Herfst in Pilion

Ik had u vandaag graag weer een mooie column over mijn herfstbelevenissen hier in Pilion voorgeschoteld, maar helaas. Ik heb de afgelopen weken vrijwel niets meegemaakt, omdat ik al enige tijd uit de roulatie ben door een fikse verkoudheid. Op zich niet zo heel erg, maar toen ik na tien dagen hoesten en proesten naar adem happend wakker werd en een grote gelijkenis vertoonde met een vis op het droge, leek het me verstandig om toch maar een arts te bezoeken. Antibiotica, inhalers en hoestsiroop met codeïne heb ik gekregen om een en ander niet tot een longontsteking te laten komen. Twee dagen verder ben ik nu en ja, er zit al wel een beetje vooruitgang in, maar diep ademhalen zonder in een ratelende hoestbui uit te barsten is er nog niet bij. Ik moet dus nog even geduld hebben, gewoon rustig aan doen, netjes op tijd mijn pilletjes innemen en het kuurtje helemaal afmaken. Alleen… er ‘moet’ vandaag wel een column geschreven worden! En dat is nogal lastig als je niets anders hebt meegemaakt dan snotteren en bankhangen.

Toen ik zojuist mijn lege Worddocument opende, kreeg ik echter zoals altijd de vraag: ‘Wat wilt u samenstellen in Copilot?’ Een vraag van iets in mijn Word-programma waar ik nooit om gevraagd heb en er derhalve ook nooit iets mee doe. Dat hele AI-gebeuren vind ik namelijk maar niks. Ik weet maar al te goed dat mijn boeken – en die van heel veel medeauteurs – zonder toestemming en copyright compensatie zijn gebruikt om het AI-geheugen te ‘voeden’. Met hulp van AI en een beetje moeite kan iedereen in no-time een leuke feelgood roman schrijven, bijvoorbeeld ‘in de stijl van Wilma Hollander’. Als je dan weet dat ik bijna een jaar over één roman heb gedaan, er vrijwel dagelijks mee bezig ben geweest en er heel veel werk en liefde in heb gestoken, dan is het natuurlijk wel heel wrang dat een ander daar via AI de vruchten van plukt en er centjes voor opstrijkt zonder dat de oorspronkelijke auteur – ik dus in dit voorbeeld – daarvoor gecompenseerd wordt. Daarom heb ik die Copilot tot nu toe compleet genegeerd en altijd netjes zelf mijn schrijfsels bedacht en geschreven. Omdat ik het zelf gewoon beter kan, anders zou er niet van mij gestolen zijn, nietwaar?

Maar goed, omdat ik vandaag dus echt geen idee had waarover ik moest schrijven, dacht ik in een opwelling: ‘Ach, waarom ook niet? Ik kan wel wat hulp gebruiken nu.’ En ik tikte het volgende in: schrijf een column over leven en verkouden zijn in Pilion in oktober. En wow, binnen drie seconden stond het volgende op mijn scherm:

‘Oktober in Pilion heeft iets magisch. Het is alsof de tijd er even vertraagt, net als de zon die met lange, gouden stralen de glooiende bossen en verlaten stranden kust. Je voelt het aan alles: de zomerdrukte is verdwenen, de natuur ademt opgelucht uit, en er hangt een aangename rust over de dorpen die zich als witte stipjes tegen de groene heuvels nestelen. De dagen beginnen fris. Een trui is wel nodig, want in de vroege ochtend hangt er vaak een nevel boven de olijfgaarden. Maar zodra de eerste zonnestralen doorbreken, kun je alweer zonder jas naar buiten. Je hoort het zachte geritsel van bladeren onder je voeten tijdens een wandeling naar het dorp. De kastanjebomen laten hun vruchten vallen, en op de markt verkoopt de buurman zijn eerste pompoenen van het seizoen. Iedereen groet elkaar, want haast bestaat niet meer zodra september voorbij is.

Leven in Pilion in oktober betekent ook: genieten van de stilte. Op het verlaten strand kun je uren zitten zonder een mens te zien. Alleen het ritmische geluid van de golven, een vissersbootje in de verte, en misschien een brutale kat die op zoek is naar een restje lunch. De zee is nog warm genoeg voor een frisse duik, maar het zijn vooral de lokale bewoners die nu het water trotseren. De toeristen zijn vertrokken, de terrassen zijn half vol, en de gesprekken gaan weer gewoon over het oogsten van olijven, de toestand van de weg naar Volos, en natuurlijk het weer.

Maar oktober in Pilion kent ook zijn eigen plagen. Neem nou die typische verkoudheid die je ineens te pakken kan krijgen. Je denkt dat je veilig bent, zo tussen de glooiende heuvels, met de geur van natte aarde en het zachte ruisen van de zee op de achtergrond. Maar op een ochtend word je wakker met een kriebel in je keel. De zon schijnt wel, hoor, maar je hoofd voelt zwaarder dan een mand vol kastanjes en je neus loopt als de beekjes na de eerste herfstregen. Verkouden zijn in Pilion heeft iets paradoxaals. Aan de ene kant ben je omringd door frisse lucht en rustgevende natuur, aan de andere kant snak je naar een droge zakdoek en een warme kop thee met honing van de buurman. Lokale remedies worden je meteen aangeboden: een stoombad met wilde kruiden, wat extra citroen in je glas water, en als het meezit zelfs een glaasje tsipouro ‘voor de keel’. Je merkt al snel dat klagen hier geen enkele zin heeft – de mensen halen hun schouders op en zeggen: ‘Ach, het hoort erbij in oktober.’ Dus trek je een extra trui aan, nestel je bij het haardvuur met een goed boek, en laat Pilion je langzaam beter maken, op z’n eigen, kalme manier.’

