Het is bijna niet te geloven, maar wij zijn deze maand aan ons vijftiende jaar in Pilion begonnen. Leven in een ander land is niet altijd makkelijk. Het betekent uiteraard dat je je eigen plekje moet zien te vinden in een andere cultuur – wat niet per se betekent dat je daarbij je eigen roots maar gewoon moet vergeten. Integendeel, zou ik haast zeggen. Ik heb dankzij het internet afgelopen zaterdag gigantisch zitten smullen van de koninklijke Koningsdag-viering in Amersfoort, iets wat ik waarschijnlijk niet had gedaan als ik nog in Nederland had gewoond. Dan had ik hoogstwaarschijnlijk bij de Wannebiezz op het Veerplein in Vlaardingen gestaan met een koud biertje in mijn hand. Nu, ver van het ‘thuisland’, vond ik het heerlijk om languit voor de buis te hangen. Wat hebben wij toch een ontzettend leuk koningshuis als je dat vergelijkt met dat van andere landen. Zo spontaan, zo dicht bij het volk, dat is toch wel een unicum in deze wereld.
Nou ja, dat vind ik, maar misschien ben ik een beetje bevooroordeeld. Ik kom nu eenmaal uit een Oranje-gezind gezin, waar het traditionele Soestdijk-defilé op de zwart-wit televisie ieder jaar opnieuw bekeken werd onder het nuttigen van koffie met een oranjetompoes van de Hema. Daarna aten we witbrood met verse paling die mijn vader ondertussen bij vishandel ’t Hoogertje in het Vlaardingse centrum had gehaald. Pa was namelijk ook wel pro-Oranje, maar niet dusdanig dat hij urenlang naar ‘dat gedoe’ ging zitten staren. Achteraf verdenk ik hem ervan dat hij die palingtraditie zelf heeft bedacht om aan het ‘kastje kijken’ te ontsnappen, maar zolang hij maar op tijd met die paling terugkwam, vonden wij thuisblijvers dat geen enkel probleem. Paling en de oranjetompoes heb ik dit jaar moeten missen, maar twee jaar geleden was ik heel toevallig wel op Koningsdag in Nederland. Hoe leuk is dat, als je na al die jaren zo’n ouderwets feest in een nieuw jasje weer eens mee mag maken. De braderie, de kermis, de vrijmarkt, de terrasjes, de paling en de tompoes… Ik heb ervan genoten. Misschien wel dubbel, omdat ik het niet meer elk jaar meemaak. Het is nu eenmaal een unieke feestdag in het Nederlandse leven, zo’n dag waarop je je ook in het buitenland even heel erg ‘Nederlands’ wilt voelen, al is het dan maar vanachter je laptop op een zonnig terrasje onder de nog niet zo heel erg dik bebladerde druivenranken.
Dit jaar viel Koningsdag op de zaterdag voor het Griekse paasfeest. Terwijl ik digitaal in Amersfoort vertoefde, waren mijn buren druk bezig met het voorbereiden van de paasbarbecue en de andere feestelijkheden die ’s nachts om twaalf uur in de kerk beginnen met het verspreiden van ‘Het Licht’. De Papa – zo wordt de Griekse priester genoemd – komt dan vanachter het altaar de donkere kerk in met een grote kaars, aangestoken door de heilige vlam die vanuit Jeruzalem ingevlogen wordt. Degenen die vooraan in de kerk staan, steken hun meegebrachte kaarsje aan die grote kaars aan, waarna het licht wordt doorgegeven aan iedereen die in de kerk en op het kerkplein aanwezig is. Dit alles gaat gepaard met het afsteken van vuurwerk, het knallen van rotjes en het elkaar ‘Xristos Anesti’ – Christus is opgestaan! – toe roepen. Totaal anders dus dan de paasdiensten die ik vroeger op zondagochtend in onze kerk meemaakte. Het enige wat me daarvan is bijgebleven is het ingetogen en vooral níét jubelend gezongen: ‘Daar juicht een toon, daar klinkt een stem die galmt door gans’ Jeruzalem.’ Ach ja, ’s lands wijs, ’s lands eer…
