Hallo september!

We hebben het weer overleefd, die bloedhete maanden van de Griekse zomer. Het is vandaag de eerste september en dat betekent dat we opgelucht ademhalen. Ten eerste omdat de temperatuur heel wat aangenamer is dan een week geleden en ten tweede omdat de rust in ons kleine dorpje sinds gisteravond is teruggekeerd. Het hoogseizoen is voorbij, de vakantiegangers moeten aan het werk en de kinderen gaan weer naar school. De files op de grote kustweg naar en van Volos zijn opgelost, de stranden zijn niet meer bezet door toeristen en in de tavernes zitten ’s avonds alleen nog de lokale stamgasten. Het leven in Pilion begint gelukkig weer op ‘normaal’ te lijken!

En ja, natuurlijk ben ik blij voor iedereen die van het toerisme afhankelijk is dat het lekker druk was. Zo hoort het nu eenmaal in die paar maanden dat er verdiend kan worden. Maar geef mij die andere tien maanden maar! Ik hou nu eenmaal van iets koelere temperaturen, van lege stranden en rustige dorpjes. Daarom woon ik in het relatief onbekende Pilion, ver weg van de massatoerisme-plekken. September wordt door mij dan ook zeer hartelijk verwelkomd, zelfs al kan het in die maand ook nog behoorlijk fout gaan. Denk maar aan de stormen en overstromingen van twee jaar geleden. Maar angst is geen goede raadgever om vrolijk en vrij door het leven te gaan. Bosbranden, aardbevingen, overstromingen, hitte, muggen en enge beestjes horen nu eenmaal bij het leven hier. Als je daar niet tegen kunt, is het niet zo’n goed idee om hier te gaan wonen.

Ondanks alle ‘ontberingen’ vind ik het nog steeds heerlijk om hier te mogen en kunnen leven. Hoewel dat laatste vanwege de hitte in de afgelopen weken toch wel een beetje heeft stilgestaan. Dat kwam natuurlijk ook omdat mijn rug nog heel kwetsbaar is. Een klein heuveltje op lopen leverde twee dagen extra pijn op, en als het dan buiten ook nog eens zo bloedheet is dat je doornat van het zweet thuiskomt, dan is de lol van ‘bewegen’ er gauw af. Bij mij in ieder geval wel. Ook daarom ben ik blij dat het september is. De pilates-studio in Volos waar ik in juli een proefles deed, gaat deze week weer open, dus zodra ik groen licht krijg van mijn manueel therapeut Ioannis hoop ik te kunnen starten met een wekelijkse les. Daar kijk ik echt naar uit, want ik ben die stomme rugproblemen zo langzamerhand flink zat.

Om mezelf een beetje op te peppen – letterlijk en figuurlijk – heb ik in de afgelopen weken al twee keer zeer relaxed op de behandeltafel van een heuse Beauty Clinic gelegen. Dat is iets wat ik eigenlijk heel zelden doe. Ten eerste omdat ik van nature al geen tutteltype ben. Bovendien word ik nogal snel ongedurig, en zo’n uitgebreide reinigende gezichtsbehandeling duurt toch al gauw twee of drie uur. Ik vind het noodzakelijke, bij mij bijna maandelijks terugkerende halfuurtje ‘gezichtsonderhoud’ al een gedoe, een afspraak die ik meestal ergens tussen andere noodzakelijke dokters- of winkelbezoeken aan Volos in frommel. Dan gaat het immers in één moeite door en hoef ik er geen extra tijd voor vrij te maken. Maar in augustus ligt alles stil, veel dokterspraktijken en winkels zijn gesloten vanwege de vakantie, en ook mijn reguliere schoonheidsspecialiste was dicht. In de zomer groeit alles dubbel zo snel, echt waar. Je nagels, je haren en ja, ook die op je kin. Er viel niet meer tegenop te epileren, dus ik moest uiteindelijk echt naar een andere salon voor een wax-behandeling, wat best een dingetje is omdat mijn gezichtshuid erg gevoelig is en snel irriteert. Dan verander je niet zo snel van schoonheidsspecialiste, maar ja, nood breekt wetten!