Niet te geloven, hè? Dit had toch zomaar door mij geschreven kunnen zijn? En in heel wat minder tijd dan ik er zelf voor nodig zou hebben gehad. Als ik het gewoon op mijn website had gepubliceerd als ‘mijn oktobercolumn’ en niet had verteld dat dit door de Copilot is geschreven, denk ik niet dat er iemand een wenkbrauw opgetrokken had. Of wel? Zou de trouwe lezer gemerkt hebben dat ik dit niet zelf heb geschreven? Het wordt immers steeds lastiger om ‘nep’ van ‘echt’ te onderscheiden, en dat geldt niet alleen voor foto’s en video’s, maar dus ook voor iets simpels als zo’n ‘zelf geschreven’ Pilion-column van mij.

Ik blijf het een ‘eng’ iets vinden, dat AI, maar eerlijk is eerlijk, dat vond ik van het internet destijds ook. En dat e-books en luisterboeken heel gewoon zouden worden, kon ik me ook niet voorstellen toen mijn eerste gedrukte boek verscheen. Dus wie weet, misschien wen ik aan dat AI-gedoe ook wel eerder dan ik nu denk en schrijf ik mijn columns en mijn boeken in de toekomst gewoon met hulp van AI en die Copilot. Eén ding weet ik wel: het kost heel wat minder denkwerk en het gaat een stuk sneller! Vooral als je verkouden bent en niet weet waarover je moet schrijven… 🙂

 

Hoog in de Zwarte Bergen

Na de bloedhete zomer was de zonnige septembermaand met temperaturen van net onder de dertig een echte verademing, letterlijk! En dat betekende actie, weer in de benen en leuke dingen doen zonder het loodje te leggen van de warmte. Een drukke maand dus! Hoogste prioriteit voor mij was toch wel het starten met pilates, dus zodra de studio in Volos na de vakantie weer openging, stond ik al op de drempel. Iedere dinsdagochtend ben ik er te vinden en probeer ik mijn stijve rug-, bil- en beenspieren met oefeningen op zo’n speciale Reform Pilates-bank weer aan de praat te krijgen. Zo soepel als vroeger zal het allemaal wel niet meer worden, maar iets minder pijn en wat meer bewegingsvrijheid moet kunnen. Daar gaan we voor!

Wat na de vakantie ook weer begon, was de wekelijkse koorrepetitie in Chorto. Het was meteen raak, want de dag na de eerste repetitie ‘moest’ er alweer opgetreden worden. Ditmaal dichtbij gelukkig, in Kala Nera, waar de vroegere ‘oude’ lagere school na een gedegen verbouwing heropend werd. Het is nu een Lykeio, waar middelbare scholieren uit de regio de laatste drie studiejaren kunnen doorbrengen. Een hele vooruitgang, want voorheen was die mogelijkheid er alleen in Volos. En… er zullen ook gratis muzieklessen gegeven gaan worden, onder leiding van onze niet genoeg te prijzen koordirigent Nikos Adraskelas.

Afgelopen zondag hadden we alweer een tweede optreden, in Chorto, als afsluiting van een workshop van middeleeuwse en Renaissance muziek. Dat optreden verliep iets anders dan verwacht, want toen wij voor de tweede keer het toneel weer op moesten, bleek onze dirigent ineens verdwenen te zijn. Na de eerste schrik besloten we toch maar naar voren te marcheren om alvast onze plaats op het toneel in te nemen, in de hoop dat Nikos zich in de tussentijd bij ons zou voegen. Dat gebeurde echter niet, en wat doen je dan als koor? Nou, zingen! Een van de mannen zette al snel een ‘Niko, where are you?’ in, wat we zo’n vijf minuten vierstemmig en tot grote hilariteit van het publiek ten gehore hebben gebracht. En ja, gelukkig kwam hij even later heel hard aangestoven, enigszins buiten adem. Wat bleek? Er was veel meer publiek gekomen dan verwacht, en dus was hij tussen ons eerste en tweede nummer door even heel snel heen en weer naar zijn huis gerend om meer wijn te halen voor het informele samenzijn van deelnemers en publiek na het concert. Kijk, dat is dus ‘onze Nikos’, een man met niet alleen een groot hart voor muziek, maar ook een hart voor alles wat daaromheen speelt.