Het Griekse paasfeest is een echte belevenis, en heb je de kans om het een keer mee te maken, dan kan ik dat zeker aanraden, of je nu wel of niet gelovig bent. Natuurlijk staat de kerk centraal in de viering, maar zodra dat ‘gebeurd’ is, en er door de kerkgangers na afloop van de dienst thuis de traditionele longsoep ter afsluiting van de vastenperiode is gegeten, begint op zondagochtend al vroeg het grote feest. Samen met familie en vrienden wordt er de hele dag door gegeten, gedronken, gedanst en gekletst, traditioneel met een lammetje of geit aan het spit in de tuin, op straat of op het balkon. Een belangrijke feestdag dus voor de Grieken, en voor hen echt vele malen belangrijker dan ‘onze’ Kerst. Behalve de drukte in de kerk en de keuken, begint ook de drukte op de wegen al in de dagen ervoor, want het mooiste paasfeest vier je natuurlijk met je familie in je geboortedorp, en aangezien Griekse families vaak honderden kilometers uit elkaar wonen, is het in de week voor Pasen altijd een heel gedoe van zich van hot naar her verplaatsende Grieken. Ook in ons dorpje was het in dit afgelopen weekend weer gezellig druk met al die feestende families om ons heen, maar ik moet eerlijk bekennen dat het een beetje langs ons heen is gegaan. Zo’n Grieks paasfeest is best heel leuk om een keer mee te maken, maar aangezien wij niet zo kerks zijn, en ook niet echt genieten van al die onschuldige lammetjes en geiten aan het spit, houden wij het meestal maar gewoon bij een paasbrunch met zijn tweetjes op ons eigen terras. En dat was ook deze keer weer helemaal geslaagd met een zeer uitgebreid Engels roerei-met-spek-en-worstjes-ontbijt, inclusief verse fruitsalade, een Franse kaas-plankje en een zelfgebakken Paastulband. Heerlijk vind ik dat, en we hadden de rest van de dag geen enkele behoefte aan nog een andere maaltijd.
Tweede Paasdag hebben we wel gezellig een tsipourootje gedaan bij To Balconi, de ouzeri van Apostoli aan het eind van de boulevard in Kato Gatzea. Het zonnetje scheen, het uitzicht over de Golf was weer prachtig mooi, en de mezes, de hapjes bij de tsipouro, waren heerlijk. Toen we daarna voldaan naar huis slenterden, zagen we op een van de andere terrasjes ineens twee Nederlandse vrienden, met wie we een heerlijke frappé hebben gedronken tijdens het uitgebreid bijkletsen. En later die middag stond er plotseling een in Volos wonende Nederlandse vriendin met haar zoon voor ons tuinhek. Zo leuk, het was al twee jaar geleden dat we elkaar hadden ontmoet, maar we gingen gewoon weer verder waar we toen waren gebleven. Kortom, een supergezellige dag met onverwachte, spontane ontmoetingen. En daar kan ik dus heel erg van genieten na het maandenlange gedisciplineerde schrijfwerk.
Vandaag keert de rust langzaam weer terug in het dorp, al blijft het de hele week wat drukker dan hiervoor. Familie en vrienden knopen vaak een aantal vakantiedagen aan hun Paasbezoek vast, zoals wij dat gewend zijn in de kerstvakantie. In de grote stad is het rustig, sommige kleinere winkels zijn ‘wegens vakantie’ gesloten, de openbare instanties draaien op halve kracht. En gezien het trage tempo waarin het hier normaal al draait, kun je nu beter even een weekje wachten als je iets officieels gedaan moet krijgen. Dat zijn zo van die dingen die je leert als je hier al zo’n vijftien jaar woont. De lange zomer is in aantocht, dat is overal te merken. Toeristen duiken alweer op met hun camper of tent op de nabijgelegen camping vanwege de Noord-Europese meivakantie en de vaste gepensioneerde Nederlandse zomergasten druppelen zachtjesaan de Pilion weer binnen voor hun maandenlange verblijf in het gastvrije Griekenland. Voor ons betekent dit het einde van een periode waarin we met onze Griekse dorpsgenoten heerlijk hebben genoten van een gelukkig rustige winter zonder al te veel sneeuw-ellende en andere rampspoeden. Onze lange winterslaap is voorbij, ook wij worden langzaam weer actief, en ik verheug me op het weerzien met vrienden en bekenden die hier hun vakantie komen doorbrengen. Ondanks dat vervult het afscheid van de winter me toch altijd ook met een klein beetje weemoed. Wij vinden die rustige Griekse winters in ons kleine kustdorpje heerlijk, en hebben ons geen moment verveeld, al kan ik me heel goed voorstellen dat anderen er gillend gek van worden. Gelukkig maar, denk ik dan stiekem, want zo blijven ónze winters tenminste lekker rustig… 😉
De winter was heerlijk in ons geliefde Griekenland….. maar we verheugen ons al op de meivakantie.
Tot snel x