Mijn keus viel uiteindelijk op een beauty clinic die volgens de website gespecialiseerd was in huidproblemen- en verzorging, dat leek me gezien die gevoeligheid wel belangrijk. En ik heb er geen spijt van gekregen. Integendeel. Toen ik er wat aarzelend binnenstapte om een afspraak te maken, werd ik dusdanig professioneel van advies voorzien, dat ik mij een paar dagen later vol vertrouwen aan de deskundige handen van Evangelina toevertrouwde. Ik kreeg van haar een uitgebreide gezichtsbehandeling inclusief ’threading’, een superfijn alternatief voor het meer algemene waxen dat bij mij zo vaak huiduitslag oplevert. We waren allebei zo enthousiast over die eerste behandeling, dat zij zich inmiddels tot taak heeft gesteld mijn droge, doffe en rimpelige huid weer te laten ‘shinen’ en zo glad mogelijk te krijgen – en dat zonder laser, botox of andere kunstmatige ingrepen.

Ze hoefde niet lang te praten om mij over te halen. Twee keer ben ik nu geweest, en het voelt heel luxe aan om zo verwend te worden met diverse massages, maskertjes en allerlei heerlijk ruikende crèmes op mijn gezicht en hals. De eerste resultaten beginnen zelfs al een klein beetje zichtbaar te worden, dus over drie weken heb ik weer een afspraak. Het klinkt misschien raar, maar ik voel me een beetje alsof ik van de lokale supermarkt in een delicatessenwinkel terecht ben gekomen. Dat de prijzen desondanks eerder die van een ‘supermarkt’ zijn dan van een speciaalzaak is natuurlijk ook mooi meegenomen! En die rimpels… ach, helemaal verdwijnen zullen ze niet, maar dat hoeft van mij ook niet. Een wat minder vermoeide uitstraling na een jaar vol pijn vind ik al een heel mooi resultaat. Volgens Evangelina behoort dat absoluut tot de mogelijkheden, dus daar gaan we voor. Als de pilates-lessen en Ioannis’ behandelingen nu ook die laatste rug- en bekkenpijntjes nog laten verdwijnen, dan ben ik over een paar maanden weer zo goed als nieuw. En dat zou toch wel heel fijn zijn.

Al met al zijn juli en augustus toch nog wel snel voorbijgegaan, gelukkig zonder branden en zonder al te veel drama. Het was voor ons gewoon een doorsnee hete Griekse zomer, waarin weinig gebeurde. Deze column is dan ook niet echt spectaculair te noemen, maar ach, dat zomergeneuzel over ditjes en datjes bent u na al die jaren vast wel gewend van mij. En eerlijk is eerlijk, ons leven hier heeft mij blijkbaar zoveel rimpels opgeleverd, dat het ook weleens fijn is om die in alle rust door deskundige handen glad te kunnen laten strijken…

♥♥♥

Hittestress

Zoals elk jaar rond deze tijd begint de langdurige extreme hitte van de Griekse zomer ons danig de keel uit te hangen. Ik heb het over die beruchte bloedwarme dagen waarin je maar tot een uur of halftwaalf ’s ochtends nog enigszins buitenshuis ‘actief’ kunt zijn, om daarna snel naar de airco binnen te vluchten. Alleen vroegopstaanders (en daar behoor ik helaas niet toe) genieten van de zee, want naarmate de zon hoger komt, stijgt ook de temperatuur van het water. En een lauwwarme zee voelt niet echt lekker aan, dat kan ik u verzekeren.

De vakantiegangers, veelal komende uit landen waar regen vaker voorkomt dan zonneschijn, vinden het allemaal heerlijk. Begrijpelijk en ik gun het ze van harte. Ook al omdat dit de maanden zijn waarin de in het toerisme werkende bevolking het geld moet verdienen. Maar als je hier het hele jaar woont en niet afhankelijk bent van dat toerisme, dan is zo’n zomer met temperaturen van boven de 35° ieder jaar weer een reden om je af te vragen waarom je in vredesnaam naar Griekenland wilde verkassen. Gelukkig weten we dat het tijdelijk is. Die andere tien maanden van het jaar maken dit jaarlijks terugkerende zomerse ‘afzien’ helemaal goed, dat moge duidelijk zijn. En is het eenmaal augustus geworden, dan is het slechts een kwestie van nog even volhouden. September met heel wat aangenamere temperaturen is in aantocht!

Ondanks de hitte ben ik toch nog redelijk actief geweest in de afgelopen maand. Het geplande Nikos Kypourgos-concert van 12 juli in Chorto bracht uiteraard de nodige voorbereidingen en koorrepetities met zich mee. De grote generale repetitie met alle deelnemers aan het concert vond plaats in de Muziekschool van Volos, en dat op zich was al een mooie ervaring. Ik was nog nooit in de school geweest, dus de mooie levensgrote muurschilderingen in de gangen waren echt een verrassing. In de grote theaterzaal was alles voorhanden om het hele concert van begin tot eind door te nemen en omdat ons koor maar een klein aandeel daarin had, konden we als toeschouwers in alle rust – en koelte dankzij de airco – genieten van wat het koor en orkest van de Muziekschool (de hoofduitvoerenden van het concert) ten gehore brachten.