Hoogtepunt van de maand was echter een tocht naar de Mavro Vouna, oftewel de Zwarte Bergen bij Lake Karla, samen met onze hier vakantie vierende Twentse vrienden, die we al heel lang kennen. We hadden bedacht om langs het meer naar Keramidi te rijden, een bergdorp aan de andere kant van de bergen, dus aan de Egeïsche Zee-kant. Onze eerste stop was echter het dorpje Kerasia, waar we koffie wilden drinken alvorens nog een stukje omhoog te rijden om het oorlogsmonument en kapelletje in Ano Kerasia te bekijken. Naarmate we hoger kwamen verdween de zon en verschenen dreigende regenwolken boven de bergen. In Kerasia was het nog droog, maar helaas was de enige taverne van het dorp dicht, dus koffie zat er niet in. Geen probleem, na het ritje omhoog naar Ano Kerasia, waar we de truien uit de tas trokken omdat het er een stuk kouder was dan beneden, reden we verder naar het dorp Kanalia, dat aan de oever van Lake Karla ligt. Gelukkig was de taverne daar wel open en scheen de zon weer toen we eindelijk op het grote plein neerstreken voor de broodnodige koffiestop.

Even na één uur vertrokken we voor de laatste etappe naar Keramidi, een prachtige tocht dwars door en over de hoge bergen. De weg ernaartoe is weliswaar bochtig, maar breed, goed geasfalteerd en met werkelijk fantastische uitzichten over Lake Karla en de daaromheen liggende weidse vlakte. Na een halfuurtje rijden arriveerden we al in Keramidi, waar volgens Google drie tavernes waren die ook nog eens open zouden zijn. Helaas bleek bij de ingang van het dorp de weg afgesloten vanwege werkzaamheden en konden we niet verder het dorp in rijden via de ‘bovenweg’, die ons net boven het plein met de tavernes zou brengen. In plaats daarvan moesten we de auto net buiten het dorp parkeren en via een slingerende wandelroute naar beneden afdalen om alsnog bij het plein te kunnen komen. Voor onze vrienden geen probleem, maar manlief en ik keken toch wel even heel bedenkelijk naar de smalle, steile kalderimi-straatjes. Gelukkig hadden we wel allebei onze wandelstok bij ons, en vraag me niet hoe, maar het is ons gelukt om heelhuids bij het plein te arriveren.

In tegenstelling tot wat Google beloofd had, bleken de drie tavernes daar echter alle drie gesloten te zijn. Dat was een flinke teleurstelling, vooral omdat we met een lege maag weer dezelfde weg terug omhoog moesten, terug naar de auto, om alsnog een andere lunchplek te vinden. De klim omhoog was nog veel moeilijker dan de afdaling, maar ook dat hebben manlief en ik volbracht, iets waar we met onze krakkemikkige botten en gewrichten stiekem best heel trots op zijn. Eenmaal bij de auto besloten we om niet rond Keramidi te gaan dwalen, op zoek naar al dan niet geopende tavernes in de omgeving, maar gewoon in één ruk terug te rijden naar Kanalia, want daar was de taverne immers wel open. Dat wisten we zeker.

Niet dus! Toen we rond drie uur weer bij het plein in Kanalia arriveerden, bleek ook daar nu alles dicht te zijn. Zelfs geen tosti of een glas limonade was er te krijgen! Het was maar goed dat we die ochtend van huis een aantal flessen water en wat koekjes voor onderweg hadden meegenomen, anders waren die gemiste koffie- en lunchstops echt veel vervelender geweest dan nu. Maar eerlijk is eerlijk, de prachtige route door de bergen met al die indrukwekkende rotsen, de blatende kudde geitjes op de weg en de hoge groene bomen had ik voor geen goud willen missen. Het is het gerammel van onze magen en het gebrek aan cafeïne dubbel en dwars waard geweest, zeker weten!

Uiteindelijk zijn we van Kanalia rechtstreeks teruggereden naar Pilion, waar we op een terras in Agria uitgebreid hebben genoten van een welverdiende maaltijd van superzachte ossobuco in een heerlijke saus. De warme zonnestralen toverden wel duizend diamantjes op de zachtjes kabbelende golfjes van de Pagasitische Golf, een uitzicht waar ik nooit genoeg van krijg. Daarvan mogen genieten na zo’n prachtige dag, in het gezelschap van goede vrienden, is genieten met een hoofdletter! En dat hoop ik echt nog heel vaak te kunnen doen… 😉

 

Hello-hello-oooh!

Het blijft hard werken in zo’n Grieks koor, hoor! We waren nog maar net terug uit Florina of de repetities stonden alweer in het teken van een volgend optreden. Een ‘thuiswedstrijd’ in Chorto ditmaal, maar wel een belangrijke. Op 12 juli staat daar namelijk een concert gepland, gewijd aan Nikos Kupourgos, een beroemde, veelzijdige componist en tekstschrijver. Van kinderliedjes tot filmmuziek, balades en televisieseries, hij draait er zijn hand niet voor om. Inmiddels is de man in de zeventig en een levende legende, die in hoog aanzien staat. En blijkbaar komt hij binnenkort naar Pilion, reden om een muzikaal eerbetoon aan hem te brengen. Dat gebeurt dus op 12 juli, in aanwezigheid van de man zelf, en de bedoeling is dat ons community koor Xortodia samen met het orkest van de Muziekschool in Volos en het gemengd koor uit Agria een aantal van zijn liederen ten gehore gaat brengen.

