat platform in te komen, ondanks het feit dat ik over de noodzakelijke inlogcodes beschik. Tijd dus voor hardere maatregelen, oftewel hulp van de KEP, een ‘regeringskantoor’ waar je ook moet zijn als je bijvoorbeeld belangrijke officiële formulieren met heel veel stempels nodig hebt. Daar weten ze alles over regeringsbesluiten en de uitvoering daarvan.

Niet dus. ‘De doktersinschrijving moet je zelf doen,’ zei de mevrouw van de KEP in Kala Nera. ‘Via het onlineplatform.’ Toen ik haar uitlegde dat ik daar niet inkwam, checkte ze heel bereidwillig mijn inlogcodes, maar daar lag het niet aan. ‘Vraag het maar in de apotheek. Dit gaat over gezondheidszorg, wij gaan daar niet over,’ aldus de KEP mevrouw. Dus op naar de apotheek in Kala Nera. ‘Klopt, wij kunnen ook niet in dat platform komen,’ zei de apotheker. ‘Geen idee waar het aan ligt. Ga maar naar de KEP, daar helpen ze je wel.’ Een duidelijk voorbeeld dus van hoe je van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Maar na enig aandringen kon ik volgens de apotheker misschien ook wel ingeschreven worden door een dokter van de dokterspost in Kato Gatzea.

Ik had geluk. In de niet iedere dag bemande dokterspost was zowaar een kantoormedewerkster aanwezig, die me opgewekt vertelde dat ik daarvoor inderdaad bij een dokter moest zijn. ‘Maar we hebben hier al maanden geen doktersspreekuur gehad, er is geen dokter beschikbaar. Misschien ergens in oktober. Vraag het maar even bij de apotheek, en anders moet je naar Argalasti. Bij de KEP, daar kunnen ze je zeker verder helpen,’ voegde ze er behulpzaam aan toe. Tja, de apotheek had ik al gehad, en bij de KEP was ik ook al geweest, maar misschien wisten ze in het iets grotere Argalasti wel meer. Ditmaal waagde ik er eerst maar een telefoontje aan. Wat een goede keuze was, want ook deze dame riep opgewekt dat ik niet bij hen, maar bij de apotheek moest zijn. Afijn, inmiddels had ik dus al ruim twee uur in een kringetje rondgedraaid en was ik nog geen stap verder gekomen. Ik besloot het voor gezien te houden, en het een andere keer nog maar eens te proberen. Ervaring heeft ons geleerd dat dat in een dergelijk geval de beste oplossing is.

En zie, de oplossing kwam vanzelf naar ons toe: in de persoon van onze huishoudelijke hulp, die met dezelfde problemen kampte. Een paar dagen na mijn eigen mislukte pogingen belde ze me enthousiast op. ‘Hoi, ik sta in een apotheek in Volos, voor die inschrijving. Ze zeggen hier dat het platform inderdaad gesloten is voor particulieren – omdat er niet voldoende dokters zijn voor iedereen. Het goede nieuws is dat zij nog wel in het systeem kunnen en er is nog een dokter vrij in Agria. Als je mij jouw gegevens geeft, dan schrijft zij ons allemaal in bij die dokter, zodat we in ieder geval in het systeem staan en geen boete krijgen.’ En zo geschiedde het. Binnen een paar minuten was alles in kannen en kruiken, zodat wij nu een huisarts hebben in Agria. Nou ja, op papier. De toegewezen ‘huisarts’ blijkt gewoon een bij het algemeen ziekenfonds ingeschreven dokter te zijn, die net als de IKA-dokters van de dokterspost in Kato Gatzea volgens een niet betrouwbaar roulatieschema verplicht van dorp naar dorp trekken om daar één keer in de week spreekuur te houden. Niet handig als je op een andere dag ziek wordt en dringend je huisarts nodig hebt.