Het concert zelf vond de volgende avond plaats in het kleine, intieme openluchttheater van Chorto. Dat ligt midden in het groen, en alleen dat maakt het al ‘magisch’ wanneer de zon langzaam ondergaat, de krekels langzaam verstommen en de schijnwerpers zich richten op het toneel. Voor ons, de deelnemers, bestond de avond voornamelijk uit wachten tot we op moesten. Dat kon op een overkapte plek in de tuin, een tiental meters achter het theater, waar plastic stoeltjes, water en broodjes voor ons klaar waren gezet. Keurig geregeld dus.

Tegen de tijd dat wij het toneel op moesten, was het donker, wat het nogal lastig maakte om met zijn allen zo zachtjes mogelijk over gras en hobbelige stenen paadjes richting het toneel te schuifelen. Eenmaal daar moesten we ons op de een of andere manier achter het orkest en het kinderkoor op de drie etages hoge loopplanken frommelen, maar gelukkig viel niemand eraf. En toen we eenmaal stonden, hebben we natuurlijk heel erg ons best gedaan op ons aandeel in wat voor de toeschouwers een hele mooie muzikale avond is geweest. En daar doe je het allemaal voor, toch?

Vermoeiend was het wel, dus ik was blij toen ik om twaalf uur onze tuin weer binnenstapte. Die blijdschap verdween echter al snel, want kleine Katinka bleek zich nog buiten te bevinden. Normaal gesproken houden we de katten ’s avonds en ’s nachts binnen, maar ons rode monstertje had er blijkbaar de pest in dat ik weg was en weigerde gehoor te geven aan manliefs eerdere verwoede pogingen om haar naar binnen te krijgen. Meestal reageert ze wel als ik haar roep, en hoewel ze meteen aan kwam rennen, vertikte ze het om mee naar binnen te komen. De frustratie werd nog erger toen ik de voordeur opendeed en Krumpie langs mijn been van binnen naar buiten schoot.

Ik zal u de details besparen,  laten we het er maar op houden dat die twee de tijd van hun leven hadden, daar om middernacht in de tuin. Deze steeds bozer en wanhopiger wordende kattenmama dus niet, hoewel Krumpie na zo’n drie kwartier gelukkig uitgespeeld was en naar binnen wilde. Maar wat ik ook probeerde, Katinka was en bleef buiten rondrennen.

Om halftwee was ik het zat en heb ik de deur op slot gedraaid. Wat ze allemaal uitgespookt heeft die nacht weet ik niet, maar toen ik de volgende morgen om tien uur de deur weer opendeed, kwam ze in sukkeldraf naar binnen, schrokte het bakje brokjes half leeg en kroop vervolgens op de bank, waar ze zich in de vierentwintig uur erna nauwelijks bewogen heeft. Hopelijk heeft ze ervan geleerd en reageert ze in het vervolg wel op onze pogingen haar naar binnen te krijgen. Hoewel… ik denk het niet, het is en blijft een rood kattenmonstertje, maar je kunt altijd hopen, nietwaar?

In de dagen erna ontdekte ik dat ik mijn muziekmap kwijt was, hoewel ik zeker wist dat ik hem in mijn tas had gestopt na het concert. Ik herinnerde me ook precies waar ik hem na thuiskomst had neergelegd: op de eettafel in de hal. Alles hebben we afgezocht, zelfs de boekenkast achter de tafel leeggehaald, maar de map was en bleef weg. Natuurlijk gaf ik manlief er de schuld van, die wil nog weleens in de weg liggende spullen wegbergen op plekken waar ze normaal niet liggen, maar in dit geval heb ik mijn excuses moeten aanbieden. Op de eerstvolgende koorrepetitie, toevallig weer op onze openlucht ‘backstage’-plek achter het theater, lag mijn fuchsiaroze muziekmap keurig op de tafel bij de ingang.

Wat een opluchting was dat, maar ook wel even een ‘o jee’-moment. Want hoe kon ik er zo van overtuigd zijn geweest dat ik de map bij me had gehad, terwijl dat dus niet het geval was? Nou ja, ik hou het maar op de wekenlange hitte, die doet nu eenmaal rare dingen met je lijf en geest. Want zo’n ‘senior moment’ waar je op een bepaalde leeftijd last van schijnt te krijgen… Nee, zó oud ben ik nog lang niet. Echt niet. Toch?