Voor de Griekse leden in ons koor zijn die liedjes redelijk bekend. Vergelijk het maar een beetje met de liedjes uit ‘onze’ tv-serie Jodocus Kwak van Herman van Veen. Die hebben we allemaal weleens gehoord op radio en tv. Zoiets dergelijks is de serie Η Λιλιπούπολι (i Lilipoupoli) dus voor de Grieken. Oorspronkelijk een kinderserie, maar ook zeer geliefd bij volwassenen. Voor mij en menig ander buitenlands koorlid is het oeuvre van meneer Kupourgos geheel onbekend, wat behoorlijk wat verwarring oplevert. Maar inmiddels heb ik begrepen dat wij als koor met name de refreinen van de liedjes moeten zingen. Met als tekst: pipipipipi pi pi, pote-pote-pote en pine-pine-pine. Op nog niet geheel duidelijke momenten en in diverse toonhoogten. Verder heeft de beste man ook nog een zigeunerlied geschreven in Roma-taal, dat wij in zijn geheel zullen zingen. De tekst daarvan hebben we aangeleverd gekregen in fonetisch Grieks, en dat ziet er dan zo uit: Ρομ σουσο-κάρ τε-πε-νέν-του-κέ. In ons fonetische schrift is dat: Rom souso-kàr te-pe-nèn-tou-kè en vertaald naar Grieks en Nederlands betekent het zoveel als: het is mooi om een zigeuner (Roma) te zijn. Ik zei het al, behoorlijk verwarrend allemaal. Tel daar de normale Griekse chaotische manier van doen en iets aanleren bij, dan begrijpt u hoop ik wel dat zo’n koorrepetitie echt heel hard werken is! Het is dat er ook veel gelachen wordt, anders zou ik er vast niet zoveel lol in hebben…

Via het koor kreeg ik een paar weken terug ook te horen dat er op 23 juni een dagboottocht naar de Sporaden zou plaatsvinden, georganiseerd door de Schoolvereniging van het Zuid Pilionse dorp Promyri. Manlief en ik hadden er wel oren naar, want hoewel de eilandengroep al jaren op ons te bezoeken-lijstje stond, was het er nog nooit van gekomen. Ik reserveerde meteen twee tickets voor ons, en omdat de vertrektijd van de boot al om 08.00 uur ’s ochtends uit Platinia was – een dorp dat ruim een uur rijden bij ons vandaan ligt – besloten we er twee overnachtingen aan vast te knopen. Eén ervoor en één erna. En dat was echt een heel goed idee van ons. De boottrip naar de Sporaden was… heel speciaal! Een boot vol met voornamelijk Grieken van nul tot tachtig, een spraakgrage kapitein die zijn vele wetenswaardigheden steevast begon met ‘hello, hello-oooh’, en de hele dag door muziek op volle sterkte uit de geluidsinstallatie. Maar gezellig was het wel, zo met zijn allen varend langs de kusten van Skiathos en Skopelos naar Alonisos. De helloooo-kapitein vertelde zowel in het Grieks als in het Engels veel details over de (piraten)-geschiedenis van de eilanden, en wees ons op leuke kerkjes, mooie strandjes en de vele riante villa’s en jachten op Skiathos.

De zwemstops onderweg hebben wij rustig op onze bank benedendeks uitgezeten. Daar zijn we allebei een beetje te stram voor geworden, vonden we, maar voor een bezoekje aan de oude stad op Alonisos, waar we zo tegen het middaguur aankwamen, was ik wel te porren. Manlief niet, die had zich voorgenomen om bij de eerste de beste apotheek een paar oordopjes aan te schaffen, iets waar we de rest van de reis veel plezier van hebben gehad. Bij het binnenvaren van de haven van Alonisos stonden de bussen al op de kade klaar en nog geen kwartier later kon ik het weidse uitzicht over zee vanuit het hoog op een berg gelegen oude dorp al bewonderen. Ondanks de hitte heb ik toch ook nog even de klim naar het kasteel gemaakt, over hobbelige kalderimi-straatjes met leuke souvenirwinkeltjes. Daarna ging het weer met de bus terug naar de haven en de wachtende boot, die ons – na alweer een snelle zwemstop – rond drie uur afzette voor de lunch in de popperige haven van Skopelos.

Inmiddels was het zo warm dat we daar niet veel verder zijn gekomen dan uitgebreid lunchen en een beetje over de boulevard slenteren. Ook hier veel souvenirwinkeltjes, tavernes en terrasjes waar het in de koelte van de bomen goed toeven was. Vanaf de boulevard liepen talloze kleine straatjes omhoog, de stad in en de berg op, leuk om te zien, maar al dat geklim en geklauter in de hitte hoefde voor ons niet zo. Lekker rustig een ijsje eten aan de haven vonden we een beter idee. Bovendien liep het al tegen vijven en verlangden we eigenlijk wel naar het einde van de mooie, maar knap vermoeiende trip. Dat kwam voorlopig nog niet, want eerst moesten we natuurlijk nog het beroemde Mama Mia-kerkje op Skopelos vanuit zee bekijken, een en ander luidkeels opgeluisterd met passende muziek uit de gelijknamige film. Daarna werd koers gezet naar Skiathos met een bijzondere zwemstop bij een strand waar het schip ‘gewoon’ het kiezelzand op gleed. Alleen mogelijk bij bepaalde weersomstandigheden en dat hadden we die dag. Vervolgens laveerden we nog tussen twee hoge rotsen door, een zeer gevaarlijke doortocht vanwege de ondiepe vaargeul, ditmaal opgeluisterd door de titelsong van de film Titanic. Tja, humor had de kapitein wel! En op zo’n typisch Griekse boottocht moest er natuurlijk ter afsluiting ook nog even Grieks gedanst worden op de dekken alvorens iedereen tevreden, maar dodelijk vermoeid ’s avonds om halfnegen in Platania van de boot rolde. Wij waren dan ook echt heel blij met onze prima kamer in familiehotel Des Roses, op loopafstand van de kade!