In ieder geval hebben wij inmiddels dus netjes voldaan aan de regels, die – zoals ik een paar dagen geleden las – alweer zijn aangepast op boete-gebied. Gezien het tekort aan dokters is de al eerder naar 1 oktober uitgestelde datum nog een keer uitgesteld naar 31 december. In de tussentijd wordt er van hogerhand naarstig gezocht naar dokters in de private sector, waaronder ook specialisten, die zich als ‘huisarts’ beschikbaar willen stellen. Ik zei het al in het begin: typisch weer zo’n besluit waarover niet is nagedacht. En grote kans dat het hele besluit na de volgende verkiezingen door een nieuwe regering weer teruggedraaid wordt. Ook dat zal niet de eerste keer zijn.

Hoe het nu allemaal verdergaat met die nieuwe huisarts van ons? We hebben geen idee. Volgens de instructies moeten we allereerst een kennismakingsafspraak maken – via het online platform, waar ik nog steeds niet inkom. Nou ja, we blijven het proberen, dat wel. Volgend jaar of zo… 😉

♥♥♥

 

Eindejaarscolumn

De zonnewende van 2019 heeft op 21 december plaatsgevonden, wat betekent dat we de langste nacht er alweer op hebben zitten. De dagen gaan dus lengen, een paar minuutjes per dag slechts, maar net als die vele druppeltjes die een emmer vol maken, zet dat echt wel zoden aan de dijk. Over een paar weken begint de natuur te ontwaken, hoeven we steeds later het licht aan te doen en hebben we alle decemberfeesten weer achter de rug.

Op dit moment zitter we er echter nog middenin. Of je er nu wel of niet van houdt, er veel of weinig aan doet, het blijft altijd een enerverende tijd, die laatste weken van het jaar. Hoewel… als ik heel eerlijk ben, merken we er hier in Kato Gatzea verdraaid weinig van. We hadden heerlijk zonnige dagen, mooi weer, en aangezien zoonlief de kerstdagen dit jaar elders doorbrengt, hoefde ik ook niet echt veel vooruit te werken om een paar weken ‘vrij’ te hebben. We kachelen dus gewoon in een rustig tempo voort en zien wel wat de komende tijd op ons pad komt. Dat ‘kachelen’ ging zelfs zo rustig, dat ik me dit weekend pas over het kerstmenu heb gebogen, en daarna een beetje kerstversiering heb aangebracht. We houden het simpel dit jaar. Met een jong, energiek katje in huis kun je geen overdadige versiering hebben, in ieder geval niet in een woonkamer van vier bij vijf die al vol staat met meubels en andere aanverwante artikelen. Of misschien gebruik ik dat wel als goed excuus om niet alles uit de kerstkast te trekken, dat kan natuurlijk ook. Hoe het ook zij, de echte kerststemming zit er bij mij blijkbaar nog niet helemaal in, maar wat niet is, kan nog komen. En zo niet, dan vind ik dat ook prima. Een ieder moet gewoon doen waar hij of zij zich prettig bij voelt, en voor ons is dat dit jaar dus lekker vanaf de zijlijn kijken naar de gekte die er tegenwoordig rond de feestdagen heerst.

Ik denk dat ik niet de enige ben die zich in deze periode regelmatig afvraagt wat er is gebeurd met die simpele, eenvoudige kerstdagen van weleer. Dagen waarin het kerstmaal – zoals bij ons thuis – bestond uit een helder kippensoepje, kip als hoofdgerecht, en ijs met warme kersensaus toe. Jaar in jaar uit, daar hoefde niemand over na te denken. Een huzarenslaatje, wat doppertjes en peentjes en een schaal appelmoes op de met het papieren kersttafelkleed gedekte tafel als bijgerecht en dat was dat. Na het kerstdiner was het tijd om bij de kerstboom-zonder-cadeautjes-eronder te relaxen met een boek, een bordspel of – mijn moeder – de kerstpuzzel uit de krant. Voor de kerstmuziek zorgden we zelf, bij het orgel van pa, want radio en televisie gingen op die dagen alleen aan voor de kerstrede van de koningin. Het waren dagen voor het gezin, de rest van de familie zagen we pas op nieuwjaarsochtend, als we allemaal bij oma en opa koffie gingen drinken. Wij kinderen kregen natuurlijk geen koffie, maar één glaasje limonade, een piepklein glaasje ook nog eens, zoiets als waaruit ik nu mijn tsipourootje drink. Het opa en oma-huisje barstte dan bijna uit zijn voegen, want mijn pa had zes broers en één zus, maar met een beetje opschuiven paste het wel. En voor ons kinderen was het iets om naar uit te kijken, want het kerstrapport mocht mee, en met een beetje geluk kon je van iedere oom wel een dubbeltje of iets meer scoren omdat je zo goed je best had gedaan.