♥♥♥

 

 

Hello-hello-oooh!

Het blijft hard werken in zo’n Grieks koor, hoor! We waren nog maar net terug uit Florina of de repetities stonden alweer in het teken van een volgend optreden. Een ‘thuiswedstrijd’ in Chorto ditmaal, maar wel een belangrijke. Op 12 juli staat daar namelijk een concert gepland, gewijd aan Nikos Kupourgos, een beroemde, veelzijdige componist en tekstschrijver. Van kinderliedjes tot filmmuziek, balades en televisieseries, hij draait er zijn hand niet voor om. Inmiddels is de man in de zeventig en een levende legende, die in hoog aanzien staat. En blijkbaar komt hij binnenkort naar Pilion, reden om een muzikaal eerbetoon aan hem te brengen. Dat gebeurt dus op 12 juli, in aanwezigheid van de man zelf, en de bedoeling is dat ons community koor Xortodia samen met het orkest van de Muziekschool in Volos en het gemengd koor uit Agria een aantal van zijn liederen ten gehore gaat brengen.

Voor de Griekse leden in ons koor zijn die liedjes redelijk bekend. Vergelijk het maar een beetje met de liedjes uit ‘onze’ tv-serie Jodocus Kwak van Herman van Veen. Die hebben we allemaal weleens gehoord op radio en tv. Zoiets dergelijks is de serie Η Λιλιπούπολι (i Lilipoupoli) dus voor de Grieken. Oorspronkelijk een kinderserie, maar ook zeer geliefd bij volwassenen. Voor mij en menig ander buitenlands koorlid is het oeuvre van meneer Kupourgos geheel onbekend, wat behoorlijk wat verwarring oplevert. Maar inmiddels heb ik begrepen dat wij als koor met name de refreinen van de liedjes moeten zingen. Met als tekst: pipipipipi pi pi, pote-pote-pote en pine-pine-pine. Op nog niet geheel duidelijke momenten en in diverse toonhoogten. Verder heeft de beste man ook nog een zigeunerlied geschreven in Roma-taal, dat wij in zijn geheel zullen zingen. De tekst daarvan hebben we aangeleverd gekregen in fonetisch Grieks, en dat ziet er dan zo uit: Ρομ σουσο-κάρ τε-πε-νέν-του-κέ. In ons fonetische schrift is dat: Rom souso-kàr te-pe-nèn-tou-kè en vertaald naar Grieks en Nederlands betekent het zoveel als: het is mooi om een zigeuner (Roma) te zijn. Ik zei het al, behoorlijk verwarrend allemaal. Tel daar de normale Griekse chaotische manier van doen en iets aanleren bij, dan begrijpt u hoop ik wel dat zo’n koorrepetitie echt heel hard werken is! Het is dat er ook veel gelachen wordt, anders zou ik er vast niet zoveel lol in hebben…

Via het koor kreeg ik een paar weken terug ook te horen dat er op 23 juni een dagboottocht naar de Sporaden zou plaatsvinden, georganiseerd door de Schoolvereniging van het Zuid Pilionse dorp Promyri. Manlief en ik hadden er wel oren naar, want hoewel de eilandengroep al jaren op ons te bezoeken-lijstje stond, was het er nog nooit van gekomen. Ik reserveerde meteen twee tickets voor ons, en omdat de vertrektijd van de boot al om 08.00 uur ’s ochtends uit Platinia was – een dorp dat ruim een uur rijden bij ons vandaan ligt – besloten we er twee overnachtingen aan vast te knopen. Eén ervoor en één erna. En dat was echt een heel goed idee van ons. De boottrip naar de Sporaden was… heel speciaal! Een boot vol met voornamelijk Grieken van nul tot tachtig, een spraakgrage kapitein die zijn vele wetenswaardigheden steevast begon met ‘hello, hello-oooh’, en de hele dag door muziek op volle sterkte uit de geluidsinstallatie. Maar gezellig was het wel, zo met zijn allen varend langs de kusten van Skiathos en Skopelos naar Alonisos. De helloooo-kapitein vertelde zowel in het Grieks als in het Engels veel details over de (piraten)-geschiedenis van de eilanden, en wees ons op leuke kerkjes, mooie strandjes en de vele riante villa’s en jachten op Skiathos.