Al met al was het een mooi uitje, heel goed georganiseerd door de schoolvereniging van Promyri en super uitgevoerd en verzorgd door de bemanning van de Agios Nikolaos-boot van de Elisabet Cruises (die vanuit Platania ook mooie individuele dagtochten aanbiedt!) Het was echt leuk om dit een keer meegemaakt te hebben, en nog leuker om na twintig jaar een bezoek aan de Sporaden van ons lijstje te kunnen afvinken. Mooie eilanden, mooie strandjes, dat zeker. Maar wij vinden Pilion toch nog steeds mooier… 🙂

♥♥♥

 

Uitstapje naar Flórina

Hier is dan toch de 1 juni-column, met vertraging, maar wel extra lang

Het klinkt misschien wat raar als je al twintig jaar in Griekenland woont, maar behalve Athene, Thessaloniki en twee eilandvakanties heb ik nog weinig gezien van ons woonland. Wij zijn eigenlijk gewoon meer dan tevreden met ons mooie Pilion, dat we altijd ‘Heel Griekenland in het klein’ noemen. Je vindt hier zoveel verschillende landschappen op een behapbare oppervlakte dat die omschrijving heel goed past. Maar als de mogelijkheid zich aandient om ook eens een totaal ander deel van Griekenland te bekijken, dan ben ik daar absoluut een voorstander van. En dus vertrok ik op vrijdag 30 mei richting Florina in het noordwesten van het land om daar samen met Xortodia, het community koor van Chorto, deel te nemen aan een korenfestival dat in het teken stond van Mikis Theodorakis.

Pas bij de eerste toiletstop net na Larissa kwam ik erachter dat ons bijna vijftigkoppige reisgezelschap niet alleen volwassenen, maar ook twee kindertjes en… een hond bevatte. De kindertjes bleken een (bijna) vierjarige tweeling te zijn, behorend bij onze dirigent; het hondje was een schattig Maltezertje dat helemaal tevreden en zonder ook maar één blafje te geven alle drie de dagen met haar baas en bazin overal mee naartoe ging. En de tweeling? Dat ik pas na Larissa merkte dat er twee kleuters in de bus zaten, zegt denk ik al genoeg! Ongelooflijk hoe lief en fantastisch die twee kleintjes zich hebben gedragen op wat toch een zeer vermoeiende reis was met lange uren in de bus.

Het departement Florina ligt namelijk in het uiterste noordwesten van Griekenland, daar waar de grenzen van Albanië, Noord Macedonië en Griekenland elkaar in het Grote Prespa-meer raken. Het is een ongelooflijk groen en uitgestrekt natuurgebied met bergen van boven de 2000 meter, dunbevolkt en niet ongevaarlijk. ‘Wij leven samen met de beren’ stond er te lezen op de borden langs de kant van de weg die waarschuwden voor overstekende beren. We hebben er onderweg ook daadwerkelijk eentje gezien, een jonkie, dat heel snel in het bos verdween toen het onze bus in het vizier kreeg.

Een bezoek aan het berenreservaat in Nimfeio, zo’n dertig kilometer van Florina, stond voor de zaterdag op het programma, maar eerst moesten we die vrijdag natuurlijk nog in het hotel zien te komen. Na de toiletstop bij Larissa verruilden we het wat saaie, vlakke landschap aldaar voor een adembenemende rit de bergen in. Zo rond het middaguur arriveerden we bij het grote meer van Polyfitou, gelegen halverwege tussen de Olympus en Kozani. Het is een van de grootste kunstmatige meren van Griekenland, in 1974 gecreëerd door de bouw van de Polyfito-dam. Over een lange brug reden we naar de andere oever, waar we in het kleine, vrijwel uitgestorven dorpje Neraida werden afgezet om een plekje te zoeken in een van de lunchcafés en kleine restaurantjes. Pal aan het meer ligt dit dorpje, en dat meer is werkelijk een bijzonder plekje. Zelden heb ik zo’n serene rust en stilte ervaren als daar aan het Polyfito-meer, slechts ‘verstoord’ door het gekwetter van de talloze vogels die daar vertoeven.