Ach ja, die tijd ligt al heel lang achter ons, en zo simpel hoeft het natuurlijk ook niet meer vandaag de dag. Dat kan ook niet meer, de tijden zijn veranderd en wij mensen zijn mee veranderd. Maar toch, al die overdaad in de winkels, al dat ‘moeten’, het een nog mooier en specialer dan het andere, dat opgeklopte kerstgevoel… ik kan er maar niet aan wennen. Gelukkig hoef ik dat ook niet, want ons leven in Pilion is normaal gesproken al een leven buiten de hedendaagse hectiek en dat geldt dus zeker ook voor de decemberperiode. Op welke wijze je deze kerst ook viert, rustig of uitbundig, alleen of met een groot gezelschap, ik hoop dat je ervan zult genieten. En vooral dat je toch ook even stil zult staan bij al die mensen die niet het geluk hebben om de kerstdagen door te brengen zoals ze dat zo graag zouden willen. Voor mij zijn dat de vluchtelingen op Lesbos, voor een ander misschien de dakloze op de hoek van je straat. Een beetje liefde en hoop geven aan andere mensen… het is zo’n kleine moeite, en als we dat nou allemaal gewoon doen, dan ziet de wereld er al heel snel een stuk beter uit. Dat is namelijk wat ik iedereen voor 2020 uit de grond van mijn hart toewens: een betere wereld – zonder al dat oervervelende gehakketak, dat ongelooflijk negatieve venijn en vooral die niet te bevatten afschuwelijke misdaden. Ik wil zo heel graag een wereld waarin we respect hebben voor elkaar, ongeacht huidskleur, geloof, sekse, eetgewoonten, uiterlijk of handicap. En verdorie, zo moeilijk is dat toch niet? Als we er allemaal ons best voor doen, dan moet het een keer lukken, want een betere wereld begint echt nog steeds bij jezelf!

Behalve die betere wereld wens ik jullie vanuit het rustige Kato Gatzea natuurlijk hele fijne kerstdagen en een mooi, liefdevol, avontuurlijk en vooral gezond 2020! Maak er iets moois van, geniet van iedere dag en wees een beetje lief voor elkaar, dan wordt het vast een fantastisch jaar!

ΚΑΛΑ ΧΡΙΣΤΟΥΓΕΝΝΑ, ΚΑΛΗ ΧΡΟΝΙΑ!

♥♥♥♥♥

Genieten…

Voor degenen onder u die het nog niet weten: Smaak van Liefde, het eerste deel van De Rozen van Beekbrugge, heeft op 18 juni 2018 het levenslicht gezien. Een feestelijke gebeurtenis die ik hier in Pilion samen met manlief heb gevierd met een extra tsipourootje en een heerlijk etentje bij de lokale taverne in Kato Gatzea. Het nadeel van in het buitenland wonen, is dat ik mijn eigen gedrukte boek nog niet zelf in handen heb gehad. De post is niet zo snel, wat betekent dat de doos met mijn auteursexemplaren nog ergens tussen NL en GR onderweg is. Dat hele bijzondere moment dat je als auteur die doos opendoet, dat de ‘nieuwe boekengeur’ je neusgaten in zweeft, en dat je met je vingers voor het eerst teder over die al zo bekende en toch onbekende kaft strijkt… dat bijzondere moment staat me dus nog te wachten, maar dat is niet erg. Niet wanneer je zo’n fantastische achterban hebt, die enthousiast foto’s toestuurt van mijn boek in een tent op Vlieland, mijn boek in de supermarkt, mijn boek wachtend op een ligbedje in de zon, mijn boek op het tafeltje naast de koffie, mijn boek in de boodschappentas…