De zwemstops onderweg hebben wij rustig op onze bank benedendeks uitgezeten. Daar zijn we allebei een beetje te stram voor geworden, vonden we, maar voor een bezoekje aan de oude stad op Alonisos, waar we zo tegen het middaguur aankwamen, was ik wel te porren. Manlief niet, die had zich voorgenomen om bij de eerste de beste apotheek een paar oordopjes aan te schaffen, iets waar we de rest van de reis veel plezier van hebben gehad. Bij het binnenvaren van de haven van Alonisos stonden de bussen al op de kade klaar en nog geen kwartier later kon ik het weidse uitzicht over zee vanuit het hoog op een berg gelegen oude dorp al bewonderen. Ondanks de hitte heb ik toch ook nog even de klim naar het kasteel gemaakt, over hobbelige kalderimi-straatjes met leuke souvenirwinkeltjes. Daarna ging het weer met de bus terug naar de haven en de wachtende boot, die ons – na alweer een snelle zwemstop – rond drie uur afzette voor de lunch in de popperige haven van Skopelos.

Inmiddels was het zo warm dat we daar niet veel verder zijn gekomen dan uitgebreid lunchen en een beetje over de boulevard slenteren. Ook hier veel souvenirwinkeltjes, tavernes en terrasjes waar het in de koelte van de bomen goed toeven was. Vanaf de boulevard liepen talloze kleine straatjes omhoog, de stad in en de berg op, leuk om te zien, maar al dat geklim en geklauter in de hitte hoefde voor ons niet zo. Lekker rustig een ijsje eten aan de haven vonden we een beter idee. Bovendien liep het al tegen vijven en verlangden we eigenlijk wel naar het einde van de mooie, maar knap vermoeiende trip. Dat kwam voorlopig nog niet, want eerst moesten we natuurlijk nog het beroemde Mama Mia-kerkje op Skopelos vanuit zee bekijken, een en ander luidkeels opgeluisterd met passende muziek uit de gelijknamige film. Daarna werd koers gezet naar Skiathos met een bijzondere zwemstop bij een strand waar het schip ‘gewoon’ het kiezelzand op gleed. Alleen mogelijk bij bepaalde weersomstandigheden en dat hadden we die dag. Vervolgens laveerden we nog tussen twee hoge rotsen door, een zeer gevaarlijke doortocht vanwege de ondiepe vaargeul, ditmaal opgeluisterd door de titelsong van de film Titanic. Tja, humor had de kapitein wel! En op zo’n typisch Griekse boottocht moest er natuurlijk ter afsluiting ook nog even Grieks gedanst worden op de dekken alvorens iedereen tevreden, maar dodelijk vermoeid ’s avonds om halfnegen in Platania van de boot rolde. Wij waren dan ook echt heel blij met onze prima kamer in familiehotel Des Roses, op loopafstand van de kade!

Al met al was het een mooi uitje, heel goed georganiseerd door de schoolvereniging van Promyri en super uitgevoerd en verzorgd door de bemanning van de Agios Nikolaos-boot van de Elisabet Cruises (die vanuit Platania ook mooie individuele dagtochten aanbiedt!) Het was echt leuk om dit een keer meegemaakt te hebben, en nog leuker om na twintig jaar een bezoek aan de Sporaden van ons lijstje te kunnen afvinken. Mooie eilanden, mooie strandjes, dat zeker. Maar wij vinden Pilion toch nog steeds mooier… 🙂

♥♥♥

 

De dode vissen uit Lake Karla

Met het nieuwe schooljaar in zicht keren de meeste vakantiegangers langzaam maar zeker huiswaarts, waardoor het al een stuk rustiger is in ons dorpje. Niet dat het dit jaar nu zo druk is geweest, integendeel eigenlijk. Alleen tijdens het hoogtepunt van de Griekse bouwvak, in de weken voor en na Maria Hemelvaart, was het echt druk; daarvóór was het gewoon ‘lekker levendig’ te noemen. Opvallend was wel dat er heel weinig in zee werd en wordt gezwommen en dat heeft alles te maken met de overstromingen van vorig jaar september.

Ondanks talloze metingen en testen die aangeven dat het water in de Pagasitische Golf weer schoon is en volkomen veilig om te zwemmen, zijn er heel veel Grieken (en toeristen) die dat niet geloven. Op sociale media worden door de zogenaamde klik-sites constant fakeberichten verspreid die waarschuwen voor de meest enge ziektes die je kan oplopen door je in het water van de Golf te begeven. Zelf heb ik daar niets van gemerkt, behalve dan dat ik meer in zee heb gelegen dan andere jaren omdat het minder druk was dan normaal. Maar er enge ziektes aan overgehouden heb ik beslist niet!