Na de lunch ging de reis verder, over de steeds steiler en bochtiger wordende bergwegen. Tegen vijf uur arriveerden we in het hotel King Alexander, gelegen aan de rand van Florina, omgeven door groene bergen. Veel tijd om te zien waar we terecht waren gekomen was er niet, binnen het uur was het alweer aantreden voor een stadswandeling met gids en een bezoek aan het Museum voor moderne kunst, speciaal opengesteld voor onze groep. De stad Florina is een van oudsher Byzantijnse nederzetting, en maakte tijdens de Turkse overheersing deel uit van het Ottomaanse Rijk. In de 19e eeuw vonden de Bulgaren dat de regio bij hen hoorde, maar na het einde van de Balkanoorlogen in 1912-1913 ging Florina definitief over in Griekse handen. Ook tijdens en vooral gedurende de burgeroorlog ná de Tweede Wereldoorlog kreeg Florina te maken met veel strijd en geweld. Tegenwoordig is het echter een stad die kunst en kunstenaars hoog in het vaandel heeft, en behalve de sporen van de woelige stadsgeschiedenis zie je overal fleurige uithangborden en veel bloemen en muurschilderingen, met name in het gebied rond de rivier Sakoulevas, die door het stadscentrum loopt. Al met al liep het tegen halfnegen toen we weer in de bus stapten voor ons welverdiende diner in een restaurant dat hoog boven de stad lag. Heerlijk eten, prachtig uitzicht, gezellige tafelgenoten… het was een mooie afsluiting van een lange, lange dag.

De nacht was heel wat korter dan ik gewend ben, maar dat mocht de pret niet drukken. Al vroeg de volgende ochtend vertrokken we naar het dorpje Nymfeio, waar het berenreservaat is. Het ligt nog veel hoger in de bergen dan Florina, op zo’n 1350 meter, en er waaide een behoorlijk koude, straffe wind. Vol goede moed begon ik aan de wandeling naar het reservaat, maar na zo’n tien minuten lopen over het kalderimi-achtige bergpad met alweer een volgende heuvelklim voor me, besloot ik toch maar verstandig te zijn en terug te keren naar het dorpje voor een welverdiend kopje koffie. Mijn rug gedroeg zich weliswaar goed, dankzij de pijnstillers, maar zo’n zware bergwandeling van meerdere kilometers was gewoon een brug te ver. Achteraf hoorden we dat er nog een makkelijker weg was, maar dat was achteraf. En heel veel gemist heb ik ook weer niet. De beren lopen weliswaar op een groot terrein vrij rond, maar achter gaas en een omheining. Degenen die de wandeling wel hadden voortgezet – waaronder de tweeling! – hebben er zegge en schrijven vijf gezien, slapend onder de bomen.

Zodra iedereen weer terug was, ging het terug richting Florina, maar eerst moest er nog gegeten worden. Er was opnieuw een prachtig plekje voor ons geregeld, aan de oever van alweer een ander meer, het Limni Zazari, op een overdekt taverneterras aan het water. Het was ook nog eens de vierde verjaardag van tweeling Katherina en Dimitris, die uitgebreid door ons toegezongen werden en als dessert een mooie taart met kaarsjes kregen. Met volle buik en ja, ook een beetje gespannen, reden we in de namiddag terug naar Florina. Het was tijd voor de technische soundcheck in het theater Aristoteli, waar we die avond op het toneel zouden staan. De soundcheck duurde hooguit tien minuten, waarin we even de sfeer van het theater konden opsnuiven en onze plek op de bühne kregen toegewezen. Daarna ging het heel snel naar het hotel om ons om te kleden, want het concert begon al om zeven uur en wij waren als tweede van de acht koren aan de beurt.

En toen was het dan zover. Dat we zo vlug al het toneel op moesten vond ik eigenlijk heel fijn, want een beetje zenuwachtig was ik natuurlijk wel. Erg veel vertrouwen in mijn eigen zangkunst heb ik nog niet, en ondanks alle gerustellende woorden dat het allemaal niets uitmaakte, dat het heus wel goed zou gaan, vond ik het toch nog wel een dingetje om voor een volle zaal te ‘moeten’ staan. Nikos, onze ongelooflijk goede en altijd enthousiaste dirigent, had me ook nog eens een plaats vooraan, op de eerste rij aangewezen! Het hielp wel dat ik mijn verweg-bril niet op had. Toen de gordijnen opengingen en de spotlights op ons werden gericht, bleken de toeschouwers in de volle zaal gewoon één grote, wazige donkere vlek te zijn. En zodra de eerste pianoklanken weerklonken, was ik mijn zenuwen kwijt. Ik stond daar nu eenmaal en kon weinig anders dan gewoon doen wat ik tijdens de repetities had gedaan: zingen! En zingen deden we! Waar het tijdens de repetities en zelfs een halfuur eerder tijdens de generale repetitie in de kleedkamer nog helemaal mis was gegaan, viel op dat toneel ineens alles op de juiste plek en vormden onze vier zangpartijen (sopraan, alt, tenor en bas) keurig het geheel dat dirigent Nikos in de afgelopen weken beoogd had.