Maar zoals mijn lezers een diepe zucht slaken als het boek uit is en weer verdergaan met wat ze daarvoor aan het doen waren, zo gaat ook mijn leven natuurlijk gewoon verder. Ik ben inmiddels aan de laatste loodjes van deel twee bezig, dat met een beetje mazzel net voor de kerst te koop zal zijn. Een leuk cadeautje voor onder de kerstboom dus. Het verhaal moet daar natuurlijk wel een beetje bij aansluiten en dat valt niet altijd mee als je het zit te schrijven op een zonnig Grieks terras bij dertig plus graden. Ik hoop dus maar dat ik de kerstsfeer ondanks de zomerse temperaturen toch een beetje goed kan overbrengen, en zal bij het nalezen extra opletten dat er niet al te vaak een zonnetje schijnt als mijn hoofdpersonen hun avonturen beleven.

Voorlopig blijft het hier nog wel even zomer, hoewel daar de afgelopen week weinig van te merken was. Onweer, regen en storm hebben ruim drie dagen lang het land in hun greep gehouden, en het waren beslist geen zielige zomerdruppeltjes die er vielen. Met bakken vol kwam het naar beneden, wat uiteraard de nodige schade heeft aangericht. In onze naaste omgeving viel het gelukkig mee, maar in het noorden van Pilion zijn er weer heel wat meedogenloze waterstromen vanaf de bergen naar de zee gestroomd zodat wegen en stranden het na de toch al heftige regenwinter opnieuw flink te verduren hebben gekregen. Het was heel raar om de verjaardag van manlief voor het eerst in al die jaren binnenshuis te vieren. Naar de bakker gaan voor taart was er niet bij door alle heftige onweers- en regenbuien, maar de zelf gebakken Hollandse boterkoek smaakte net zo lekker. Ik was het bakken gelukkig nog niet verleerd en wist zelfs nog waar de mixer zich bevond! De dag erna hebben we de erwtensoep uit de vriezer gehaald en de kachel aangestoken. Dat laatste niet zozeer omdat het koud was – achttien graden valt nog wel mee – maar meer om het vocht te verjagen, want na drie dagen onafgebroken regen voelt hier werkelijk alles klam en koud aan. Inmiddels is de zon gelukkig weer terug en kan ik mijn laatste hoofdstukken afschrijven op het terras bij temperaturen van zo’n vijfentwintig graden. Niet verkeerd dus, en een verademing vergeleken bij de extreem warme zomer van vorig jaar.

Door de regen viel ook mijn alweer veel te lang uitgestelde kappersbezoek in het water, zodat ik erg blij ben met onze dichtbegroeide heg. Vanaf de straat ben ik niet te zien, wat maar goed is ook. Ik lijk in de verste verte niet op de mooie auteursfoto in mijn boek! Zo’n laag uitgesneden glitterjurk heb ik trouwens niet iedere dag aan, hoor, zeker niet als het koud en regenachtig is. Dikke sokken in mijn sandalen, mijn oude verwassen winterlegging en een uitgelubberd T-shirt met een afgedragen joggingvest erover was de dracht waarin ik afgelopen week heb rondgelopen. Dat gecombineerd met de uitgegroeide haardos… Afijn, een en ander is inmiddels weer verwisseld voor mijn heerlijk wijde zomerjurk – volgens manlief ook niet al te flatteus, maar dat terzijde – en dat haar komt volgende week hopelijk wel goed. Als eerst dat tweede deel nou maar af is, dan heb ik misschien weer een beetje tijd om achterstallig onderhoud aan mezelf te plegen en net als al die vakantiegangers die hier rondlopen een paar weekjes lekker relaxt te genieten van al het moois dat Pilion te bieden heeft.

Voorlopig blijf ik echter nog even een paar weekjes aan mijn computer vastgekleefd zitten en geniet ik tussen het schrijven door van alle mooie foto’s en lieve reacties die jullie mij toesturen. Dat is voor mij de allermooiste reden om gewoon door te gaan met wat ik het liefste doe: een heerlijk zonnige feelgood-roman voor jullie maken 😉

♥♥♥♥♥