Recentelijk gebeurde er helaas iets wat die ‘vervuilingshysterie’ nog een extra boost gaf. Binnen een paar dagen tijd spoelden er ineens duizenden dode vissen aan in de havens en stranden in en rond Volos en dat was natuurlijk koren op de molen van de social media. Dat vissen in zulke grote getalen stierven was het ultieme bewijs dat het met dat zeewater niet pluis is. Inmiddels is echter duidelijk geworden wat de werkelijke oorzaak is van die plotselinge vissensterfte en dat heeft niets te maken met vervuild zeewater, maar alles met wanbeleid, laksheid en onnadenkendheid.

Noordoostelijk van Volos, aan de voet van het hoge Mavrovouni-gebergte, ligt Lake Karla. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd besloten het toenmalige meer volledig droog te leggen vanwege de problemen die het opleverde voor de agrarische sector in dat gebied. Denk aan overstromingen, maar ook aan de overlast van insecten die zich in het moerasgebied snel vermeerderden.  Met het verstrijken van de tijd werd echter duidelijk dat die drooglegging toch niet zo’n goed idee was geweest en wat niemand voor mogelijk hield gebeurde: het besluit werd teruggedraaid en het drooggelegde land veranderde opnieuw in een meer. Weliswaar niet zo groot als vroeger, en ditmaal voorzien van een dam, zodat het overvloedige water dat bij het eerdere meer voor zoveel overstromingen in het gebied zorgde, via een sluis en kunstmatige kanalen kon worden afgevloeid naar de Pagasitische Golf. Het heeft heel wat jaren geduurd, maar in 2018 was het tot nieuw leven opgewekte Lake Karla officieel een feit, en in de jaren erna ontwikkelde het zich snel tot een bijzonder natuurgebied, met opnieuw veel unieke (water)vogels en zelfs een kudde waterbuffels.

In september vorig jaar werd de dam door de stormen Daniel en Elias en de daaruit voortvloeiende hevige overstromingen echter zwaar beschadigd, waardoor veel van de uit de wijde omgeving in Lake Karla terechtgekomen vervuiling (denk aan landbouwgif, dode karkassen etc.) via de beschadigde sluizen van de dam in de Pagasitikos is gestroomd. Die vervuiling van het zeewater is allang opgelost, en ook bij Lake Karla zijn destijds de nodige herstelmaatregelen getroffen om verdere vervuiling tegen te gaan. Een aantal grotere reparaties aan de dam kon echter niet definitief worden uitgevoerd omdat de beschadigingen zich te ver onder het waterpeil bevonden.

Afgelopen maand was de grote reparatie van de dam dan toch aan de beurt en om het waterpeil nog verder te laten zakken werd de sluis helemaal opengezet. En hoewel bepaalde instanties er in mei al op aangedrongen hadden de doorgang van de sluis af te sluiten met een rooster, zodat de in het meer aanwezige vissen niet met het wegvloeiende water meegesleurd zouden worden, heeft men die raad blijkbaar in de wind geslagen. De vissen uit Lake Karla kwamen dus via de sluis en de kanalen daadwerkelijk in de Pagasitikos terecht – waar ze binnen enkele dagen jammerlijk stierven vanwege de abrupte verandering in het zoutgehalte van het water. De vissen uit Lake Karla zijn namelijk… zoetwatervissen! Niet het vervuilde water, maar gebrek aan zuurstof is de doodsoorzaak van de massale sterfte die de gemoederen nu al dagenlang bezighoudt. Een zoetwatervis gedijt nu eenmaal niet in zout water, dat heb ik al op de lagere school geleerd, maar op de een of andere manier is dat dus niet helemaal doorgedrongen tot degenen die de sluisdeur open hebben gezet.

De duizenden aangespoelde dode vissen hebben in en rond Volos voor een abrupt einde van het toeristenseizoen gezorgd. Wie wil er nu gezellig uit eten op een terrasje met uitzicht op een dikke laag rottende vis? Om over de stank maar niet te spreken, want over wie de troep moest opruimen kon men het ook niet zo snel eens worden. Net zomin als over het afsluiten van de dam. De berichten in de krant over het geharrewar zijn talrijk, maar als ik het goed begrepen heb, is de sluis gisteren dichtgedraaid, drie dagen eerder dan was gepland. Maar uiteraard te laat, veel te laat voor de vissen en zij die van de vangst en de verkoop ervan afhankelijk zijn.