Het is moeilijk beoordelen hoe je het gedaan hebt als je zelf op het toneel staat. Door de geluidstechniek komen de stemmen heel anders in de zaal aan dan je zelf hoort. Volgens de reacties die we die avond kregen, was ons optreden in ieder geval een succes. ‘Kleurrijk, verrassende muziekkeuze, enthousiast en verfrissend’ waren een paar van de complimentjes die we hoorden. Dat er zoveel buitenlanders deel uitmaken van ons koor vond men geweldig. Maar het mooiste compliment vind ik: ‘Jullie lijken wel één grote familie! De lol in het zingen straalt ervan af!’ En blijkbaar vinden andere koren dat zo leuk dat we al uitnodigingen hebben gekregen voor gastoptredens in Parga en Thessaloniki. Tja, zo kom je nog eens ergens!

Na alweer een korte nacht – de nazit met borrel in het hotel was heel gezellig – vertrokken we de volgende ochtend al om 10.00 uur uit Florina voor een bezoek aan de Prespa-meren, die op 800 meter hoogte liggen. We begonnen bij het kleinste van de twee meren, met een wandeling over de loopbrug naar het kleine, bijzondere eilandje Agios Achilleios, beroemd vanwege de unieke basiliek-ruïne en boven op de heuvel een eenzaam kerkje. Koeien en varkens scharrelen vrij rond op het eiland, gewoon tussen de bezoekers door. Daarna ging het naar de grote Prespa voor een boottocht. Maar in plaats van de rustige rondvaart die we verwachtten, lagen er tot onze grote verrassing een aantal speedboten op ons te wachten! Dat was een hele belevenis, of zoals iemand opmerkte: ‘Als je hier aan de haven een kapsalon begint, kun je goed verdienen…’

Midden in dat mooie, grote meer ligt het uiterste puntje van Griekenland. Een grens gevormd door het drielandenpunt Albanië, Noord Macedonië en Griekenland. Op dat uiterste puntje van het Griekse grond- (in dit geval water-)gebied ligt een grot met daarin ikonen en andere religieuze relikwieën, lastig te fotograferen vanaf een speedboot, maar wel gaaf om er geweest te zijn! Wat een prachtig natuurgebied vormen die meren! We zagen op het meer vele pelikanen en cormorans (aalscholvers) zwemmen, het is een paradijsje voor vogels daar! Aan de oever van het meer hebben we uitgebreid geluncht alvorens de lange rit via opnieuw Florina naar Pilion te aanvaarden. Ik was uiteindelijk rond middernacht thuis, maar de bus met onze supergoede chauffeur Thanassis ging nog verder naar Argalasti, waar het grootste deel van ons reisgezelschap werd afgezet. De meesten van hen moesten nog met eigen auto verder naar de diverse dorpjes in het zuiden. Maar ik lag toen al uitgevloerd in bed!

Al met al zijn het drie prachtige, indrukwekkende en vooral heel gezellige dagen geweest die ik niet graag had willen missen. En… ik ben meteen verlost van alle vooroordelen die ik in het verleden over dit koor had. Xortodia mag dan soms een zuiver muzieknootje missen, het laat duidelijk zien dat muziek verbindt. Maar liefst zeven (!) nationaliteiten telt ons koor en drie dagen lang is er geen wanklank gevallen. Integendeel, we vormen één grote familie, ook op dat toneel op een Grieks korenfestival. En daar kunnen velen in onze huidige wereld een groot voorbeeld aan nemen! Ja toch, niettan?

♥♥♥

Over humor en schaterlachen

In het Griekse restaurant Palladion in mijn geboortestad Vlaardingen, waar ik een aantal jaren geleden een zeer gezellige schrijvers-ontmoetingsavond met mijn lezers organiseerde – inclusief muziek, hapjes, drankjes én voorlezen uit eigen werk – wordt vanaf 1 april alleen nog maar Grieks gesproken. ‘Omdat wij voor dé ultieme Griekenland-ervaring gaan…’ schrijft Dimitri op hun Facebook-pagina. De Nederlandse bediening heeft een stoomcursus Grieks gedaan en voor de gasten liggen er taalgidsen Nederlands-Grieks en andersom klaar. Een aanvullende taalcursus bij Dimitri behoort ook nog tot de mogelijkheden voor wie er serieus werk van wil maken. Ik vind het een supergoed idee. Het is een goede voorbereiding op het uit eten gaan tijdens je vakantie in Griekenland, toch? Met zinnetjes als: Zoiets lekkers heb ik nog nooit geproefd – Den écho dokimásei poté káti tóso nóstimo… of Meer wijn alsjeblieft – Parissótero krasí parakoló … en Groetjes aan de chefChairetísmata ston sef verover je ongetwijfeld de harten van het taverne-personeel en ben je vrienden voor het leven!

Het is natuurlijk een (wat mij betreft goed geslaagde) 1-april-grap, en heel wat beter dan wat de Gemeente Vlaardingen bedacht had: een officieel schrijven aan het plaatselijk zeer bekende Café Mes om de naam te wijzigen aangezien de gemeente een zero-wapenbeleid voert en de huidige naam op de gevel vooral bij jongeren agressie zou kunnen opwekken. Was deze ‘grap’ op 31 maart naar buiten gebracht, dan was het misschien nog goed gegaan, maar dit gebeurde ruim een week eerder. Slechte timing, en een slechte, ongepaste ‘grap’, want nog geen paar weken ervoor hadden er maar liefst twee dodelijke mes-incidenten in de stad plaatsgevonden. Dat gecombineerd met een officiële gemeentewoordvoerder die glashard volhield dat het bloedserieus was, maakte dat niet alleen de lokale pers maar ook de lándelijke media er bovenop sprongen. Een typisch voorbeeld van mislukte humor dus.

Goeie humor maakt het leven wel leuker, dat is een feit. Het helpt ook om je huwelijk gezond te houden. Kunnen lachen om jezelf en met elkaar is absoluut een vereiste in iedere relatie, dat durf ik na vijfenveertig jaar huwelijk wel te stellen. Dat, en samen kunnen huilen. Ook heel belangrijk. Maar mooier is natuurlijk het ‘huilen van het lachen’. Dat deed ik vroeger vaker dan tegenwoordig, maar zo heel af en toe heb ik gelukkig nog weleens zo’n gierende en niet te stoppen lachbui, en hoe heerlijk bevrijdend is dat! Dan kun je er weer dagen tegenaan. De aanleiding is meestal iets heel meligs, zoiets waarbij de ander denkt van ‘huh? Wat is hier nu grappig aan?’ Een reactie die de lachbui alleen maar aanwakkert, en aangezien lachen zeer aanstekelijk is, is de kans groot dat je uiteindelijk toch sámen gezellig op de bank zit te schuddebuiken.

Ik ben blij dat ik het af en toe nog kan, dat huilen van het lachen. Zo heel veel valt er immers niet meer te lachen in het grimmige leven van de volwassen mens. Juist daarom is het zo belangrijk om je gevoel voor humor niet te verliezen en toch ook de absurde dingen in datzelfde leven te blijven zien. In dat opzicht kunnen we veel leren van baby’s en peuters, die hun vrolijke kijk op de wereld nog niet hebben verloren en kunnen schateren om een doodgewone niesbui van een volwassene, om een dwaas spelletje als kiekeboe of om een onverwachts omvallende blokkentoren… Om maar even wat te noemen. Van schaterende kinderen wordt een mens vrolijk, en een beetje vrolijkheid na de afgelopen lastige maanden kan ik persoonlijk heel goed gebruiken. Naar de komst van onze kleinzoon – en niet te vergeten onze lieve zoon en schoondochter – kijk ik dan ook al weken reikhalzend uit. Het wordt het eerste bezoek hier van onze hummel en behalve superleuk vinden we het ook best wel een beetje spannend. Misschien schrikt Kai zich wel helemaal te pletter als hij die malle gezichten uit de telefoon voor het eerst levensgroot in het echt ziet! En dan willen ze hem natuurlijk ook nog eens helemaal platknuffelen! Pff, je zou van minder de kluts kwijtraken…

Onze Griekse buurvrouw Machi kan trouwens ook niet wachten tot het zover is. In haar guesthouse aan de overkant van de straat brengen we meestal onze familie en goede vrienden onder, waardoor we haar in de afgelopen vijftien jaar eigenlijk wel een beetje als ‘familie’ zijn gaan beschouwen. Ze behoort al lang niet meer tot de jongsten en ik vind het dan ook best bijzonder dat zij niet alleen de bezoeken van mijn moeder nog van dichtbij heeft meegemaakt, maar ook onze zoon heeft zien opgroeien van lange vrijgezelle slungel tot ‘aanstaande vader met baard’. Ze was bijna net zo blij als wij toen we haar vertelden dat Kai gezond en wel was geboren. En natuurlijk laten we haar regelmatig foto’s en filmpjes van hem zien, die ze altijd onder het slaken van die heerlijke Griekse oma-kreetjes bekijkt. Ik weet dan ook wel zeker dat onze Kai niet alleen van ons maar ook van haar een innige knuffelpartij te wachten staat.

Maar april staat natuurlijk niet alleen in het teken van het (klein)zoon-bezoek. Voor de Grieken is de aanloop naar Pasen al in volle gang. Het is vergelijkbaar met ‘onze’ drukke decembermaand, want in Griekenland is niet Kerst maar Pasen het belangrijkste religieuze feest. Een feest dat in familiekring en het liefst in het geboortedorp wordt gevierd, ingeleid door indrukwekkende en traditionele kerkrituelen. Met op eerste paasdag lam aan het spit of uit de oven, gevolgd door vele uren van muziek en dans. In de week voor en na de Pasen ligt het halve land stil, want de meeste mensen plakken er ook nog eens hun vakantie aan vast. Om voor te bereiden of uit te rusten van al dat paasgedoe…

Al met al wordt het dus een drukke maand hier in ons Griekse huisje, en des te fijner is het dat het met mijn rug momenteel redelijk tot goed gaat. Ik zit op zo’n 85 tot 90% van mijn herstel, niet slecht als je bedenkt dat ik in het begin van dit jaar nauwelijks een stap kon zetten. We blijven voorzichtig, dat wel, en met mijn huidige wandeltempo ga ik de Nijmeegse vierdaagse zeer zeker niet in vier dagen redden, maar dat hoeft ook niet. Als ik volgende week schaterlachend met mijn kleinzoon over het strand kan lopen is het paaswonder wat mij betreft dit jaar al vroegtijdig geschied…

♥♥♥