Aan onze kant van Volos is er van de ramp niets te merken. Ik heb hand op mijn hart geen dode vis gezien aan het strand. En ook qua stank is er hier niets aan de hand. Maar in Volos en richting Alikes is de schade groot. De foto’s van de dikke laag aangespoelde dode vissen en de lege terrassen die rondgaan op mijn sociale media zijn dieptriest. September is doorgaans een goede maand voor het toerisme, en na het abrupte einde van het vorige seizoen vanwege de watersnood hoopte iedereen dit jaar op een extra lange verlenging van het zomerseizoen. Het mocht helaas niet zo zijn. Het visschandaal van Volos heeft inmiddels ook de landelijke en zelfs de internationale pers bereikt, en de lokale politici schreeuwen moord en brand – uiteraard om de verantwoording zo snel mogelijk bij iemand anders te leggen. Maar daar zijn degenen die leven van het toerisme niet mee geholpen. De schade voor Pilion was al groot vanwege al die fakeberichten, en deze ramp is voor velen de ultieme genadeklap.

Ik schreef het jaren geleden al eens, toen we midden in de crisis zaten: Ja, ze blijven altijd dansen en zingen, die Grieken. Maar de vele onzichtbare tranen die daarbij vergoten worden… die zien we niet.

♥♥♥

 

 

Knuffeltijd

Wat was het heerlijk om tijdens de langste Griekse hittegolf sinds mensenheugenis twee weken lang in het heel wat koelere – en natte! – Nederland door te brengen. De horrors van de reis ernaartoe (beschreven in mijn vorige column) waren snel vergeten, natuurlijk ook vanwege de enthousiaste knuffels van kleinzoon Kai. Er gaat werkelijk niets boven het in levenden lijve vasthouden van zo’n klein mannetje. Hoewel… zo klein was hij niet meer sinds ik hem de laatste keer had kunnen knuffelen. Zes maanden oud is hij nu en tien kilo schoon aan de haak. Een flink gewicht dus voor een nieuwbakken en onwennige oma die met liefde uit Griekenland overkwam om op hem te passen tijdens de Bentelose Zomerfeesten. Schoondochter had het in deze periode namelijk heel druk met de organisatie ervan, terwijl zoonlief zijn handen vol had aan de uitvoering van allerlei grote en kleinere evenementen in Enschede en omgeving. En omdat de andere lieve oppas oma/opa en andere familieleden/vrienden uit Bentelo heel graag mee wilden feesten met dit jaarlijkse dorpsfeest, hadden we al maanden van tevoren afgesproken dat ik die taak op me zou nemen, samen met mijn schoonzus Thea die ondanks haar hoge leeftijd mij zou bijstaan met hand-en-spandiensten.

Nu heb ik sinds mijn eigen jonge moedertijd van ruim veertig jaar geleden weinig of niets meer te maken gehad met baby’s en hun verzorging. Dan is het dus echt wel even wennen als je ineens vier dagen en avonden grotendeels in je uppie op zo’n kleintje moet passen. En omdat ik zo ver weg woon, ben ik er uiteraard ook niet van het begin af aan in meegegroeid. Dat was wel een beetje een gemis, want lieve hemel, wat is er veel veranderd! Gelukkig ben ik niet iemand die vindt dat vroeger alles beter was (sommige dingen wel natuurlijk ), maar het vergt best wat aanpassing om je al die nieuwe snufjes op babygebied eigen te maken. De babyfoon met camera vond ik fantastisch, maar ik heb heel wat geworsteld met alle ‘gemakkelijke’ clipsluitingen als ik Kai in een stoeltje of de maxicosi wilde zetten. Het toppunt van frustratie voor mij was echter de ritssluiting van het ‘spanlakentje’ in het ledikantje dat een soort ingebakerd gevoel schijnt te geven als ze slapen.

We weten allemaal dat ‘gaan slapen’ in het eerste babyjaar veel geduld vergt. Meestal verloopt dat proces als volgt: in het schemerdonker het flesje voor de nacht geven, beetje wiegen, zacht hummen, en als de oogjes dicht zijn en de armpjes ontspannen naar beneden vallen op je tenen naar het ledikantje lopen, het slapende hoopje in je armen zo behoedzaam mogelijk in het ledikantje leggen, snel toedekken en wegsluipen. In mijn geval betekende dat toedekken echter het spanlakentje eroverheen en heel voorzichtig dichtritsen. Pff, dat was echt een heel gepriegel in het halfdonker om die rits met mijn vingers tussen de spijltjes door naar boven te krijgen. Kai heeft echter ongetwijfeld de ‘niet-zo-graag-gaan-slapen’-genen van zijn oma en vader geërfd, want er waren iedere avond minstens drie of meer pogingen nodig om hem weg te leggen voor de nacht. Ik heb in stilte heel wat gefoeterd op die rits, dat kan ik u wel vertellen! Maar al dat geklungel valt natuurlijk helemaal in het niet bij alle schaterlachjes, glimlachjes en knuffels die je van zo’n hummel terugkrijgt wanneer je op je oude dag samen met je kleinkind over de vloer rolt, de meest vreemde knorgeluiden produceert en kiekeboetje speelt tijdens het fruithapje geven.

Gelukkig voor mijn rug kon ik het voor de reis terug naar huis nog een paar dagen wat rustiger aan doen. Samen met schoonzus Thea verbleef ik in Erve de Bosch, een fantastische boerderij B&B net buiten het dorp, nog geen twee kilometer verwijderd van het huis van onze zoon. Heel veel puf om iets te doen hadden we na de mooie maar vermoeiende dagen met Kai eigenlijk niet. Het weer was voor de verandering uiterst aangenaam en de tuin van de B&B heerlijk rustig… Nou ja, op het gesnurk van de twee hangbuikzwijnen na dan. Maar na een dagje lui uitrusten hadden we toch wel weer genoeg energie opgedaan om een lange wandeling te maken in de omgeving, met als ‘keerpunt’ de nabijgelegen Natuurbegraafplaats Wienerveeld. Zoiets hebben we in Griekenland niet, dus ik kon me er niet echt iets bij voorstellen. Nu wel, en ik vond het best indrukwekkend en ontroerend om tijdens het rondwandelen in dat mooie bosgebied tussen de afgevallen bladeren op de grond de nauwelijks opvallende boomstamschijven of andere eenvoudige natuurmonumentjes te zien met de namen van de overledenen erop. Je zou het iedereen gunnen om op zo’n mooie plek te mogen eindigen!

Behalve die wandeling maakten we op aanraden van Conny, de eigenaresse van de B&B, ook nog een uitstapje naar Kasteel Warmelo, waar ik twee jaar geleden met schoondochter al eens was geweest. Ook nu was er in het Engelse gedeelte van de kasteeltuin weer een bijzondere expositie van zandsculpturen, ditmaal gewijd aan de boeken en illustraties van Rien Poortvliet. Wat hebben we genoten van de ongelooflijk mooie zandsculpturen met scènes uit de prachtige en wereldberoemde boeken van deze geliefde en unieke kunstenaar. Ze kwamen allemaal aan bod, van de kabouters via de jacht- en het boerenleven-taferelen tot de honden uit Braaf en de pittoreske oude haven van Rotterdam aan toe. En alles van zand gemaakt! Echt onvoorstelbaar dat er kunstenaars zijn die zo treffend die toch al zo unieke illustraties daaruit kunnen vervaardigen. Mocht je er toevallig in de buurt zijn, dan is een kijkje bij Kasteel Warmelo in Diepenheim absoluut een aanrader!

En toen was de koek alweer op. De terugreis verliep gelukkig sneller en minder dramatisch dan heen, en met slechts anderhalf uur vertraging arriveerde ik gezond en wel op de luchthaven van Volos. Inmiddels ben ik al zo’n twee weken thuis, in een nog steeds bloedwarm Pilion. Daar lagen een aantal bureaucratische klussen op me te wachten die ik vooruitgeschoven had tot na de vakantie, maar nu toch echt aan de beurt waren. Dingen zoals de Griekse bankrekening die nog steeds niet werkte zoals het moest werken waardoor het betalen van onze belasting via die rekening niet mogelijk was. Terwijl we dat account juist hebben geopend vanwege die belastingen. Ik zal u alle details besparen, het is na alweer veel tijd en gedoe gelukt ons toch een weg te banen door het geheimzinnige doolhof dat ‘Griekse bankzaken’ heet. We wachten nu alleen nog maar op de pinpas die bij mijn e-banking hoort, en manlief op de e-banking die bij zijn pinpas hoort. Ook de aanvraag voor het vernieuwen van mijn rijbewijs – een bureaucratische aangelegenheid die echt niet te volgen is – is me in recordtijd gelukt, maar de laatste tijdrovende klus, het vernieuwen van mijn paspoort in Athene, is helaas weer opgeschoven, want blijkbaar kan ik pas over zes weken online een afspraak maken voor een bezoekafspraak in november met de Nederlandse Ambassade aldaar.

Afijn, al met al was het dus een mooie, avontuurlijke en ook nog productieve maand waarin deze oma beslist niet heeft stilgezeten. En dat alles ondanks de Griekse hittegolf en de Nederlandse regen…

♥♥♥♥♥